Demonstrerende boer in Ossenzijl: Overheid kotst ons uit
Met tractoren demonstreren boeren maandagmiddag in Ossenzijl, een dorp in de Weerribben, Natura 2000-gebied. „De overheid kotst ons uit.”
Tientallen tractoren blokkeren maandagmiddag rond 12.30 uur nabij restaurant Kolkzicht de brug in Ossenzijl. Agrariërs uit de omgeving protesteren tegen de stikstofplannen van de overheid. Het is altijd al een smalle bedoening voor automobilisten hier bij de brug in het dorpje in natuurgebied de Weerribben. Maar nu is er vrijwel geen doorkomen aan. Ook pleziervaartuigen kunnen niet verder.
Toerisme
Verschillende boeren leunen deze zonnige maandagmiddag ogenschijnlijk relaxed tegen het hekwerk van de brug. Ze zeggen zich eraan te ergeren dat zij wél hun bedrijf zouden moeten inkrimpen en dat toerisme in het natuurgebied de Weerribben (Natura 2000-gebied) niets in de weg wordt gelegd. „Landbouw moet wijken voor woningbouw en wegenbouw en de pleziervaart kunnen gewoon doorgaan”, moppert een demonstrant in Ossenzijl. Menig agrariër hier in de kop van Overijssel boert vlak bij de Weerribben en zou de stikstofuitstoot fors moeten reduceren.
„Wij dienen 70 procent minder stikstof uit te stoten. Dat stond in een brief die ik pas kreeg”, zegt akkerbouwer William Stehouwer, die actief is in de buurt van Blokzijl. De jonge boer staat aan de kop van een sliert tractoren in het dorpje. „Ik zou niet weten hoe ik die reductie voor elkaar zou moeten krijgen. Ik kreeg ook verder geen toelichting in die brief.”
De demonstrant naast hem, een schapenhouder: „Ik heb die brief ongeopend in de kliko gegooid.” Hij vindt dat de overheid boeren „uitkotst.” Voor het terugschroeven van het aantal boerenbedrijven „heb je de overheid niet nodig”, zegt de schapenhouder niet zonder verbittering. „Veel boeren in de omgeving stoppen sowieso. De overheid haalt het plezier van het werken als boer weg. Opgroeiende kinderen krijgen zo geen zin om in een boerenbedrijf verder te gaan.”
Flinterdun
De 37-jarige veehouder Aalt Brandsma, die in de buurt van het nabijgelegen Kuinre onder meer vijftig melkkoeien heeft, zou de stikstofuitstoot met 47 procent moeten terugbrengen. „Als dat echt moet, kan ik er beter de stekker uittrekken”, sombert Brandsma, vader van twee dochters van 4 en 6 jaar. Om het hoofd boven water te houden, werkt hij nu al twee dagen in de week als hovenier.
Redt de boer het als hij bijvoorbeeld het aantal melkkoeien terugbrengt van vijftig naar veertig? „Eigenlijk niet. De marges zijn al flinterdun.”
Boer Gijs Wouters (55) probeert het als akkerbouwer nog tot zijn pensioen uit te zingen. In 2017 deed hij zijn vee al van de hand. Zijn dochter piekert er niet over hem op te volgen. „Toen we het daar over hadden, wees ze naar haar voorhoofd. Ze zei: „Ik wil geen werkslaaf worden zoals jij.” Als boer ben je zeven dagen in de week in de weer.”
Menig boer wantrouwt de overheid, benadrukt Wouters. „De stikstofplannen betekenen een kaalslag voor de landbouw. De overheid faalt in de toeslagenaffaire, ook kan de overheid gedupeerden door de aardbevingen in Groningen niet goed helpen en de autoriteiten kunnen evenmin fatsoenlijk zorgen voor asielzoekers.”
Steenmarters
Als de overheid met geld over de brug komt, kan de veestapel fors worden ingekrompen, denkt Wouters. „Stel dat er een regeling komt die inhoudt dat veehouders terug moeten van honderd naar zestig koeien en tegelijk krijgen ze een goed inkomen. Dan zet 95 procent van de boeren zijn handtekening onder zo’n regeling. Want de laatste jaren zijn we opgedreven om meer en meer koeien te houden.”
Menig demonstrerende boer deze maandagmiddag twijfelt eraan of de stikstofuitstoot in de landbouw echt zo nadelig is voor de natuur. „Bij ons in de buurt is het heel mooi groen”, zegt melkveehouder Gert Haasjes op de brug in Ossenzijl. „Het barst er van de steenmarters en ooievaars.”
Nederlanders zullen zich nog wel eens achter de oren krabben als het voedsel niet meer in eigen land geproduceerd zou worden, denkt Haasjes. „Je moet je afvragen hoe bijvoorbeeld vlees in Argentinië wordt geproduceerd. Daar zijn de welzijnsnormen voor dieren niet zo hoog als hier in Nederland.”
Haasjes is er niet zo bang voor dat de burgers het de boeren kwalijk nemen dat ze het verkeer in Ossenzijl blokkeren. „Misschien klaagt een enkeling. Veel mensen hier in de buurt staan achter ons. Ze dragen bijvoorbeeld een boerenzakdoek. Als boeren hier zouden verdwijnen, lijdt de saamhorigheid daaronder.”
Joop Kremer, die op steenworp afstand van de brug in Ossenzijl woont, zeg het „prima” te vinden dat de boeren hun tractoren voor zijn deur parkeren. „Ik geef ze groot gelijk. Bovendien protesteren ze netjes. Als boeren vuurtjes gaan stoken of een minister thuis bezoeken, zeg ik: „Dat moet je niet doen.””