Wetenschap 16 november 1999

Elektronische opmaak krantenpagina's verloopt niet altijd gladjes

Ploeteren met pagina's

Door S. M. de Bruijn
Fanfare op de Antillen: koningin Beatrix landt zaterdagmiddag om half zes op de internationale luchthaven Hato van Willemstad op Curaçao. In het persvak schiet fotograaf Henk Visscher z'n plaatjes terwijl Hare Majesteit de erewacht inspecteert en luistert naar een kinderkoortje. Een luchthaventractortje overstemt het Wilhelmus van de harmonie, noteert verslaggeefster Bea Versteeg in haar schrijfblok.

Anderhalf uur later zijn de RD-verslaggevers terug in het Lions Dive Hotel. Bea tikt op haar draagbare computer een artikel voor de krant van maandag. Zodra het verhaal gereed is, zet ze het op een diskette. De goedkoopste manier om het artikel in Nederland te krijgen is verzenden via de e-mailaansluiting van het hotel. De receptie verstuurt echter alleen e-mail tijdens kantooruren en die komen niet voor op zaterdag.

Bea had ook met haar laptop vanaf haar hotelkamer rechtstreeks naar Nederland kunnen bellen om haar artikel naar de centrale computer in Apeldoorn te sturen, maar dat is veel te duur vanaf de Antillen. Zij boft nog, want telefoon op je kamer is niet vanzelfsprekend. Tijdens een oorlog in Kosovo of na een aardbeving in Turkije is nergens een werkende telefoon te vinden en is een verslaggever aangewezen op een mobiel toestel. Maar e-mailen met een GSM is lastig en riskant: het gaat traag en al bij een geringe storing wordt het contact verbroken. De enige oplossing is dan de tekst voor te lezen via de mobiele telefoon, waarna iemand op de redactie in Apeldoorn het artikel uitwerkt op een computer.

Fotograaf Visscher heeft inmiddels een minilaboratorium opgebouwd op zijn hotelkamer. Hij ontwikkelt zelf de filmpjes van die middag, want de 1-uurservice van de fotowinkel werkt ook alleen tijdens kantooruren. Met een mobiele scanner brengt hij de beelden van de negatieven over naar zijn computer. Net als in een echte donkere kamer kan hij de kleuren van de foto's wat variëren: bij een aankomst in het avondlijk schemer horen geen strakblauwe luchten.

Op zijn laptop maakt de fotograaf verbinding met een internetprovider in Venezuela. Via dit Zuid-Amerikaanse land belanden de foto's samen met het artikel van Bea in Apeldoorn.

Half zes
Maandagmorgen om half zes brandt het licht al op verschillende afdelingen van de redactie. „Er is nieuwe mail voor u. Wilt u dat nu lezen?”, vraagt het scherm. Chef-redacteur H. Spijkerboer, die deze morgen dienst heeft, ziet het artikel van Bea Versteeg en stuurt dat via het interne computernetwerk naar de binnenlandredactie. Curaçao ligt weliswaar 10.000 kilometer weg maar hoort toch bij ons koninkrijk en valt dus onder ”binnenland”.

Een goed uur later, om kwart voor zeven, start de eerste redactievergadering. Het uitstapje van de Koningin komt op een binnenpagina, daar zijn de verschillende coördinatoren het snel over eens. De foto van Hare Majesteit was bedoeld voor de voorpagina, maar vanwege de aardbeving in Turkije verschuift die ook naar de binnenpagina.

Een redacteur verwerkt de e-mail over de Koningin tot een artikel. Dat kan met een enkele druk op de knop. Ruim twee jaar geleden schafte de redactie een nieuw systeem aan voor het maken en verwerken van artikelen. De software daarvoor, Focus, is een veredelde versie van de bekende tekstverwerker Word, uit de stal van Microsoft. Weliswaar is Focus gebaseerd op het inmiddels achterhaalde Word 95 –de meeste Microsoft-gebruikers zijn al toe aan Word 2000– maar toch liep het RD daarmee voorop ten opzichte van andere dagbladen. Tot die tijd werkte de redactie met Atex, een veredelde elektronische typemachine met scherm. Bijna middeleeuws; weliswaar uitstekend geschikt om een krant mee te maken, maar meer ook niet.

Zandlopertje
Inmiddels staan op alle bureaus Pentium-pc's, zodat redacteuren ook elektronisch een telefoonboek en routeplanner kunnen raadplegen en uiteraard e-mail verwerken. Toch denken vooral de oudere redacteuren af en toe met weemoed terug aan hun ouderwetse maar razendsnelle Atex-systeem. De vieze grijze bullebakken die toen boven de bureaus hingen, het ongezond knipperende zwartwitbeeld met grove letters, het loodzware toetsenbord: die nadelen nemen ze graag voor lief vergeleken met het irritante zandlopertje dat nu vaak over hun mooie kleurenschermen zweeft.

Het zandlopertje treedt vooral op tijdens het communiceren tussen de machines. Elk stuk tekst ondergaat een reeks van bewerkingen voordat het op een krantenpagina terechtkomt. Om maar weer het artikel over de Koningin te nemen: eerst leest een binnenlandredacteur het verhaal na, zet er een kop boven die twee krantenkolommen breed is, en verzendt het dan naar de coördinator van de binnenlandredactie. Die controleert het artikel opnieuw, haalt er nog een tikfout uit, kijkt of de kop inhoudelijk klopt bij het artikel en stuurt het naar de eindredactie. Een eindredacteur ziet op het nippertje dat de c met cedille van Curaçao bij het e-mailen gesneuveld is.

