Forum 21 juni 2001

Krachtige werking van de Geest gepaard met grote aantallen kerkmensen

Groei in de breedte
niet los van dieptegroei

Wat is de ideale omvang van een christelijke gemeente? Hebben grote kerkelijke gemeenten toekomst? De Amerikaanse onderzoeker George Barna constateerde in een recent onderzoek dat christenen in grote gemeenten verloren dreigen te gaan. Voor Barna is een gemeente van 800 leden groot genoeg. Vandaag de derde aflevering in een vierdelige serie over de ideale omvang van een kerkelijke gemeente. Ds. W. van Vlastuin zou graag meer grote gemeenten zien, al kan een groei van Gods kerk in de breedte nooit worden losgemaakt van haar groei in de diepte.

Het is opmerkelijk dat er vandaag wordt nagedacht over de ideale grootte van de gemeente. Onderzoeker George Barna –en hij is niet de enige– werpt de vraag op of grote mammoetgemeenten wel toekomst hebben. Mag een gemeente wel groter zijn dan zo'n 800 leden? Of is het dan hoog tijd om tot splitsing over te gaan? Er klinkt een kritische ondertoon naar gemeenten die groter zijn dan deze norm. Op verzoek van de redactie wil ik enkele overwegingen maken.

Het is niet moeilijk om allerlei voor- en nadelen van een grote gemeente te noemen. Persoonlijk ben ik dankbaar dat ik in een kleine gemeente mijn ambtelijk werk begon. Het was in Wouterswoude goed te doen om jaarlijks elk gezin een bezoek te brengen. Het pastoraat wint op deze wijze aan diepte. Er is ook een nauwe band met elkaar. De onderlinge verbondenheid in deze gemeente was groot. Dat bevordert de meelevendheid. Het overgrote deel nam dan ook deel aan bijbellezingen of de volwassencatechese.

Inmiddels mag ik de hervormde gemeente van Katwijk dienen. Dat is met recht een ”mammoetgemeente” te noemen. Op papier behoren er een kleine 20.000 mensen tot onze gemeente. Als alle kerken vol zijn, zijn er zo'n 5000 kerkgangers. In de praktijk valt dat iets lager uit. We dienen hier met tien predikanten. Het heeft iets moois als je aan zovelen de menigerlei genade van God mag uitreiken; als de bediening van het Woord ook daadwerkelijk bediening der verzoening is, als je de tegenwoordigheid van de Geest mag ervaren, als het Woord de gemeente ingaat, als zondaren met honger zitten te luisteren, en als er zo in God contact is van hart tot hart. Dat zijn zeer kostbare momenten.

Lijn
Kleven er geen nadelen aan een grote gemeente? Ongetwijfeld. Wij preken met z'n tienen om de beurt in de vijf verschillende kerkgebouwen. Dat maakt de doorgaande lijn in de prediking moeilijk. Bovendien is het persoonlijke contact van predikant en gemeenteleden in een grote gemeente veel minder. Dat blijft vaak beperkt tot het zogenaamde crisispastoraat. Er is veel meer tijd gemoeid met allerlei kerkelijke rompslomp en vergaderingen. Hoe groter de gemeente, hoe meer de organisatie schijnt te moeten zijn. Hierdoor komt het hart van het 'handwerk' vaak in het gedrang. Er is immers naast de prediking niets belangrijker dan het echte pastoraat; het weiden van zielen in de grazige weiden van Gods Woord. Kostelijk als je mensen tegenkomt die het niet meer weten, maar echte geestelijke vragen hebben. Of als leden van de gemeente hun herder onderwijzen in de heilgeheimen van het evangelie.

Maar ik waag te betwijfelen of de grootte beslissend is voor het gemeentezijn. Geeft Gods Woord hiervoor norm of richting? We komen in de Schrift de beide uitersten tegen. Jezus preekte voor de ene vrouw van Samaria. Filippus liet de bloeiende gemeente van Samaria achter zich om aan de ene moorman het evangelie te verkondigen. Vandaag zijn er in Engeland veel gemeenten waar elke zondag zo'n tien mensen samenkomen. Boston begon zijn ambtelijke arbeid in Simprin onder enkele tientallen onverschillige mensen. Er is blijdschap in de hemel over elke zondaar die tot bekering komt.

Naast dit 'kleine' zien we in de Schrift het andere uiterste. In het OudeTestament lezen we over de stammen die optrekken naar Jeruzalem. Ik stel mij voor dat dat om heel wat meer mensen ging dan 800 zielen. Het is waar dat de tempeldienst van het Oude Testament niet helemaal is te vergelijken met de eredienst van het Nieuwe Testament, maar het heeft er toch wel het een en het ander mee te maken.

China
Is het nieuwtestamentisch anders? We lezen daar ook over grote gemeenten. Vergiste de Heilige Geest Zich toen er op de pinksterdag onder de prediking van Petrus 3000 zielen werden toegevoegd aan de gemeente die zalig wordt? Vergiste de Geest Zich opnieuw toen de genezing van de kreupele aan de Schone Poort de aanleiding werd dat er nog eens 2000 mannen tot bekering kwamen?

