Wetenschap 6 juni 2000

Thema ”Mens, natuur, en techniek” onderbelicht

Expo 2000: show overheerst inhoud

Door C. van der Wind
Op een terrein van 170 hectare –dat zijn 255 voetbalvelden–, met een verwachting van 40 miljoen bezoekers in 153 dagen en na een investering van meer dan 3,5 miljard Duitse mark is afgelopen donderdag de Expo 2000 in Hannover van start gegaan.

Niet alleen in Hannover, maar wereldwijd zijn er meer dan 600 projecten die deel uitmaken van de wereldtentoonstelling. Zo leren dove kinderen spreken met behulp van een elektronische binnenoorprothese, helpen toeristen indianen bij de oogst en stimuleert een bank schoon ondernemerschap door het verstrekken van voordelige kredieten voor milieubeschermende maatregelen.

Meer dan 190 landen en internationale organisaties nemen deel aan de wervelende wereldtentoonstelling op het grootste beursterrein ter wereld. Daarvan zijn er 52, waaronder Nederland, met een eigen paviljoen. De internationale pers en de eerste bezoekers hebben op de openingsdag het Nederlandse paviljoen nu al tot het opmerkelijkste uitgeroepen. Duitse kranten staan vol met foto's van het paviljoen.

Op de openingsdag zagen ongeveer 160.000 bezoekers verschillende exposities van landen en themaparken. Het algemene, centrale thema van Expo 2000 is: ”Mens, natuur en techniek”. De vraag is echter of dit toekomstgerichte thema bij elke expositie van een land of organisatie duidelijk naar voren komt.

Enerzijds zijn het veelal de niet-geïndustrialiseerde landen uit Azië en Afrika die de laatste jaren in wereldtentoonstellingen een afzetmarkt zien voor hun lokale producten. Anderzijds bestaat het gevaar dat landen zoals Nederland, Duitsland en Japan –die vele miljoenen in hun paviljoens hebben geïnvesteerd– bij hun eigen geformuleerde thema stil blijven staan.

Nederland
Expo 2000 is grofweg in twee gebieden te onderscheiden. Naast de landenexposities gelden ook de themaparken als hoofdattracties. De twee paviljoenterreinen waar de landen zich presenteren, bevinden zich aan de west- en de oostzijde van de Hannover Messe. Het Nederlandse paviljoen (oost) heeft een oppervlak van 9000 vierkante meter en kost 60 miljoen gulden. Het motto ”Nederland creëert ruimte” klinkt als een paradox, maar het paviljoen symboliseert hoe het dichtbevolkte Nederland op een verantwoorde en evenwichtige manier met de natuur en de openbare ruimte omgaat.

Het 40 meter hoge, futuristische bouwwerk bestaat uit zes gestapelde etages die gemaakt zijn naar het voorbeeld van voor ons land typische landschappen. Het is het verhaal van Nederland als 'maakbaar' product. Op de verschillende verdiepingen ervaren de bezoekers hoe de Nederlanders ruimte hebben gemaakt voor nieuwe een nieuwe leefomgeving, voor nieuw land en nieuwe natuur, voor nieuwe oplossingen en voor ideeën.

Bij binnenkomst onder het paviljoen zijn de bekende gele ANWB-praatpalen te zien, die voor deze gelegenheid uit het plafond komen. In een 25 seconden durende film krijgt de bezoeker, als introductie op de verdere reis door het bouwwerk, enkele oer-Hollandse beelden voor ogen die flink zijn verdraaid. Dit om de stereotypering van Nederland te benadrukken.

Een viertal liften brengt de bezoekers allereerst naar de bovenste etage, waar zes windturbines van 12 meter hoog draaien als symbool voor alternatieve vormen van energiewinning. Het is een nieuw soort windmolen die geluidsarm is en nauwelijks trillingen veroorzaakt, waardoor plaatsing op kantoren en flatgebouwen mogelijk is. De turbines zorgen ook daadwerkelijk voor de benodigde energie. Bezoekers zien hier ook de waterpartij waarmee Nederland zijn omgang met zee en rivieren uitbeeldt.

De etage onder de dakverdieping is omgeven door een watergordijn, waarlangs het water zich geleidelijk een weg van boven naar beneden baant. Daarbinnen zien de bezoekers twee projectieschermen waarop Nederlands landschap en cultuur is te zien, wat lijkt op een bewegend Panorama Mesdag.

Bomenlaag
In de etage eronder daalt de bezoeker vervolgens af naar de bomenlaag. Twaalf meter hoge bomen dienen als fundering van de etages erboven en beelden boslandschap uit. Een bijzondere ervaring is het om vier verdiepingen boven de grond te midden van bomen en struiken te staan. Hier groeit het bewustzijn dat Nederland de natuur op veel plaatsen aanlegt.