Als ook de laatste correcties aangebracht zijn, gaat het stuk naar de opmaakredactie. Vijf voor elf. Net op tijd, want de eindredacteur moet ook de tekst van de voorpagina nog nalezen.

Fröbelen
Intussen is de e-mail met de foto's van Visscher beland op het scherm van een fotoredacteur. De foto ondergaat een laatste elektronische bewerking, wordt 'op maat gesneden' voor de breedte van vier kolommen, en belandt in een elektronische bak waar de opmaakredacteur hem later met twee muisklikken uit vist.

Een belangrijk verschil met het Atex-tijdperk is dat de opmaak van een pagina nu volledig op het beeldscherm gebeurt. Vroeger stuurde 'Apeldoorn' de stukken tekst elektronisch naar de drukkerij in Barneveld. Daar werden ze geprint en plakte de zetter stroken papier met kolommen tekst op een moederpagina. Foto's en advertenties arriveerden per koerier en werden ertussen geplakt. Een camera maakte dan een foto van het geheel en produceerde een negatief ter grootte van een dubbele krantenpagina.

Dankzij de elektronische beeldschermopmaak in Apeldoorn is het gefröbel met papier nu overbodig: een opmaakredacteur schuift op zijn scherm net zo lang met de verschillende artikelen, foto's en advertenties totdat alles past. De eindredacteur controleert voor de laatste keer een afdruk: is het paginanummer juist, staan er lijntjes tussen de artikelen? Dan gaat de pagina rechtstreeks naar een camera in Barneveld die er een negatief van maakt. Dat levert niet alleen tijdwinst op maar zorgt er ook voor dat de redactie in Apeldoorn een goed overzicht heeft van wat er met de pagina gebeurt.

Past een artikel toch niet binnen de toegemeten ruimte, dan gaat het retour naar de redacteur die wikt en weegt welke regels geschrapt mogen worden. Vroeger gebeurde dat inkorten ook, maar dan met de schaar. Dat ging sneller maar leverde soms een pijnlijke grimas op als de desbetreffende redacteur 's middags de krant onder ogen kreeg. Met het nieuwe systeem komt er een evenwichtiger artikel in de krant, maar is de kans op vertraging groter. Vooral aan het eind van de ochtend is het spitsuur, elke minuut telt. Als dan een computer vastloopt, een bijschrift kwijt is, een kop niet past of er een witte vlek op een pagina staat, loopt de bloeddruk van de chef-redacteur aardig op.

De invoering van het elektronische opmaaksysteem voor de krantenpagina's heeft in de zomer van 1997 diverse problemen veroorzaakt. Dat leverde vertragingen en soms zelfs een noodeditie op: een afgeslankte krant waar kop noch staart aan te vinden was. Overigens hebben andere kranten soortgelijke problemen gehad bij de overgang van Atex naar een moderner systeem. Vorig jaar juli verscheen een noodeditie van de Volkskrant, met bibberende koppen boven de artikelen en halfwitte pagina's. In mei dit jaar gebeurde iets dergelijks met NRC Handelsblad. Het RD heeft inmiddels de computercapaciteit vergroot en een complete alternatieve route aangebracht om een 'fatsoenlijke' noodeditie te kunnen maken.

Advertenties
Een essentieel onderdeel van de krant vormen de advertenties. Tot verdriet van redacteuren –„Wat moet al die rommel tussen onze teksten?”– maar tot vreugde van de afdeling die de portemonnee bewaakt –„Wees blij dat jullie de achterkant van de advertentiepagina's mogen volschrijven”– neemt het aantal advertenties gestaag toe.

Dat brengt ook werk met zich mee. In het verleden werd een groot deel van het advertentiemateriaal op papier naar de drukkerij gebracht, of elektronisch verstuurd en daar geprint, geplakt en weer gescand. Sinds enkele maanden maakt een ploeg opmakers alle advertentiepagina's op het beeldscherm in Apeldoorn gereed en gaan er complete elektronische pagina's naar de drukkerij.

Dat loopt nog niet altijd gesmeerd. „Vooral in de periode rond de Wegwijs-beurs hebben we enorm veel advertenties verstouwd, terwijl we toen juist moesten wennen aan de computerprogramma's die we voor de opmaak gebruiken. Bovendien werden we in de aanloopperiode geconfronteerd met kinderziektes in het nieuwe systeem”, zegt A. T. W. de Mik. Hij is verantwoordelijk voor de afdeling pre-press, die alle pagina's 'klaarstoomt' voor de drukkerij. „Soms leveren klanten hun advertentie goedbedoeld aan in digitale vorm, maar gemaakt in programma's die niet goed samenwerken met de onze. Dat levert snel een halfuur vertraging op.”

Het is niet alleen de software die de opmakers soms in de steek laat, ook het verzenden naar de drukkerij veroorzaakt af en toe problemen. De Mik: „De bestanden die we versturen, zijn enorm. Een doorsnee advertentiepagina is 100 megabyte groot, verzenden naar Barneveld duurt al gauw een kwartier. Dat is geen probleem, maar als je zoiets opnieuw moet doen omdat er halverwege een kink in de kabel kwam, is er een kwartier verloren. Andere pagina's moeten dan wachten.”

Tijd is geld, vooral 's ochtends. Om half twaalf moet de krant onderweg zijn naar Barneveld: desnoods met een halve witte pagina. Loopt het uit de hand, dan beent financieel directeur J. D. Heijkamp door de gang en kijkt mee over de schouders van de opmaakredacteuren. Hij hakt de knoop door: „Nu zetten!” De pers kan beginnen. De Koningin rolt eraf.

Zie ook:
MEDEDELING

De krant die anders is