Gert-Jan Doorneweerd (25) uit Wezep, Anne-Thea van Hartingsvelt (20) uit Alblasserdam en Marlies Verbruggen (24) uit Emmeloord solliciteren zich een slag in de rondte, maar het lukt hun gewoon niet om werk te vinden.
Wat doen al die maanden werkloosheid met je?
Gert-Jan: „Door zo lang werkloos te zijn, ga ik me nutteloos voelen. Ik wil graag werken en mijzelf inzetten op de arbeidsmarkt, maar doordat er geen werk is, lukt dat niet. Dan zit je maar thuis, terwijl iedereen om je heen wel aan het werk is. Dat geeft tegelijk een gevoel van onrechtvaardigheid. Wel willen, maar geen kans krijgen.”
Marlies: „Hoe langer je thuis zit, hoe lastiger het wordt om echt gemotiveerd te blijven om de zoveelste sollicitatiebrief te schrijven. Toch moet je niet bij de pakken gaan neerzitten, want daarmee kom je helemaal niet aan een baan. Je moet doorgaan met brieven schrijven en vacatures zoeken, hoe lastig dat soms ook is.”
Anne-Thea: „Psychisch gezien is het niet altijd even makkelijk. Werkloosheid maakt me weleens moedeloos. Je voelt je onzeker, want je weet niet hoe lang je het nog duurt. Daarnaast maak je je weleens zorgen over de toekomst. Je hebt zo weinig inkomsten.”
Welke emoties ervaar je door de werkloosheid?
Marlies: „Voornamelijk frustratie. Je hebt een diploma op zak, motivatie genoeg en bereid je in te zetten, maar dat is blijkbaar allemaal niet goed genoeg. Je hebt niet genoeg ervaring of er zijn anderen die beter in het profiel passen. Soms ook –na de zoveelste afwijzing– moedeloosheid, dat alles wat ik doe zinloos is.”
Gert-Jan: „Een gevoel van nutteloosheid en soms ook wel irritatie of miskenning, omdat je graag wilt werken, maar soms geen kans lijkt te krijgen. Mijn sollicitaties lopen allemaal op niets uit. Door het uitblijven van positieve reacties op sollicitaties krijg je een gevoel van machteloosheid. Je probeert het wel, maar het wil maar niet.”
Anne-Thea: „Ik heb me eerlijk gezegd weleens erg eenzaam gevoeld. Je mist een deel sociale contacten en kan daardoor in een dip terechtkomen. Gelukkig is dat nu minder omdat ik contacten heb tijdens bijvoorbeeld het post bezorgen. Mensen zwaaien naar je, bedanken je of maken een praatje. Ik maakte pas tijdens het bezorgen iets leuks mee. Iemand riep op eens: „Hé, stop eens effe!” en gaf me een tip voor een vacature. Hij had in de krant gelezen dat ik werk zocht. Dat meedenken doet goed.”
Publicatiedatum: 14-02-2014