Opinie 8 augustus 2000

Voor vruchtbare communicatie van het Evangelie is meditatie nodig

Niet conserveren, maar communiceren

De kerk leeft ook in de stad bij de gratie Gods, daarom moeten wij afleren om van alles en nog wat te moeten. De kerk is een geloofsartikel: Ik gelóóf één heilige, algemene en apostolische kerk. Gods genade is verootmoedigend en bevrijdend tegelijk. Christus heeft veel volk in de stad (Hand. 18:10) en Hij zal ze trekken tot Zijn wonderbaar licht.

De kerk is nooit een doel op zich. Zij is er voor de eer van God en voor het heil van de wereld. ”Soli Deo gloria” is het enige dat moet in de kerk, verder hoeft er niets. We hoeven ons zeker niet zo op te laten jagen door het publieke debat dat wij het wezenlijke van de kerk vergeten.

Genade verlamt niet, maar vernieuwt. Zo is het in de bloeiperioden van de kerk geweest en zo zou het ook nu moeten zijn. Helaas zien we het tegenovergestelde. Het lijkt alsof de gereformeerde gezindte vooral bezig is met het conserveren van een geïdealiseerd verleden. Er is weinig werfkracht. De vraag hoe dat komt en wat eraan gedaan kan worden, is dan ook allerminst overbodig. We hebben een diagnose nodig én een therapie, of liever nog een geneesmiddel.

Multicultureel
Bart Wallet heeft in zijn sympathieke stuk een therapie voorgeschreven: De reformatorische kerken in de stad moeten multicultureel worden. Het is echter zeer de vraag of deze therapie werkt. Wat is in de eerste plaats „multicultureel”? Wie de discussie naar aanleiding van het artikel van Paul Scheffer gevolgd heeft –ik had dat niet, maar heb de artikelen op internet kunnen vinden– kan weten dat de zogenaamde „multiculturele samenleving” door hem juist gekritiseerd wordt. Deze uitdrukking wordt vaak gebruikt om de échte problemen van de integratie van allochtonen in Nederland dicht te smeren. Hij noemt de multiculturele samenleving een „kaartenhuis” dat op instorten staat.

Hoewel zijn shockerende uitspraken door de politiek weer gerelativeerd zijn, heeft F. Bolkestein in zijn Multatulilezing (19 mei) de oogst van de maatschappelijke discussie samengevat door op te merken „dat Nederland misschien wel een multi-etnische, maar zeker geen multiculturele samenleving is.”

Het ontgaat mij waarom Wallet zijn uitgangspunt bij Scheffer neemt voor een pleidooi voor een multiculturele kerk. Misschien is het beter om het hele debat maar te laten voor wat het is. Zoals elk debat over dé samenleving, heeft ook dit debat al heel snel een hoog bla-blagehalte gekregen, terwijl de kracht van Scheffers bijdrage juist lag in het doorbreken daarvan. In de samenleving is het onderwerp alweer passé en we moeten als gereformeerde gezindte niet altijd overal achteraan hobbelen.

In de tweede plaats is het vooral ook een principiële vraag of je de medicijnen voor een zieke kerk bij de apotheek van de 'wereld' moet halen. Het is ín om aan niet-christenen te vragen ons de spiegel voor te houden. Is dat een teken van geestelijke armoede? Weten we zelf niet wat ons mankeert? Op christelijke congressen moeten agnosten en atheïsten het woord niet krijgen, zij moeten een stoel krijgen om naar het Evangelie te luisteren (Lloyd-Jones).

Zending
Hoewel het mij dus niet helemaal duidelijk is wat Wallet verstaat onder een multiculturele kerk en hoewel ik huiverig ben om de agenda van de vernieuwing door de 'wereld' te laten bepalen, wil ik toch op een aantal punten bij hem aanknopen. De suggestie om bij de zendingskerken in de leer te gaan is de moeite van het overwegen waard. Laten we er studie van maken wat het betekent om in andere culturen gereformeerd te zijn. Deze kerken hebben hun geestelijke bagage grotendeels via ons gekregen. Zij hebben het reformatorische erfgoed in hun eigen culturele situatie verwerkt.

Bij de immigranten in Nederland gaat het echter om mensen die uit hun eigen cultuur ontworteld zijn. Het is de opdracht van de kerk hen te bereiken. Hoe dan? In ieder geval door ons te verdiepen in hun cultuur en te proberen hun met een open houding tegemoet te treden. Het zendingsveld ligt om de hoek!

