Drinkwater komt er niet uit de kraan, maar Maurits vindt toch dat veel dingen in zijn omgeving „best ontwikkeld” zijn. Hij woont in Zuid-Azië. Zijn ouders zijn betrokken bij ontwikkelings- en taalkundig werk. „Het is beter voor ons als niet in de krant komt waar ik precies woon en wat voor werk mijn ouders precies doen.”
Maurits is in Zuid-Azië geboren en voelt zich echt geen Nederlander. „Ik zou niet graag naar Nederland terug willen. Laat mij nog maar een poosje hier blijven.”
Wel gebruikt Maurits Nederlandse schoolboeken. Zijn ouders geven hem les, zijn broer is zijn enige klasgenoot. De lessen duren maar van acht uur tot halfeen. ’s Middags houdt Maurits zich bezig met zijn hobby’s: hij schrijft voor een zelfgemaakte krant en bedenkt computerprogramma’s. „Ook helpen mijn broer en ik bij het zendingswerk. We maken plaatjes voor workshops en geven morele steun. Verder los ik mijn vaders computerproblemen op.”
Echte vrienden heeft Maurits niet. „Nederlanders kom je hier sowieso bijna niet tegen. Mijn broer en ik zitten op een taekwondoclub, een vechtsport. Verder hebben we weinig contacten met leeftijdsgenoten. Dat is wel een groot nadeel hier. Ik ben nog steeds op zoek naar een echte vriend.”
Iedere drie jaar gaat Maurits met zijn familie drie maanden terug naar Nederland. „Het valt me dan erg op dat de bussen en de treinen zo schoon zijn. Ik vond het ook leuk dat ik de dominee in de kerk kon verstaan. Dat is hier meestal niet het geval. Een nadeel aan Nederland vind ik het eten. Dat is hier in Zuid-Azië veel lekkerder. Pannenkoeken gevuld met aardappel en bijna vloeibare spinazie met kaas. Alleen al daarom ben ik blij dat ik niet in Nederland woon.”
Jonatin
Jonatin woont sinds twee jaar in Chiclayo, in het Zuid-Amerikaanse Peru. „Er is hier een groot verschil tussen rijk en arm. De arme mensen zijn meestal gezellig en de rijke mensen zijn verwaand. Wij leven voor onze veiligheid in een rijkere buurt van Chiclayo en vinden het echt een kakbuurt. Er heerst hier een machocultuur. De man staat duidelijk boven de vrouw.”
Eerder woonde Jonatin drieënhalf jaar in de Alto Mayovallei. „Ik was negen jaar toen we uit Nederland weggingen. Mijn vader is coördinator van een project om kerken te stichten aan de noordkust van Peru. Maar niet alleen hij is zendeling, elk gezinslid is zendeling en helpt zo veel mogelijk in de kerk. Samen met een Peruaanse jongen leid ik op dit moment een groep jongeren. Dat is erg leuk om te doen. De sfeer in de kerk is meestal ook goed en gezellig.”
Jonatin volgt afstandsonderwijs aan de Jacobus Fruytier scholengemeenschap. „Ik heb vwo 2 net afgemaakt. Alle boeken die ik nodig heb, heb ik in Peru. De toetsen die ik maak, worden door mijn vader gescand. Hij stuurt ze door naar mijn mentor. Veel contact met mijn klasgenoten heb ik eigenlijk niet.” Ook met familie en vrienden uit Nederland heeft Jonatin weinig contact: „We bellen wel via Skype, vooral met verjaardagen.”
Jonatin is verschillende keren teruggeweest naar zijn vaderland. „Dat was apart. Ik had wel een soort thuisgevoel, maar dat kreeg ik ook toen ik terugging naar Peru. Het was erg leuk om weer bij familie te zijn en mijn oude vrienden terug te zien.”
Over een jaar gaat de familie Vaders definitief terug naar Nederland. „Daar kan ik niets aan veranderen. Ik ga dit laatste jaar zo veel mogelijk van Peru genieten. Ik vind het bijzonder dat ik een andere cultuur heb leren kennen. Zo krijg ik een heel andere kijk op de wereld. Het is een ervaring die mijn leven gemarkeerd heeft.”
Dit is het laatste deel in een serie over zendingsjongeren. >>puntuit.nl/zendingsjongere voor alle afleveringen.
Meer weten, ervaringen delen of Maurits en Jonatin een hart onder de riem steken? Mail maurits@refdag.nl en jonatin@refdag.nl.