In de verdieping onder het bos, de wortellaag, komt de bezoeker in een wereld 'onder de grond'. Reusachtige betonnen bloempotten die gezien moeten worden als wortels van bomen bepalen hier het 'landschap'. Bewegende teksten en beelden op de bloempotten laten ook hier zien dat Nederland ruimte schept voor een nieuwe omgeving.

Op de tweede verdieping is een landschap van bloemen in een kas ingericht. De 'Westlandse' kas staat in het teken van groei en bloei, letterlijk en figuurlijk. Op de hele etage zijn maar twee soorten kasbloemen te vinden. Hier krijgt de bezoeker al gauw het idee in een tuincentrum te lopen met aanbod van slechts twee plantensoorten. Toch zit er meer achter. De kas is namelijk een metafoor voor het kweken van technische ontwikkelingen.

De begane grond bestaat uit kunstmatige duinen. Geluiden van de branding en het strand zijn op de achtergrond hoorbaar. Als de bezoeker zich uiteindelijk naar buiten begeeft, zal het Nederlands paviljoen het beeld oproepen van een land dat continu ontworpen en herontworpen wordt: Nederland schept ruimte voor de toekomst. De vraag blijft echter wel of de figuurlijke betekenis van het paviljoen, waar Nederland het van moet hebben, duidelijk is voor de bezoeker. Het paviljoen biedt namelijk weinig nieuwe, concrete oplossingen.

Michelinmannetje
Imposant is ook het 100 meter lange Japanse paviljoen. Het lijkt op een liggend 'Michelinmannetje' en is voor 80 procent van papier gemaakt. Het skelet bestaat uit dunne bamboe en karton. Het dak is afgedicht met vuurvast en waterafstotend papier. Binnen maakt Japan zich sterk voor het terugdringen van de uitstoot van kooldioxide. Een geweldige opgave voor de op een na grootste economie ter wereld. Met nieuwe technieken wordt de uitstoot van kooldioxide teruggedrongen. Japan maakt tevens bekend wat het motto voor de Expo 2005 in Aichi (Japan) zal zijn: „De herontdekking van de wijsheid der natuur.”

Luther
Dat bezoekers iets mogen verwachten van het paviljoen van gastland Duitsland is duidelijk. Maar dat onze oosterburen niet op hun best zijn op het gebied van architectuur en design is op deze megatentoonstelling meer dan zichtbaar. Het bouwwerk dat er staat, is een en al Duitse degelijkheid en moderniteit, maar heeft geen visie, aldus de gezaghebbende Frankfurter Allgemeine. Het gebouw van veel glas en staal bedekt vijftig borstbeelden en portretten van bekende Duitsers. Opvallend is dat de Duitsers de preekstoel van Maarten Luther uit Wittenberg naar Hannover hebben gehaald. Een rond theater laat verder een show zien van het vroegere Duitsland tot en met wensen voor de toekomst.

Het IJslandse paviljoen is een hoge blauwe kubus van 20 meter. De kunstmatige geiser –de geiser is het boegbeeld van IJsland– spuit binnen in de kubus het water naar boven. Het vocht wordt door vier pompen naar het dak getransporteerd, om zich vervolgens langs de buitenwanden naar beneden te laten voeren. Verder laat IJsland binnen op projectieschermen in vogelvlucht zijn landschap zien.

Paradijs
Opvallend is de opzet van het themapark ”Planet of Visions”. Bij binnenkomst zien bezoekers een onaangeroerd paradijs waar planten en dieren in alle rust leven. Deze uitbeelding is tegen het plafond neergezet met als diepe reden dat het paradijs een onbereikbare wereld is. Vervolgens komt de bezoeker bij de toren van Babel als resultaat van zelfverheerlijking van de mens. Waar toen spraakverwarring heerste, ziet men vandaag de dag de moderne communicatiemiddelen zoals e-mail die de verwarring zouden verkleinen.

Een aanrader is het themapaviljoen van het ”Groene Punt”. De Duitse firma Duales System Deutschland (DSD) laat zien hoe kunstig hergebruik van afval kan worden geregeld. In drie stadia –een onberoerde aarde, de aarde waar de mens zijn invloed op heeft en toekomstige oplossingen voor afval– is te zien hoe de kringloop van afvalverwerking gaat. Bij het nieuwe systeem van DSD behoeft afval niet meer bij de bron te worden aangepakt voor hergebruik, maar selecteren speciale apparaten de materialen.

Wie wil zien hoe mens, natuur en techniek samen de 21e eeuw ingaan, zal zeker Hannover moeten bezoeken.

Zie ook:
Kerk op de wereldtentoonstelling

Expo zonder monument