Spaanse kustplaatsen missen Russische toerist
De middenstand van de Catalaanse kustplaatsen Reus en Salou mist de Russische toerist. „De gouden jaren komen waarschijnlijk nooit terug.”
Het duurt even voor ik het in de gaten heb: maar er is iets in de Carrer Monterols veranderd. De Russische reclameteksten zijn weg. Drie jaar geleden zag je ze hier overal aan de gevels en in de etalages van deze winkelstraat in de Catalaanse stad Reus. Vooral zaken uit het chiquere segment –exclusieve modezaken, juweliers, parfumerieën– deden hun best om zich tot de Russische klant te richten in zijn eigen taal. Maar twee jaar pandemie en een oorlog hebben de cyrillische letters uit het straatbeeld doen verdwijnen
Dat Reus en de nabijgelegen Costa Daurada in de voorbije decennia Russisch hadden leren spreken, was niet zo verwonderlijk. Eind jaren 1990 kwam het toerisme vanuit de voormalige Sovjetunie hier op gang. Spanje en in het bijzonder de Costa Daurada, met bekende badplaatsen als Salou en Cambrils, ontwikkelden zich tot razend populaire vakantiebestemmingen voor Oost-Europeanen. Eerst kwamen de Russen, daarna ook Oekraïners en Wit-Russen. Met de Britten werden zij letterlijk de meest geziene gasten van de hotels aan de Zuid-Catalaanse stranden.
Maar terwijl de Britten bij voorkeur de hele dag op het strand lagen of in de bar hingen, toonden de Oost-Europeanen een bredere belangstelling voor het gastland. Voor hen was Reus, geboortestad van de befaamde architect Antoni Gaudí, een geliefd uitstapje. Ze voelden zich aangetrokken door de cultuur –het Gaudí-museum, modernistische gebouwen– en het aanbod aan winkels in het luxesegment.
Nu de pandemie geweken is, zijn de toeristen weer terug aan de Costa Daurada. Behalve de Russen, Oekraïners en Wit-Russen. En dat voelen de winkeliers in Reus. Meritxell Barbera, een energieke vijftiger, weet daar alles van. Zij is voorzitter van de Unie van Winkeliers in Reus en behoort tot de vierde generatie eigenaren van een familiezaak in schrijfwaren en speelgoed in de oude binnenstad. Of de middenstand de Russen en Oekraïners mist? „Zeker”, zegt Barbera. „Wat de verkopen betreft zijn we nu terug bij het niveau van zo’n tien jaar geleden. Het toerisme met de meeste koopkracht was het Russische en Oekraïense. In sommige winkels waren zij in de zomermaanden goed voor dertig procent van de omzet.”
Cursus Russisch
Zo’n commercieel succes komt niet zomaar uit de lucht vallen. De winkeliersvereniging organiseerde voor haar leden cursussen Russisch voor beginners, zodat ze een eenvoudig gesprekje konden voeren. „Een vorm van respect voor de klant”, zegt Barbera. „Dat werd zeer op prijs gesteld. Beschrijvingen van producten en prijslijsten hadden we ook al een tijdje in het Russisch.”
En als winkelier en klant er desondanks toch niet uitkwamen, dan konden ze een beroep doen op een soort vliegende kiep. „We hadden een gezamenlijke tolk die voor alle winkeliers in het centrum van Reus beschikbaar was”, zegt Barbera. „Even bellen en binnen vijf minuten stond die bij je op de stoep. Niet dat Russen en Oekraïners lastige klanten zijn, integendeel. Ze stellen niet veel vragen en kopen gemakkelijk. We hopen dat ze ooit terug kunnen komen.”
Een rondje door het centrum van Reus bevestigt de woorden Barbea. „Het Russische publiek geeft erg veel geld uit”, zegt de bedrijfsleidster van een parfumerie. „In Rusland hebben ze veel imitaties van onze merken. En als ze dan hier op vakantie zijn, slaan ze op grote schaal de originele producten in. Vooral Natura Bissé, een merk hoogwaardige cosmetica uit Barcelona.” Ook de eigenares van een juwelierszaak heeft goede herinneringen aan de tijd dat de Russen kwamen. „Dat waren heel goede klanten”, zegt ze. „Hoewel dat in de loop van de jaren wel wat veranderd is. Tot vijftien jaar geleden waren het welgestelden met een onvoorstelbare koopkracht, daarna meer gewone mensen die minder te besteden hadden.”
