Wetenschap 16 januari 2001

Huisdier met chip
opgespoord

Door W. J. Eradus
Ruim drie maanden was het grijze katje spoorloos. Op een avond werd het in de stromende regen gevonden door personeel van de dierenambulance. Nat, vermagerd en angstig. Gelukkig was het diertje een jaar eerder door het asiel voorzien van een chip. „Dankzij de chip vonden wij de poes snel terug. De oude mevrouw aan wie de kat toebehoorde, was zeer verbaasd en dolblij toen we belden.”

Mevrouw Evers, woordvoerster van Vetair (Veterinary Animal Identification and Registration), kan zich het voorval nog goed herinneren. Vetair is de eerste Nederlandse databank voor elektronische dierherkenning en bestaat inmiddels tien jaar. „Het implanteren van microchips in dieren is dus niet nieuw. Wel nieuw is de centrale database, een gegevensbank die je kunt raadplegen. Door het opgeven van het levensnummer in de chip weet je direct wie de eigenaar is”, vertelt Evers.

Het systeem werkt. Er zijn inmiddels vele weggelopen dieren dankzij de chip herenigd met de soms radeloze eigenaren. Evers krijgt veel schriftelijke dankbetuigingen met een warme inhoud onder ogen. Het is een dankbare taak, de Vetair-databank heeft geregeld succes in het herenigen van dieren met hun eigenaar. H. Beugeling van de organisatie Registration Companion Animals (RCA), een initiatief van Dierenopvangcentrum Rotterdam, heeft soortgelijke ervaringen.

Maar het kan ook anders. Evers herinnert zich nog een pijnlijke confrontatie: „In Limburg was iemand bepaald minder blij. Hij had een hond uit asiel A gehaald, waar ze alles 'gechipt' afleveren, en na twee jaar bij asiel B gebracht, met het verhaal dat het een gevonden hond betrof. Maar asiel B controleerde de chip en kwam er al snel achter dat de hond gewoon bij die meneer hoorde. Hij had hem blijkbaar in zijn eigen huis gevonden.”

Vanaf 1 januari 1998 voorziet RCA alle opgevangen dieren van een microchip. De vijf ambulances van de dierenambulance Rotterdam (DAR) zijn momenteel uitgerust met elektronische leesapparaten (readers) om de diercode in de chip te kunnen lezen. Onderweg kan de bemanning de databank raadplegen en, als het meezit, kan het dier direct bij de rechtmatige eigenaar worden afgeleverd.

Net als Vetair presenteert RCA zich op Internet. „Via onze website zijn we 24 uur per dag bereikbaar.”

Belangstelling
Steeds meer organisaties gaan op de microchip over. Hoewel er ook organisaties blijven –zoals het Missing Pet Network– (”pet” betekent huisdier), die informatie over vermiste en gevonden huisdieren op een al dan niet elektronisch prikbord plaatsen. Petlook heeft een databank waar zowel de tatoeagegegevens als de chipcode leiden naar de eigenaar. Het contact loopt via het ”On line huisdierdossier op Internet”.

Ook medische gegevens van het dier kunnen direct aan het chipnummer worden gekoppeld. Een dierenarts kan dan direct zien welke medicijnen het dier gebruikt en daar rekening mee houden. Op vergelijkbare wijze opereert ook de database van Daisyweb.

Geruststellend meldt hun website dat de ingebrachte microchip geheel ongevaarlijk is: „Het stukje bioglas (met daarin de chip – WJE) wordt ingebracht met een soort injectienaald. Iets wat de dierenarts doet zonder dat uw dier er erg in heeft.”

Kennelclub
De Raad van Beheer op Kynologisch gebied, de kennelclub van rashonden met stamboom, voorziet inmiddels alle pups van elektronische identificatie. Een blaffende website meldt: „Door de unieke nummers van de chips, kan een gevonden rashond teruggebracht worden bij zijn eigenaar.”

SRGN, de vereniging die vooral bekend is van het Dierenpaspoort, maakt ook gebruik van elektronische dierherkenning.

Veel doelgroepen, veel databanken, allemaal prachtige initiatieven. Maar waar moet je nu zijn met dat weggelopen lieverdje op je arm? Nu de databanken als paddenstoelen uit de grond schieten, dreigt alom verwarring. Een efficiënte coördinatie is langzamerhand zeer gewenst. Om dit te bereiken is de stichting Brein (Bureau Registratie en Identificatie Nederland) opgericht. Wie met een chipnummer bij Brein aanklopt, krijgt alleen informatie over de databank waar de gegevens over het desbetreffende dier zijn opgeslagen (tenminste als die databank in contact staat met deze overkoepelende organisatie, en daar schort het soms nog aan). Daarnaast bewaakt Brein zorgvuldig dat er geen diernummers dubbel worden uitgegeven.

Maar wat gebeurt er als je huisdier buiten de landsgrenzen de benen neemt, bijvoorbeeld tijdens de vakantie? Om hier wat aan te doen, hebben recent een tiental huisdierenorganisaties uit negen Europese landen het initiatief genomen om het European Pet Network op te richten. Deze non-profitorganisatie presenteert zich als internationale redder in nood eveneens met een eigen website. Met gepaste trots vermeldt de site dat vandaag al de verwijsinformatie van 2.704.307 microchips in het Luxemburgse plaatsje Wiltz ligt opgeborgen. Een geruststellende gedachte.

Zie ook:
Diervriendelijke chip

Microchip voor opsporing in noodsituaties