Wetenschap

Zie ook: De kille cijfers

Chronisch geldtekort legt onderzoek lam

Russische wetenschap
staat op een laag pitje

Door S. M. de Bruijn
Het “vuur van de kennis” dooft langzaam uit. De opening van het academisch jaar is in Rusland altijd een feest, en ook deze keer lopen de 700 eerstejaars van de Timiryazev Agrarische Academie er voorbeeldig bij. De minister van landbouw, oud-student van de academie, krijgt een luid applaus als hij het podium beklimt. Even later ontvlamt het vuur op twee bovenmaatse tuinfakkels aan de voet van het bordes. Symbool van het “vuur van de kennis”.

Het duurt maar tien minuten. De regen valt dan ook met bakken uit de lucht. Terwijl de nieuwbakken studenten, onder een zee van paraplu's, onverdroten verder luisteren, zakt de vlam in, alsof de fut eruit is.

Zwembad
Een uurtje later zitten de studenten wat onwennig in de collegezaal. De academie is klein vergeleken met de Rijksuniversiteit van Moskou, die niet minder dan 30.000 studenten telt. Waar doen ze het eigenlijk voor? Toegegeven: ze worden in de watten gelegd. Het 33 verdiepingen tellende hoofdgebouw van de Rijksuniversiteit –een toonbeeld van stalinistische architectuur– bevat letterlijk alles wat een student nodig heeft. Niet alleen reusachtige collegezalen maar ook een zwembad en een museum; behalve een boekwinkel zijn er ook een stomerij en een kledingzaak; er is zelfs een klein aantal slaapplaatsen voor studenten. Dat maakt een OV-kaart overbodig.

Toch ziet de toekomst voor de Russische studenten er somber uit. Weten ze niet dat wetenschappers in hun land laag in aanzien staan? Dat het doorsnee maandsalaris van een academicus bij de huidige koers van de roebel slechts een paar honderd piek is? Olga, derdejaars studente luchtvaarttechniek, wil nog niet over de toekomst nadenken. „Toen ik aan m'n studie begon, dacht ik dat de situatie wel zou verbeteren. Dat hoop ik nog steeds. Op dit moment is de kans dat je een onderzoeksbaan aan ons instituut krijgt minimaal”, weet ze.

Ivan en Dmitri studeren wiskunde, de een vult z'n schamele beurs van 30 gulden per maand aan door computers te repareren, de ander schnabbelt 600 gulden per maand bij als vertegenwoordiger van Canon-kopieermachines. Dmitri, bierfles in de hand en niet helemaal helder meer: „Ik maak me er nog niet druk om”. Katja studeert vreemde talen maar wil straks als docente Engels voor de klas staan.

Gloriedagen voorbij
Wat is er aan de hand met de Russische wetenschap? Met ontzag kijken de studenten omhoog. In een marmeren rand langs het plafond van de ontvangsthal staan de namen gebeiteld van beroemde wetenschappers. Al op de middelbare school kregen ze die ingeprent, inclusief voornamen, jaartallen en prestaties. Mendelejev, die het periodiek systeem van elementen bedacht, Pavlov, bekend van de kwijlende honden, Koertsjatov, atoomdeskundige, Tsjolkowski, die al in de jaren twintig een ontwerp voor meertrapsraketten bedacht.

Uitblinkers waren er vooral op het gebied van de natuur- en scheikunde. Maar ook in de ruimtevaart en op militair gebied: waren het niet de Russische tanks die uiteindelijk, bij de slag om Stalingrad, het Duitse zesde leger wisten te keren? Decennia daarna liepen de rillingen nog over de Amerikaanse rug bij de gedachte aan de Rode Beer. Brachten de Russen niet de eerste kunstmaan in de ruimte, de Spoetnik, en de eerste ruimtevaarder om de aarde, Joeri Gagarin?

Inmiddels zijn de gloriedagen voorbij. 'Dankzij' de perestrojka delen de universiteiten en instituten in dezelfde problemen als westerse onderzoeksinstellingen: een chronisch tekort aan geld. Alleen de schaal van het probleem is niet te vergelijken.

