Wetenschap 31 oktober 2000

Zie ook: De eerste bemanning

Kazachstaanse steppe al sinds Joeri Gagarin favoriete lanceerplaats

Eerste bemanning
ruimtestation onderweg

Door J. Reijnoudt
Vanaf de bakermat van de ruimtevaart, de Russische lanceerbasis Bajkonoer, vertrok vanmorgen de eerste bemanning voor het internationaal ruimtestation ISS. Wat astronauten en kosmonauten zien als een grote stap voor de mensheid, is een diepe val voor de Russen. Met hun raket vertrok een Amerikaan naar een ruimtestation dat eigendom is van zeventien landen, en op de lanceerbasis moet de hoogste Russische ruimtevaartbaas toegeven dat voor de Mir, afgezien van een wonder, het doek definitief is gevallen. En er is rondom Bajkonoer zo veel dat pijn doet.

Hier begon het genie van de Sovjetmensheid: de bestorming van de kosmos in 1957. De taal is verheven, het zuiltje bescheiden; bovenop prijkt een modelletje van de Spoetnik. Op loopafstand van de plaats waar vanmorgen om zeven minuten voor negen de eerste ploeg bewoners van het internationaal ruimtestation vertrok, herinnert een klein monument aan de eerste satelliet die in 1957 in een baan om de aarde draaide. Met de Russische Spoetnik begon de verovering van de ruimte.

Vanaf deze plaats vertrok ook de eerste mens richting ruimte. De Rus Joeri Gagarin verliet Bajkonoer op 12 april 1961 en keerde nog dezelfde dag terug als ”Held van de Sovjet-Unie”. Zeven jaar later verongelukte de 34-jarige Gagarin tijdens een trainingsvlucht met een Mig-15. Maar op Bajkonoer moet nog zo veel mogelijk herinneren aan de held.

Toen de bus gisteren de ongeveer honderd vertegenwoordigers van de internationale pers naar de lanceerbasis reed, was er een onvermijdelijke stop bij het houten huisje waarin Gagarin de nacht voor zijn lancering sliep. Aan de ene kant van de kamer het bed van Joeri, daar tegenover sliep German Titow, zijn vervanger. Op de tafel tussen de bedden staat nog het schaakspel van de vorige avond. Voor de laatste slagboom naar de lanceerbasis prijkt Joeri's enigszins verbleekte portret op een flink billboard.

Zeker in de dagen van Gagarin moet het een ervaring zijn geweest om vanuit de miljoenenstad Moskou, de omgeving van zijn opleiding, een trip naar Bajkonoer te maken. De basis ligt ruim drie uur vliegen in zuidoostelijke richting vanuit de Russische hoofdstad. Hier, 250 kilometer ten noordoosten van het Aralmeer, strekken zich de droge steppen van Kazachstan uit. Wie niets met ruimtevaart heeft, komt hier niet, want de lanceerbases van Bajkonoer zijn alles wat hier in de zeer wijde omtrek iemand zou kunnen bezighouden.

Half Nederland
Er mag dan sinds de eerste vlucht van Gagarin veel zijn veranderd, het blijft een aparte wereld. Ooit, in de hoogtijdagen van de Russische ruimtevaart, leefden rondom de lanceerbases niet minder dan 100.000 mensen; nu zijn er nog zo'n 15.000 in een gebied half zo groot als Nederland. Veel huizen en gebouwen liggen er verlaten of half in puin bij. Maar ook nog bewoonde huizen en flats zouden in Nederland de status ”onbewoonbaar verklaard” hebben.

Datzelfde geldt voor de gebouwen rondom de verschillende lanceerbases van Bajkonoer. Gagarins huisje staat er netjes bij, maar links en rechts is te zien dat veel kantoren en fabriekscomplexen niet meer nodig zijn. Hier is bijvoorbeeld jaren hard gewerkt aan de Boeran, het Russische ruimteveer dat nooit bemand heeft gevlogen. Langs de rivier de Moskwa in Moskou ligt in een park een model van die shuttle, maar hier in Bajkonoer bestaan er nog twee. Eentje ligt op de steppe en de andere rust nog, schijnbaar klaar voor een lancering, op de tientallen meters lange draagraketten in een verlaten hal.

Een gids, hij heeft ooit zelf aan het project gewerkt, gelooft kennelijk nog in de terugkeer van de Boeran. Op de vraag wat de Russische ruimtevaartorganisatie zou besluiten als iemand een bod van 20 miljoen dollar zou doen, reageert hij zowel verbaasd al een beetje geïrriteerd. „Verkopen; waarom zouden we?”

Misschien om toch nog wat geld in het laatje te krijgen. Maar dat interesseert hem kennelijk niet. Dat is wel de zorg van de mannen die het verlaten ruimtestation Mir ondanks alles een beetje in leven proberen te houden. Het is luchtmachtluitenant-generaal Valeri Grien van het gezicht af te lezen dat het hem pijn doet dat die grote internationale persgroep hem nadrukkelijk vragen stelt over de Mir, terwijl hij hier gastheer is voor de lancering van de bemanning van het internationaal ruimtestation. Eerst glimlacht hij nog zuurzoet, maar dan zegt de dame die als zijn tolk optreedt: „Hij gaat mij nu aanspreken terwijl hij jullie vraag over de betekenis van de Mir beantwoordt: Jij diende de hele mensheid, Mir. Maar je moet nu gaan.”

