Ze begon op school zoals veel kinderen beginnen: met blokfluitles. „In onze kerk hingen posters, ik meen met een foto van Noortje van Middelkoop met haar panfluit. Toen las ik: pan-fluit. Ik dacht eerst dat het ”palm” van palmboom was. Sindsdien wilde ik graag panfluit spelen. Op een gegeven moment zei mijn moeder: „Je mag vandaag naar panfluitles!” Ik zat toen in groep 5 of 6.”

Zeven jaar kreeg Lisa les op muziekschool Cultura bij Claire Smoorenburg. En met succes: drie keer won ze een concours. „Bij het eerste concours, in Cultura, was ik nog best klein. Twee jaar geleden werd ik eerste in mijn categorie op een panfluitconcours. En vorig jaar won ik het Nederlands Premièreconcours van Interclassic. Vooral dat laatste concours was best spannend, en ook heel gezellig. Er was een opnamedag bij, en het concours werd uitgezonden door de Reformatorische Omroep.”

Waarom vindt ze panfluit zo mooi? Lastig te zeggen, vindt Lisa. „Dat heb ik me ook afgevraagd. Ik vind het instrument erg mooi, ik geniet ervan om erop te fluiten, vind het gewoon een heerlijk, leuk instrument. Ik maak nu ook kennis met andere fluiten, bijvoorbeeld één met metalen pijpjes. Geweldig!”


Voor het conservatorium moet je echt gaan


Vanaf 3 havo wist Lisa het zeker: ze wilde conservatorium doen. „Daarna heb ik niet meer getwijfeld. Voor het conservatorium moet je echt gaan. Ik merk dat je er veel tijd in moet steken. Een paar uur per dag oefenen is heel normaal.”

Lisa krijgt les van Matthijs Koene, docent panfluit aan Conservatorium van Amsterdam. Ook volgt ze solfège en algemene muziekleer, wat eerstejaarsvakken en leert ze begeleiden op de piano. Na de vooropleiding gaat ze opnieuw auditie doen, nu om toegelaten te worden tot het eerste jaar. „Het conservatorium is heel anders dan de reformatorische wereld, merk ik nu. Ik heb vorige week gespeeld op de Familie­dagen in Gorinchem. Het was heel gezellig – gewoon lekker spelen. Natuurlijk moet je ook je best doen, maar het is toch anders dan op het conservatorium. Daar moet het áltijd goed zijn. En dat moet ook en vind ik ook leuk. Maar ik vond het nu ook wel weer lekker om gewoon plezier te maken.”

Het repertoire op het conservatorium is klassiek in brede zin. „Matthijs houdt erg van moderne muziek, en gelukkig is er ook veel ruimte voor muziek uit andere stijlperioden. Ik ben nu bezig met een adagio van Bach, een langzaam, gedragen stuk. Onder andere een goede ademsteun is daarbij heel belangrijk.

Het is ook leuk om met moderne muziek bezig te zijn. Als je er niet aan gewend bent is het apart, klinkt het ‘raar’. Uiteindelijk vind ik stukken die goed in het gehoor liggen het leukst, omdat je daar mensen het best mee kunt bereiken. Dat vind ik altijd wel bijzonder, en daar doe ik het ook voor.”


 Als christen probeer je tot Gods eer te spelen


Soms botst de muzieknorm van de reformatorische wereld met die op het conservatorium, ervaart Lisa. „Als reformatorisch persoon probeer je uiteindelijk tot Gods eer te spelen. In Amsterdam is iedereen voor zichzelf en voor het publiek bezig. Dit geeft een gevoel van concurrentie waardoor iedereen de lat hoog legt. Ik merk dat dit me wel stimuleert om met te blijven verbeteren.”

In de toekomst zou Lisa graag veel concerten geven, zegt ze. „Dat vind ik zo leuk om te doen! Het begint nu een beetje op gang te komen, er komt af en toe een concertje aanrollen. Het lijkt me ook leuk om muziekdocent voor de klas te worden. Dan zou je na je bachelor muziek nog twee jaar lerarenopleiding moeten doen.”

En het Puntuitconcours Klassieke Muziek – gaat Lisa meedoen? „Ik wil het heel graag, alleen mijn begeleider ziet het nu niet zo zitten. Dus ik moet nog even kijken of het gaat lukken.”

Dit is het eerste deel van een tweeluik over jongeren en muziek. Volgende week woensdag deel 2.
Meedoen met het Puntuitconcours Klassieke Muziek? Dat kan hier!