Zie ook: Geen cola en chips, maar water In gevecht met je eigen lichaam
Lesmap ter voorkoming van een eetstoornisW. van Hengel Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt zeker ook voor de eetstoornissen boulimia en anorexia nervosa. De behandeling is soms moeilijk en langdurig en resultaat is niet altijd gegarandeerd. Vroegtijdige herkenning is belangrijk, omdat het de genezingskansen verhoogt. Maar voorkomen is nog beter. Als jongeren eenmaal ronddraaien in een kringetje van eten en niet-eten, belanden ze in een benauwd wereldje. Sociale contacten worden afgebroken in plaats van opgebouwd. Dat leidt tot een isolement dat fnuikend is voor schoolgaande jongeren, aldus psychologe dr. G. Noordenbos, verbonden aan de Universiteit Leiden. Samen met psychiater prof. dr. W. Vandereycken, verbonden aan de Universiteit van Leuven, redigeerde ze het net verschenen boek The prevention of eating disorders (Het voorkómen van eetstoornissen). Mevrouw Noordenbos heeft daarnaast de Commissie preventie eetstoornissen opgericht, die een lessenpakket heeft samengesteld voor het voortgezet onderwijs. De losbladige map biedt veel informatie over de achtergronden en kenmerken van eetstoornissen en is ook op reformatorische scholen goed bruikbaar, op een enkele tekst na waarin op populaire manier de waaromvraag aan God wordt gesteld. Daarnaast is er ook een educatieve video, getiteld Schone schijn. Daarin leren jongeren kritisch te kijken naar de media, het slankheidsideaal, en leren ze op een goede manier met elkaar om te gaan. Noordenbos: Een losse opmerking in de zin van Hé, dikbil kan in deze gevoelige periode van het leven waarin jongeren vaak weinig zelfvertrouwen hebben, al een trigger zijn om fanatiek te gaan lijnen, met alle risico's van dien. Toch gaat het meestal niet om dikke meisjes. Ze vóélen zich echter wel te dik of ze zijn bang het te worden. Herkenning Hoe kunnen ouders een eetstoornis vroegtijdig herkennen? Dat is volgens Noordenbos niet eenvoudig. Meisjes op weg naar anorexia, want dat is verreweg de grootste groep, weten hun afwijkende eetgedrag heel slim te verbergen door niet te eten en wel kruimels op hun bord te strooien. Hun brood voor school gooien ze stiekem weg. Want ze willen lijnen en afvallen. Wat je als ouders kunt merken, is dat zulke meiden afvallen en dat ze het vaak koud hebben. Dat komt doordat hun stofwisseling ontregeld raakt. De menstruatie stopt. Ook het in extreme mate doen van lichaamsoefeningen en joggen kan voor ouders een aanwijzing zijn dat er wat mis is met hun dochter. Bij zo'n vermoeden doen ouders er volgens Noordenbos goed aan met hun kind te praten. Ze kunnen vragen wat er aan de hand is, of hun dochter graag wil afvallen en waarom. Heel belangrijk is ook dat ouders goed doorvragen, in de zin van: Hoe gaat het met je? Vind je het prettig op school? Hoe voel je je in je lichaam? Hoe denk je over jezelf? Hoe zit het met je zelfvertrouwen? Kunnen we daar samen iets aan doen? Ouders moeten laten voelen dat ze het heel belangrijk vinden dat het goed gaat met hun dochter, ze moeten haar niets verwijten, zeker niet boos worden en ook niet in paniek raken. Als ouders echt het gevoel hebben dat hun dochter een eetstoornis heeft, raadt Noordenbos aan tijdig contact op te nemen met de Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa voor advies. Lotgenotencontact Het gevaar is dat ouders, leerkrachten en zelfs huisartsen focussen op het gewicht, maar een bredere aanpak is nodig voor een gunstig effect, weet de Leidse psychologe uit ervaring. Heel belangrijk is het voor jongeren dat ze weten dat ze niet de enige zijn die zo apart doet. Lotgenotencontact biedt daarvoor goede mogelijkheden. De leefwijze in het moderne gezin schept volgens Noordenbos geen gunstig klimaat als het gaat om preventie van eetstoornissen. Iedereen vliegt alle kanten uit. De maaltijd is vaak geen moment meer van rust en gezamenlijkheid, dat uitnodigt om dingen te bespreken of emoties kwijt te kunnen. Ik zeg niet dat deze tendens de oorzaak is van het ontstaan van eetstoornissen, maar het is wel een negatieve factor. Wat je ziet, is dat scholen een deel van de opvoedingsfunctie overnemen. Bemoedigende resultaten De eerste resultaten van preventieprojecten op scholen ter voorkoming van eetstoornissen zijn volgens Noordenbos bemoedigend. In Noorwegen krijgen geïnteresseerde leerlingen de gelegenheid om er in kleine groepjes samen met een deskundige over te praten. De resultaten van die aanpak moeten nog op een rij worden gezet. Maar het blijkt nu al dat juist risicojongeren die weten: dit gaat over mij, interesse hebben voor zulke gesprekken. Het voordeel is dat je er op die manier heel vroegtijdig bij bent. Wat in Nederland sinds kort wordt gedaan, is het uitnodigen van een gastdocent die zelf een eetstoornis heeft gehad. Dat kan voor jongeren enorm herkenbaar zijn. Ze krijgen volgens Noordenbos het gevoel dat zo iemand precies weet wat er in hen omgaat, en dat kan uitnodigen tot een gesprek. Daarnaast kunnen ook vertrouwensdocenten een belangrijke rol spelen. Als zij het een en ander van eetstoornissen afweten, kunnen ook zij deze jongeren met een goed gesprek vroegtijdig helpen. Mede n.a.v. Jeugd en eetstoornissen, lesmap voor docenten, compleet met overheadsheets en ander lesmateriaal; ISBN 90 9008686 2. Verkrijgbaar bij uitg. Zorn, Postbus 434, 2300 AK Leiden; prijs 45,00 excl. btw en porto. |