„Het gaat in de Tweede Kamer vaak over de vraag „wat” politici zeggen en „hoe” ze iets zeggen, maar veel minder vaak „waarom” ze iets zeggen. Toen ik dat kort na mijn aantreden als Kamerlid in 2012 besefte en daarover in gesprek ging in de fractie, kreeg ik van een medewerker het boekje ”De afschaffing van de mens” van C. S. Lewis aangereikt.

Daarin staan drie lezingen die Lewis in de Tweede Wereldoorlog hield aan de universiteit van Durham. Vooral de eerste lezing maakte diepe indruk op mij. Lewis valt daarin twee auteurs aan over de wijze waarop zij schoolkinderen Engels aanleren. Feitelijk is het boek van Lewis een aanval op het subjectivisme; op de stelling dat alles relatief is en dat rechtvaardigheid een mening is. Maar dat is pertinent onjuist. Als je alle waarden loslaat, dan eindigt dat in de afschaffing van de mens, zo luidt de stelling van Lewis.

Het boekje is een verdediging van het natuurrecht. De centrale regel daarvan is het Bijbelwoord „Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” Dat was ook de centrale regel die ik van mijn ouders meekreeg. Het lezen van het boekje gaf dus herkenning. Eenmaal per jaar herlees ik delen eruit.

Lewis inspireert mij om ten strijde te trekken tegen doorgeslagen individualisering. Als je alles relativeert, eindig je in procespolitiek die alleen uitgaat van het nut.

Ik heb een natuurlijke neiging tot agnostiek, het niet weten of er een hogere macht bestaat. Ik hoop dat onze lieve Heer me dat vergeeft. De afgelopen jaren ben ik wel religieuzer geworden.

De boeken van Lewis geven mij richting. Ik kan niet in de toekomst kijken, maar ik sluit niet uit dat ik ooit weer in de kerk beland. Het is een zoektocht.”

Serie Hét boek van de politicus

Een zesdelige serie over boeken die fractievoorzitters in de Tweede Kamer inspireren. Deel 3: Pieter Heerma (CDA)

Meer overHét boek van de politicus