Rome: pas op als een onbekende je op straat aanspreekt
In het Nederlands heet het boerenbedrog, de Engelsen spreken van ”confidence trick” en in Italië heet het ”raggiro”. Het gaat daarbij om een combinatie van misleiding en oplichting, waarbij eerst het vertrouwen van het slachtoffer wordt gewonnen door een beroep te doen op zijn of haar goedgelovigheid, mededogen, ijdelheid of inhaligheid.
In Italië hebben hele gildes zich in dit sluwe ambacht gespecialiseerd, naar het voorbeeld van de Napolitaanse komiek Totò. Die slaagde er in een film uit 1962 in de Trevifontein te verkopen aan een naïeve toerist.
Daarom kan ik het tegenover landgenoten op vakantie niet vaak genoeg herhalen: als je in Rome of Napels wordt aangesproken door een onbekende, geef dan geen sjoege en loop snel door. Als (meestal) hij je de weg vraagt of je een zakelijk aanbod doet, kijk dan uit of je niet door hemzelf of een handlanger wordt gerold. En als (meestal) zij je uitnodigt een drankje te doen, houd er dan sterk rekening mee dat het niet is vanwege je mooie blauwe ogen.
Ook de Romeinen zelf krijgen regelmatig weldoeners aan de deur met fenomenale aanbiedingen van contracten voor gas en elektra. Op parkeerplaatsen bieden goedgebekte smoezelige types goedkope sieraden of huishoudelijke artikelen aan. Of je wordt op straat aangesproken door een vermeende oude bekende die even wat financiële bijstand nodig heeft.
Zoiets is mij onlangs ook overkomen. Ik ben erin getuind, terwijl ik na meer dan dertig jaar Rome toch wel immuun dacht te zijn. Terugkomend uit het centrum zag ik voor onze flat een sportief gebruinde man van een jaar of 40, die mij enthousiast begroette. „Je bent geen steek veranderd!”, jubelde hij, om vervolgens te vertellen dat hijzelf al zes jaar weg was uit onze straat en in die tussentijd 9 kilo was afgevallen. Aha! Dat verklaarde dus waarom ik hem niet herkend had.
Terwijl ik vergeefs probeerde zijn identiteit te achterhalen, vertelde hij me dat hij nu in Frankfurt werkt als vertegenwoordiger van Milanese modemerken. En: „Weet je wat? Ik rijd straks terug en heb nog wat monsters in de auto liggen die ik niet meer nodig heb.” Voor ik er erg in had, was ik een regenjas en een damestas rijker.
Vervolgens kwam het moment van afscheid met: „Luister, ik moet weer naar Frankfurt, maar zit zonder contanten. Kun jij me even helpen met de benzine?” Toen voelde ik wel nattigheid, maar ja, hij was royaal geweest en ik wilde een voormalige medebewoner niet voor het hoofd stoten. Een biljet van 50 euro verwisselde van eigenaar en ik dacht dat ik er toch nog wat leuks aan had overgehouden.
Niet lang, want mijn vrouw zette de tas meteen bij het grofvuil en de jas kun je volgens haar voor een tientje kopen in de Chinese winkel om de hoek. Daarmee was duidelijk, dat ik het slachtoffer was geworden van een klassieke confidence trick. Pijnlijk natuurlijk, maar stilletjes koester ik toch een zekere bewondering voor deze meester in zijn vak.