Door het schenken van vijf Pantserhouwitsers aan Oekraïne neemt het veiligheidsrisico voor Nederland toe. „We zijn niet numero uno, maar er is écht wel een dreiging.”
Dat zegt viceadmiraal Boudewijn Boots, plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten in gesprek met deze krant. Boots, de op één na hoogste militair van Nederland, is zaterdag in Utrecht een van de sprekers tijdens de SGP Jongerendag over het thema Veiligheid.
„We assisteren Oekraïne waar we kunnen”, aldus Boots. „Vuursteun is nodig. Vijf Pantserhouwitsers is het maximum dat we kunnen leveren vanuit de reservecapaciteit. De Duitsers dragen zorg voor de munitie.” Onlangs startte in Duitsland de opleiding van zestig Oekraïense artilleristen om de twaalf Pantserhouwitsers te bedienen die Nederland en Duitsland ter beschikking stellen. Daar zijn Nederlandse militairen bij betrokken.
Met brullende motor draait een Pantserhouwitser op de Luitenant-kolonel Tonnetkazerne in ’t Harde uit zijn stalling. Het gevaarte van 55.000 kilo gaat op oefening. Kolonel Marc van Ockenburg smult van het geluid. „De meest moderne vuurmond ter wereld. Na stilstand van het rupsvoertuig kunnen de eerste drie granaten binnen tien seconden worden verschoten.”
Dit is ’m dan: het veelvuldig besproken en meest krachtige wapensysteem van de Koninklijke Landmacht. Een jaar of vijftien geleden werden er door Nederland 57 Pantserhouwitsers aangeschaft. Drie zijn er afgeschreven. Zo reed er ooit een bestuurder met zijn PzH2000 (zoals het apparaat afgekort heet) in het donker ergens tegenaan waardoor de schietbuis scheeftrok. Van de 54 zijn er 33 bij de landmacht in gebruik en staan er 21 in opslag, onder meer in het Drentse Oudemolen. Direct na aflevering kwamen ze er terecht omdat er geen geld was om ze operationeel in te zetten.
Nauwkeurig
De houwitser, van Duitse makelij, kost 7,8 miljoen euro per stuk. Een schot kost tussen 2000 en 3300 euro, afhankelijk van de gebruikte soort granaat, springkop en lading. Een schot met het wapentuig kan maximaal 50 kilometer overbruggen en is tot op een paar meter nauwkeurig. „Zeg maar dat je in het centrum van Utrecht staat en een granaat laat neerkomen op het Leidseplein in Amsterdam”, schetst Van Ockenburg.
Actueel
Van Ockenburg, hoofd afdeling Strategie en Plannen van de Koninklijke Landmacht, geeft aan dat er eigenlijk meer vuurkracht nodig is. „Bij een oorlog op land moet je over complete brigades kunnen beschikken.” Daarbij komt de actuele dreiging uit het oosten, schetst viceadmiraal Boots. „Poetin kan ons beschouwen als deelnemer aan de oorlog in Oekraïne. Weliswaar zijn we niet numero uno, maar er is wel een dreiging.” Of Nederland zichzelf kan verdedigen? „Nee. We kunnen wel iets, maar houden het niet vol. Er is veel geld nodig voor een betere, snellere krijgsmacht die langer kan worden ingezet. Dat is het antwoord op de dreiging.”