Luitenant-generaal Grien, voorzitter van de staatscommissies voor de Mir en voor de bemande ruimtevaart, houdt zich verder goed. Gekleed in strak groen uniform met bijbehorende hoge pet spreekt hij de ene na de ander lovende volzin uit over het internationale ruimtestation. Ook dat zal in alle opzichten de mensheid dienen. En de Russische bijdrage daaraan is absoluut onmisbaar. Per slot van rekening heeft maar één land vijftien jaar ervaring met een buitenpost in de ruimte.

Natuurlijk hadden de Russen daarom graag hun vaderlandse vlag geplaatst op de lanceertoren van de vandaag vertrokken Sojoez-raket. Maar dat zou iets te gênant zijn geweest. De Russen dragen vooral slechts in natura aan het ISS bij, en niet minder belangrijk: het is een Amerikaan die leidinggeeft aan deze eerste historische missie naar de opvolger van de Mir.

Twee vlaggetjes zou een oplossing zijn geweest: een Russisch en een Amerikaans doekje. Maar zelfs dat was te veel voor de leiding van Bajkonoer. Een NASA-man belt, als hij dit ziet, vrijwel onmiddellijk zijn collega in Houston: „Iedereen is hier stomverbaasd. Geen logo van de Russische ruimtevaartmaatschappij, niets van de NASA, alleen een paar stickers van Dreamtime rondom. Van welke kant je ook kijkt, je ziet alleen die dingen.” Dreamtime is weliswaar een Amerikaans bedrijf, maar dat houdt zich alleen bezig met de verkoop van plaatjes over vooral de Amerikaanse ruimtevaart.

Trots
Toch is Russische trots bij deze lancering niet geheel misplaatst. De raket waarmee ooit Gagarin vertrok, waarmee zo veel kosmonauten na hem in een baan om de aarde zijn gelanceerd en die zo vaak mensen en spullen naar de Mir heeft gebracht, heeft zo veel internationaal vertrouwen dat die ook de eerste bemanning voor het internationaal ruimtestation mag wegbrengen.

Het is maar een koepeltje, van 2,30 meter doorsnee, die Sojoez-capsule boven aan de meer dan bijna 50 meter hoge gelijknamige raket. Als de drie mannen zich met hun ruimtepak door het 80 centimeter brede luik hebben geperst, hebben ze het daarbinnen nog steeds niet breed. Maar de techniek is betrouwbaarder dan die van de Amerikaanse shuttles, dat is volgens veel deskundigen buiten kijf. Sojoez-piloot Joeri Gidzenko moet zo nu en dan wel een stokje gebruiken om vanuit zijn liggende positie bij een paar knopjes van diverse controlesystemen te kunnen, maar dat doet niets af van de reputatie van raket en capsule. Zo deed Gagarin het ook en zo gaat het al bijna veertig jaar goed.

Vastebrandstofraketten die ooit een Amerikaanse shuttle 72 seconden na de lancering met man en muis deden vergaan, ontbreken bij de Sojoez. Gewone kerosine is de brandstof, in Bajkonoer eenvoudig per spoor aangevoerd. Vijf hoofdmotoren verbruiken in een paar minuten ruim 150 ton. En dan is de bemanning in een baan om de aarde. Met dezelfde hoeveelheid vliegt een Boeing 747 met 400 passagiers van Amsterdam naar Tokio.

Donderdag moet de driekoppige bemanning van de Sojoez bij het ISS aankomen. Dan is ook het grootste deel van de internationale persgroep wel weer thuis. Die lastige lui zijn regelrecht na de lancering van de Sojoez-capsule uitgezwaaid. Sinds een jaar of tien ligt hier een landingsbaan bijna op loopafstand van de lanceerbasis. Speciaal aangelegd voor de Boeran, maar nu wel makkelijk voor mensen die even een lancering willen bijwonen.

Eerdere berichtgeving:

Ruimtestation in de steigers (10 februari 1998)

Eerste steen voor het ISS, de Zarja (24 november 1998)

Woonverblijf Zvezda aan ISS gemonteerd (6 juli 2000)

Reclame voor Pizza Hut op grote hoogte (12 juli 2000)

Relevante websites:

Alle details over de vlucht van de eerste bemanning naar het ISS:
spaceflight.nasa.gov(1)

De NASA heeft een apart onderdeel van haar site gewijd aan het ISS:
spaceflight.nasa.gov(2)

Een kaart met de precieze positie van het ruimtestation is te vinden op:
spaceflight.nasa.gov(3)

Een virtuele rondleiding door het ruimtestation:
spaceflight.nasa.gov(4)