Wetenschap

De kille cijfers

Hoewel de crisis in de wetenschap al inzette vóór de perestrojka, kwam de echte slachting pas in het begin van de jaren '90. Alleen al in 1992 zijn 240.000 van de 600.000 wetenschappelijke onderzoekers in Moskou ontslagen. In totaal telde de oude Sowjet-Unie in 1992 2,1 miljoen onderzoekers, dat was in 1995 teruggelopen tot 643.000. Het aantal promoties in Rusland is teruggelopen van 35.040 in 1991 tot 14.266 in 1995.

De oude Sowjet-Unie placht circa 4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan wetenschappelijk onderzoek, dat was meer dan de meeste ontwikkelde landen. In 1992 was dit percentage gedaald tot 0,87, en in 1996 ging slechts 0,44 procent van het bbp naar wetenschap, minder dan in landen als Pakistan, Turkije en Bulgarije. Bovendien betreft het hier het toegezegde bedrag, niet het daadwerkelijk betaalde geld. In 1996 werd uiteindelijk slechts eenderde ervan uitbetaald.

Het gemiddelde maandsalaris voor een wetenschapper was in 1997 200 gulden, veertig keer zo weinig als dat van zijn Amerikaanse collega, terwijl de kosten voor levensonderhoud vrijwel gelijk zijn.

Westerse landen besteden 300.000 tot 400.000 gulden per wetenschapper per jaar (aan salaris, gebouwen, instrumenten, reizen en diensten), dat is veertig keer zo veel als in Rusland.

De bedragen in dit artikel zijn gebaseerd op de koers van half augustus, vóór de roebel instortte. De koers was toen ongeveer 30 cent per roebel, twee weken later was dit slechts 9 cent, zodat de salarissen een factor drie lager zijn. Ter vergelijking: de kosten voor levensonderhoud zijn in Rusland vergelijkbaar met die in het Westen: een pak melk kost 2 gulden en een brood 1,50 gulden. Fruit is vaak duurder dan in Nederland. De kosten van de levensmiddelen zijn de afgelopen weken sterk verhoogd (in roebels); de salarissen blijven echter gelijk en worden bovendien vertraagd uitbetaald.

Bovengenoemde getallen zijn grotendeels ontleend aan uitgaven van het Oost-Europa Instituut van de Universiteit van Amsterdam en het Bundesinstitut für ostwissenschaftliche und internationale Studien in Keulen.