Kachel
Het doorsnee maandsalaris van een wetenschapper is twee keer zo hoog als de abonnementskosten voor het openbaar vervoer, een onmisbare vorm van transport in metropool Moskou. Nog erger is dat de onderzoeksinstellingen al jarenlang geen kopeke extra uitgekeerd krijgen naast de salarissen, en zelfs die komen soms maanden te laat. Het is geen uitzondering als de kachel pas eind november aangaat, of dat een instituut zijn personeel een maand met onbetaald verlof stuurt vanwege geldgebrek. De Russische Academie voor Wetenschappen heeft nu al aangekondigd dat er aanstaande winter geen geld voor verwarming zal zijn.

Dr. Dmitri Las van het Instituut voor Plantenfysiologie in Moskou besteedt daarom pakweg de helft van zijn tijd aan het schrijven van subsidieaanvragen bij westerse fondsen. Vorig jaar lukte het hem om 20.000 gulden binnen te halen uit zes beurzen: drie Russische, twee Japanse en een Duitse. Met dat geld vult hij het salaris aan van de armste van zijn 27 medewerkers en koopt hij chemicaliën en apparatuur.

Over zijn persoonlijke salaris maakt hij zich geen zorgen: zijn vrouw geeft les en zelf houdt hij soms wat over na een werkbezoek aan een Japans topinstituut. „Goede contacten met buitenlandse instituten zijn van levensbelang. Niet alleen voor samenwerkingsprojecten, want ik kan nu ook makkelijk studenten naar Japan sturen. Om hen een idee te geven van wat échte wetenschap is. Dat leren ze hier niet meer”.

Een deel van zijn lab is sinds enkele weken verhuurd aan een bedrijf dat geïnteresseerd is in Las' algenstammen. De huur kan hij goed gebruiken, bijvoorbeeld voor de aanschaf van computers.

Onderverhuur van gebouwen komt vaker voor. In een andere vleugel van het gebouw staan de gangen tijdelijk volgestapeld met vooroorlogs meubilair. „Volgende week komen hier nieuwe huurders”. De Russische vice-premier Wladimir Boelgak schreef vorig jaar: „Het komt voor dat in een instituut alleen de arbeidscontracten van de wetenschappers liggen, terwijl de mensen zelf voortdurend afwezig zijn en op andere plaatsen werken –misschien verkopen ze sigaretten in de straatkiosken– en bovendien, alle ruimtes verhuurd zijn”.

Tweede baan
De situatie aan de Rijksuniversiteit van Moskou is niet veel beter. Dr. Alexander Boelitsjev van de vakgroep biofysica waarschuwt voor de muffe lucht in zijn kamer: „De ventilatie doet het al twee jaar niet meer”.

Het kleine labje, vijf bij vier, is bedoeld voor vijf personen en is tot de nok toe volgetast met apparatuur, „bijna allemaal ouder dan tien jaar”. Toch is er ruimte genoeg, want de andere medewerkers zijn meestal druk met hun tweede baan. „Drie van hen werken hier halve dagen en in de praktijk komen ze zelden op het werk. De vierde is een analiste, een jong meisje dat druk is met haar dochter. Ze verdient hier maar 36 gulden per maand, niet eens genoeg voor de crèche. Dus komt ze niet vaak”. Boelitsjev piekert er niet over hen van de loonlijst te laten schrappen. „Niemand kan toch van je eisen om voor dit geld te werken?” Zelf werkt hij tijdens zijn vakantie gewoon door, samen met een Kazachstaanse jongen die geen officiële aanstelling heeft.

Optimisten
Het vuur van de Russische wetenschap is nog niet helemaal uitgeblust. Degenen die bleven, zijn de wetenschappers pur sang, de echte intelligentsia. Niet weggekocht door het buitenland, niet gezwicht voor het tienmaal zo hoge salaris in het bedrijfsleven. Het zijn de optimisten, die geloven in een toekomst voor Rusland en die lichtpuntjes blijven zien, ook bij de jongste crisis. De gloeiende kooltjes.


Dit is het eerste deel in een serie artikelen over wetenschap in Rusland. De foto toont een van de kunstwerken in de Russische metro.