Eitje natuurlijk. Als je 2500 sms’jes per maand verstuurt, ben je toptalent in deze taal. Ter vergelijking: in anderhalf jaar tijd stuur je zo ongeveer net zo veel tekens de lucht in als er in de Bijbel staan. Na alle klachten van je docent of je moeder (Hallo, ik praat met je! Kun je even je mobiel loslaten?) nu even een andere kant.

Het is al eerder gebleken dat jongeren die veel berichten versturen, beter scoren op taalvaardigheid. Zelfs met spelling. Waarom? Eigenlijk heel eenvoudig. Je bent intensief en creatief met taal bezig.

Bovendien heb je in korte tijd een lastige taal onder de knie gekregen. In een sms-bericht gebruik je geen spreek- en schrijftaal. Het is een nieuwe taal met eigen afspraken; bijna alleen medeklinkers en slechts drie letters. Pff, het lijkt wel Hebreeuws. Dat heeft wel een voordeel. Als je meer talen kent, leer je sneller een volgende.

Ook Engels leren wordt gemakkelijker dankzij het sms’en op je mobiel. Tijdens de les gaan er heimelijk wat sms’jes heen en weer. Maar nu wordt het legaal. En niet alleen tijdens de les. Dacht je om 8 uur ’s avonds lekker te kunnen luieren, rammelt opeens je toestel. „Translate the following words…” Oeps, dat wordt leren geblazen.

Kortom; het blijkt dat die moeilijke sms-taal zonder problemen of klagen vlekkeloos geleerd wordt. En dan nog iets: tijdens catechisatie tegen de ouderling zeggen dat de Statenvertaling zo moeilijk is, gaat niet meer werken. Hij zal direct vragen of hij je sms-berichtjes mag zien. Want die zijn pas moeilijk te lezen.