Nederlanders bezien afscheid Queen Elizabeth met „enige verwondering”
Britten die tot wel 14 uur in de rij staan om afscheid van hun vorstin te nemen – ook Nederlanders die al decennia in Groot-Brittannië wonen bekijken het met „enige verwondering.”
Ja, Martine Boesveld gaat naar de uitvaartdienst van koningin Elizabeth kijken, samen met een Nederlandse vriendin. Ze woont al sinds 1996 in Groot-Brittannië en maakte haar dus decennialang mee. Tegelijk voelde ze zich de afgelopen week echter vooral erg Nederlands, zegt ze in de Nederlandse Kerk Austin Friars in Londen. Verontschuldigend: „Eerlijk gezegd vind ik alle massale uitingen van nationale rouw een beetje overdreven. Sommige mensen rouwen hier alsof ze een familielid hebben verloren. Zo’n persoonlijke binding met het koningshuis heb ik nooit gevoeld. Ik ben er denk ik te nuchter voor.”
Diana Harris, die al sinds 1960 in Londen woont, knikt. Tegelijk merkt ze dat „je als vanzelf wel een beetje meegaat in de nationale rouw.” Ze gaat maandag met de buren naar de uitvaart kijken en daarna langs de A4 staan om de rouwstoet richting Windsor Castle te zien rijden. „Ik woon er vlakbij”, verklaart ze. Maar uren in de rij gaan staan? Daar kan ze zich als Nederlandse niet zoveel bij voorstellen.
Betekenis
Dat het er in Nederland nooit zo aan toe zou gaan, onderschrijven ook andere kerkgangers van de Nederlandse Kerk in Londen. Van sommigen zou Nederland echter wel iets van de Britten mogen overnemen. „Ik vind het prachtig”, zegt een oudere dame die liever niet met de naam in de krant komt. „Het is van een dimensie die wij praktische nuchterlingen niet kennen. Verleden, heden en toekomst gaan hier helemaal samen op. Dat heeft betekenis.”
Ze kwam 58 jaar geleden naar Londen en geniet van de plek die de geschiedenis in Groot-Brittannië inneemt. „Die uniformen die gedragen worden, die komen soms al uit de 14e of 15e eeuw. In Nederland waren ze allang afgeschaft.”
Historisch besef
Tegelijk voelt ook zij geen behoefte om in de rij te gaan staan om afscheid van de koningin te nemen, ook als ze er fysiek nog toe in staat zou zijn. „Elizabeth was niet mijn vorstin. Ik heb nog een Nederlands paspoort – zelfs mijn kleinkinderen hebben dat nog. De band met Nederland verliezen we niet.”
Haar buurman aan de koffie, Jan, houdt het erop dat „mensen overal anders zijn. In Nederland zou het zo nooit gebeuren. Het historisch besef gaat hier veel dieper. Ik denk dan: laat ze het maar doen, het hoeft niet allemaal hetzelfde te zijn.”