Zending en evangelisatie zijn steeds verder naar elkaar toe geschoven en dat is positief. Evangelisatie is moeilijker dan zending, omdat de achterban de evangelist altijd op de lip zit. Als je bij de communicatie van de boodschap van het Evangelie altijd rekening moet houden met wat „ze ervan zullen vinden”, kan dat zeer verlammend werken. Als dat al geldt voor het evangelisatiewerk onder gewone Nederlanders, hoeveel moeilijker is het dan om mensen die vlakbij wonen en cultureel zo anders zijn te bereiken.

Het is prachtig om te zien dat het werk onder asielzoekers (GAVE) of de Engelstalige diensten (International Christian Fellowship, Rotterdam) door de Heere gezegend wordt. Tot nu toe wordt dit werk vooral gedaan door stichtingen en parakerkelijke organisaties. De kerken hebben zelf de roeping om de zending in eigen land op een heel nieuwe manier te doordenken. Als de reformatorische kerken zich steeds verder naar binnen keren en de veelkleurige wereld aan haar lot overlaten, verzaken zij hun roeping. Het toebetrouwde pand mag niet in een zweetdoek bewaard worden.

Daarom: niet conserveren, maar communiceren.

Migrantenkerken
De immigranten in Nederland bestaan niet uitsluitend uit moslims of hindoes. Er zijn onder hen ook talloze christenen. Vaak organiseren zij zich in eigen gemeenten. We hoeven er niet naar te streven dat deze christenen integreren in onze Nederlandse kerken. De christelijke gemeente vormt voor hen een verbinding met hun eigen culturele traditie. Zij ontmoeten elkaar in en rond de kerk. Overigens zijn ook de Hollandse emigranten in Noord-Amerika tot op de dag van vandaag georganiseerd in Hollandse kerken.

Er is sinds 1994 een platform ”Samen kerk in Nederland” (SKIN), dat 25 migrantenkerken samenbrengt en dat veel aandacht besteedt aan de integratie. Graag wil ik ervoor pleiten dat de reformatorische kerken op dit terrein meedoen. De meeste migrantenkerken zullen wel geen calvinistische belijdenis hebben, maar dat geldt ook van sommige kerken waarmee wij in Oost-Europa en Azië contacten hebben via onze hulporganisaties.

Is het door de geografische afstand gemakkelijker om elkaar te herkennen? Misschien zijn er wel meer terreinen van samenwerking en ontmoeting dan we op het eerste gezicht denken. Vooral op het terrein van de theologische vorming en de diaconale hulpverlening moeten hier nog kansen liggen.

Kloof overbruggen
Om deze kansen te benutten is het wel belangrijk om te leren onderscheiden waar het op aankomt. Wat is bij ons door de cultuur bepaald en wat is in alle culturen wezenlijk voor het Evangelie? Het is gevaarlijk om dat laatste te veel te versmallen. Dan blijft er een wankele basis over. Ook de belijdenis van de soevereiniteit van God behoort tot de kern van het Evangelie. Wij moeten onze erfenis niet verloochenen om koste wat het kost de kloof te overbruggen.

Paul Scheffer merkte op dat een samenleving die zichzelf verloochent nieuwkomers niets te bieden heeft. Ook een kerk die zichzelf verloochent heeft de migranten niets te bieden.

Anderzijds hebben we als reformatorische kerken misschien juist te veel nadruk gelegd op dingen die niet wezenlijk zijn. Zijn wij bereid de schat van de gereformeerde geloofsbelijdenis te delen? Zijn wij ook bereid om dat wat in onze eigen traditie niet direct op het Woord terug te voeren is, te relativeren? Er is immers ook een groot cultuurverschil tussen het Nieuwe Testament en onze westerse wereld. Wij mogen andere christenen niet onnodig onder een juk brengen. Wijsheid is nodig om te onderscheiden waar het op aan komt.

Bezinning
Misschien is dat in deze kantelende tijd wel onze eerste roeping: een bezinning op het fundament van het geloof. Voor de vruchtbare communicatie van het Evangelie hebben we vooral meditatie nodig.

Moet de kerk multicultureel worden? De gemeente van Christus is dat sinds Pinksteren altijd al geweest en zij zal het eeuwig zijn: een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor de troon, en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken waren in hun handen. (Openb. 7:9)

De auteur is hervormd predikant in Delft en bestuurslid van de International Christian Fellowship te Rotterdam.

Zie ook:
Gewone gelovige is de beste evangelist - 5 augustus 2000

Kerk mag geen wit eilandje zijn - 29 juli 2000