En wat leert ons de kerkgeschiedenis? Spurgeon preekte zondag aan zondag voor zo'n 6000 mensen. We weten dat de Heere door Zijn Geest tegenwoordig was in de openluchtsamenkomsten van George Whitefield. Als we thans in China komen, zien we ook meermalen samenkomsten en gemeenten met meer dan duizend mensen. In Afrika schijnt het niet anders te zijn. De afval en de uitholling van het kerkelijke leven is beslist geen wereldwijde tendens in de christelijke kerk.

Het bovenstaande wekt de indruk dat de krachtige werking van de Geest gepaard gaat met grote aantallen die samendringen in de kerkelijke ruimten. In die zin mag ons vurig verlangen zijn dat er veel grote gemeenten zijn. En nog meer: dat er veel grote gemeenten komen. Het zou een zegen zijn als het vraagstuk van grote gemeenten en haar organisatie een vraagstuk is; was het maar meer een probleem.

Geheim
Dit brengt mij ook tot een andere overweging. Hoe belangrijk de structuur van de gemeente ook is, haar wezen wordt bepaald door de bediening der verzoening. Het strooien van het zaad van het evangelie is het meest belangrijke middel in het koninkrijk van God. God spreekt. Hij opent Zijn hart. En zo opent Hij door de machtige werking van Zijn Geest gesloten harten van zondaren. De publieke verkondiging van het Woord is onopgeefbaar en onveranderlijk. Is de kwaliteit van de prediking niet veel belangrijker dan de kwantiteit van de gemeenteleden? Een beetje gechargeerd: Moeten we niet meer theologisch denken dan sociologisch?

We kunnen ons geweldig druk maken over de vraag welke dingen het vandaag wel of niet 'doen', wat wel en niet overkomt en aanspreekt. Geloven we nog in het geheim van Woord en Geest? Ervaren we er nog iets van dat een 'saaie' dienst door de Heilige Geest ons hart in vuur en vlam zet? Als het Woord het niet doet, zal niets het doen. Moet daar onze eerste aandacht niet liggen? Behoeven Gods knechten niet in de eerste plaats de verborgen omgang met God, opdat hun harten geoefend worden in teerheid, liefde en bewogenheid? Moeten onze harten niet geheel worden beheerst en aangedaan door de geestelijke waarheden? Is er niet het gevaar dat onze preken meer mensen in slaap sussen dan wakker schudden? Is het gevaar niet springlevend dat wij zonde en genade wat algemeen preken zonder dat de kracht der godzaligheid doorklinkt? Is het gevaar in predikanten en gemeenten niet dat wij zomaar wegglijden bij de diepte van Gods Woord? Moet onze grootste zorg niet liggen bij onze eigen zorgeloosheid en oppervlakkigheid? Heeft onze oppervlakkige tijd niet in de eerste plaats schreeuwend behoefte aan diepgang in de prediking en in de geestelijke beleving? Oppervlakkigheid gaat er gemakkelijker in dan geestelijke diepgang. We hebben de tijd daarin mee, evenals ons eigen hart.

Goed georganiseerde gemeenten met vlotte vormen zonder verbroken harten zijn zo leeg. Alle show, sensatie, activisme en perfecte organisatie kan ook een middel zijn om de geestelijke armoede te camoufleren. Hebben de vernieuwingen van de laatste decennia meer ernstige heiligen gegeven en meer krediet voor het evangelie in de samenleving? Het is heel wat moeilijker om een half uur geconcentreerd te mediteren over Gods Woord dan tientallen uiterlijke ceremonieën uit te voeren. Kortom, de groei van Gods kerk in de breedte kan nooit worden losgemaakt van haar groei in de diepte.

Herorganisatie
De vraag naar kerkelijke structuren dient in het kader van de rechte prediking te staan. Zo komt de vraag naar de organisatie aan de orde. Van de apostelen leren wij dat zij te druk waren door de groei van de gemeente (Handelingen 6:1-7). De Griekse weduwen voelden zich tekort gedaan. Er vond een herorganisatie plaats. Er werden diakenen aangesteld. Opdat de apostelen konden volharden in het gebed –dat als eerste– en zo in de bediening van het Woord.

Treffend genoeg lezen we dat het Woord wies en het getal van de discipelen zeer vermenigvuldigde in Jeruzalem. Zelfs priesters werden het geloof gehoorzaam. Is dat niet de weg? De gemeente werd niet kleiner gemaakt, maar het getal van de ambtsdragers werd wel uitgebreid. Zo bleef de zegen een zegen. Zo vermenigvuldigde deze zegen. En de grote gemeente bleef groeien.

De auteur is predikant van Nederlandse Hervormde Kerk in Katwijk.

Een serie van vier bijdragen gaat in op de ideale omvang van een kerkelijke gemeente. Vandaag deel 3.

Deel 1: Recht doen aan roeping van enkeling

Deel 2: Ambtelijk werk criterium voor omvang gemeente