Wetenschap | 16 november 1999 |
MEDEDELINGEen hardnekkige computerstoring heeft vanmorgen de opmaakredactie van het Reformatorisch Dagblad getroffen. Daarom ontvangt u deze krant enkele uren later dan u gewend bent. Onze welgemeende excuses daarvoor. Een kader met een soortgelijke tekst kwam helaas nogal eens voor, het afgelopen jaar. En of het nu een storing bij de opmaakredactie betreft, problemen met het verzenden van computerbestanden naar de drukkerij, papierbreuk in de drukpers of 12 kilometer file rond Rotterdam, het resultaat is hetzelfde. Tientallen bezorgers staan in de druilende regen te wachten of worden opgebeld dat de krant een uurtje later komt. Valt de blokfluitles wéér in duigen, of de catechisatie, of dat wiskundeproefwerk voor morgen. En wéér al die telefoontjes van lezers, die gewend zijn dat 'hun' krant precies om tien over half vijf door de bus valt. En wéér eten uit de magnetron. De lezer heeft geen boodschap aan de reden waarom de krant te laat is. Net zo min als iemand op het perron wanneer de trein vertraging heeft: het maakt niet uit of een conducteur zich verslapen heeft of dat er een ernstig ongeluk gebeurd is. Toch is het goed om, net als bij de spoorwegen, te beseffen hoe kwetsbaar een krantenbedrijf is. Ook gisteren was het weer kantje boord: eerst een storing in de moedercomputer bij de redactie, daarna twee keer papierbreuk bij de drukkerij. Iedere dag tientallen pagina's volschrijven met artikelen, dat lukt de 65 redacteuren wel. Maar al die kolommen, samen met de advertenties, op tijd door de brievenbus krijgen, vergt een minutieus samenspel van honderden andere schakels. Dit artikel is bedoeld om de lezer inzicht te geven in de verschillende schakels, tot het moment dat de krant in elektronische vorm het kantoor in Apeldoorn verlaat. Volgende week een artikel over de drukpers en het bezorgsysteem. |