In de modezaak van Rosa Lucas wisten alle bedienden de woorden voor kleuren en maten in het Russisch. „De Russen besteedden hier astronomische bedragen”, zegt Lucas. „Ze kochten met gemak voor 2- of 3000 euro. Zulke bestedingen zijn bij andere toeristen ondenkbaar. Die geven hooguit 500 euro uit. Dertig of veertig procent van onze omzet kwam van de Russen.” Tijdens de pandemie heeft Lucas het roer om moeten gooien. Van twee grote winkels met merkkleding ging ze noodgedwongen terug naar één kleine winkel. Met minder vaste lasten heeft ze zich kunnen aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Ze oogt vrolijk en optimistisch, maar is tegelijk realistisch: „De gouden jaren komen waarschijnlijk nooit terug.”
Trofeeën
In 2019, het laatste jaar voor de pandemie, ontving Spanje volgens het officiële statistiekbureau INE 1,3 miljoen toeristen uit de Russische Federatie. Voor Oekraïne en Wit-Rusland zijn geen afzonderlijke cijfers beschikbaar, ze vallen in de categorie overige landen. De Costa Daurada was marktleider in Spanje voor toeristen uit deze landen.
Vooral hotels ondervinden nu de gevolgen van de oorlog en de sancties. „Als je een markt verliest waarin je leider bent, heb je natuurlijk een probleem”, zegt Xavier Guardia van de federatie van ondernemers in de hotel- en toeristische sector in de provincie Tarragona. „De Russen waren goed voor 1,7 miljoen overnachtingen op een totaal van 22 miljoen in de provincie.”
Ze vulden niet alleen hotelkamers. Ook maakten zij veel gebruik van het aanbod aan excursies. Guardia: „Russische toeristen zijn heel actief. Ze willen de plaatselijke cultuur en tradities leren kennen, het landschap, de wijnen. En ze komen al vanaf het vroege voorjaar tot in de late herfst.” Steeds meer Oost-Europeanen besloten zich aan de Costa Daurada te verstigen. Sommigen verdienen de kost als kapper, anderen werken als toeristengids of kinderoppas.
José Luis Tunez is directeur van reisbureau Olympia. Zijn kantoor in Salou staat vol met wat hij trofeeën noemt. Het zijn relatiegeschenken van touroperators uit Oost-Europa: een bord uit Rusland, een diploma uit Kiev, een fles Vodka uit Minsk, handgemaakte Oekraïense poppetjes, een prachtig houtgesneden schaakbord, een oorkonde voor ”de beste partner in Spanje”. Tunez, tevens voorzitter van de club van reisbureaus voor binnenkomende toeristen aan de Costa Daurada, was een van de pioniers op de Oost-Europese toeristenmarkt.
In 1994 bezocht hij de eerste toeristische beurs in Moskou. Daarna keerde hij er elk jaar terug. Met resultaat, want op het hoogtepunt haalde alleen al zijn reisbureau per jaar 150.000 Russen naar de Costa Daurada. Tot de pandemie daar een einde aan maakte. Nu belet de oorlog het herstel. „We hebben natuurlijk geprobeerd om het wegblijven van deze klanten te compenseren met andere markten”, zegt Tunez. „Dat is maar gedeeltelijk gelukt. De toeristen uit Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland waren goed voor een kwart van de totale hotelcapaciteit aan de Costa Daurada. Dat vang je niet zomaar op. Vergeleken met 2019 zitten we nu op 22 procent minder bezetting.”
Vergissing
Hotelhouders zagen de Oost-Europeanen ook om andere redenen graag komen.„Ze waren heel gemakkelijke, rustige gasten”, zegt Tunez. „Ze bleven relatief lange periodes, namen halfpension en gingen veel op excursie. Daardoor vormden ze nauwelijks een belasting voor het hotelpersoneel. We proberen nu meer klanten te halen uit Nederland, België en Duitsland. Dat kan alleen via scherpe prijzen. Maar ondertussen zijn de kosten van voedsel, gas en licht enorm gestegen. De hotels moeten de broekriem dus flink aanhalen.
Het offensief om andere markten aan te boren, wil niet zeggen dat de hoop op terugkeer van Oost-Europese toeristen vervlogen is. Aan de motivatie van deze gasten zal het volgens Tunez niet liggen. „Je moet bedenken dat we hier zelfs Russen hebben gehad uit de Pacifische kust”, zegt hij. „Ze vlogen vijftien uur om naar Salou te komen. Voor ons is dat iets om trots op te zijn. Deze mensen houden heel veel van ons.”
Onlangs hield de Oekraïense president Volodimir Zelenski een pleidooi om alle Russen, ongeacht hun standpunt over de oorlog en Poetin, een reisverbod naar Westerse landen op te leggen. Volgens José Luis Tunez is dat een vergissing. „Het is niet eerlijk om de Russische burger te straffen voor de beslissingen van enkele politici”, zegt hij. „We moeten niet vervallen in een collectieve anti-Russische hysterie.”