Droogte alsnog funest voor bomen hoge zandgronden
De droge zomers die achter ons liggen, hebben veel slachtoffers gemaakt onder bomen op de hoge zandgronden. Hoewel de afgelopen zomer niet uitzonderlijk droog was, zijn er toch veel bomen bezweken of zodanig beschadigd dat gemeenten ze voor de veiligheid alsnog willen kappen.
Door de droogte van de afgelopen jaren zijn er in de Achterhoek grote aantallen bomen geheel of gedeeltelijk afgestorven. Bomen die een gevaar vormen voor passanten worden in het najaar gekapt, aldus woordvoerster Hetty de Wit van de gemeente Oost Gelre. „Nu doen we dat niet, omdat we middenin het broedseizoen zitten.” Het gaat om zo’n zevenhonderd bomen.
In de afgelopen jaren zijn er in de buurgemeente Berkelland met het oog op de veiligheid bij elkaar al bijna tweeduizend bomen gekapt. Ook in Winterswijk en Bronckhorst gaan honderden bomen tegen de vlakte.
De droge zomers van 2018, 2019 en 2020 laten diepe sporen na op de hooggelegen zandgronden in het oosten van Nederland. Vooral beuken zijn erg gevoelig voor watergebrek, maar ook berken, elzen en sparren hebben het moeilijk, somt woordvoerster Hennie Roos van de gemeente Berkelland op.
Afgestorven takken
Ook op de zandgronden in Brabant leggen veel bomen het loodje. Roel Vermeulen, boomadviseur uit het Brabantse Zeeland, spreekt van een onderschat probleem. Hij ziet overal in de provincie bomen wegkwijnen en noemt het gebied tussen Oss en Uden en vandaar richting Grave. „De meeste bomen zijn minder gegroeid, hebben minder blad en twijgen of afgestorven takken. In bossen en houtwallen zie je veel dode en omgevallen berken. Doordat de eiken in zo’n wal blijven staan, zie je de schade niet onmiddellijk. „Als je door een beukenbos loopt, lijkt het aan de onderkant nog wel mooi groen, maar als je met een hoogwerker bovenin zou kijken, zie je overal afgestorven takken. Ook vlieren en lijsterbessen doen het slecht en bijna alle sparren zijn verdwenen.”
Plaagdieren
De Bomenstichting bevestigt dat bomen niet onmiddellijk bezwijken na een droog jaar, maar droogte tast wel hun conditie aan, waardoor ze gevoeliger worden voor schimmels en plaagdieren. „Als een boom achteruitgaat, zie je dat als eerste aan bladsterfte in de top”, zegt Gerrit-Jan van Prooijen, boomtechnisch adviseur en bestuurslid bij de stichting. „Drie droge jaren tasten het regeneratievermogen van een boom aan. Hij teert in op zijn reserves, kan niet goed meer herstellen en wordt gevoelig voor vraat.”
De ene boom is hier gevoeliger voor dan de andere. Beuken lijden erg onder droogte, eiken minder. „Eiken, die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Spanje, hebben een groot regeneratievermogen, waardoor ze snel herstellen. Beuken komen van origine uit noordelijker streken en zijn minder vitaal.’’ Ook fijnspar en lariks lijden ernstig onder de stress als gevolg van het vochtgebrek.
Omdat verzwakte bomen minder hars produceren en de bast wat losser komt te zitten, grijpen letterzetters, kleine kevertjes, de kans om zich daar te nestelen en eitjes af te zetten. De larven beschadigen het hout verder, vliegen uit en tasten de volgende boom aan. Van Prooijen spreekt van „secundaire aantasting.” Iets dergelijks geldt ook voor de eikenprachtkever, zegt hij. „De schade is niet onmiddellijk zichtbaar, het kan drie tot vijf jaar duren voor je de gevolgen van een droge periode ziet.”
Ook veel essen, aangeplant in de oksels van snelwegen, kennen ondermijnende parasieten zoals de honingzwam. „Andere soorten die het moeilijk hebben, zijn de berk en de vuilboom. Die zijn massaal afgestorven.”
Dode takken kunnen voor de autoriteiten reden zijn om een boom met het oog op de veiligheid te snoeien. „Als een boom er te slecht aan toe is, helpt dat niet meer en kun je hem beter weghalen”, vindt Van Prooijen. Hij tekent aan dat snoei de veiligheid wel ten goede kan komen, maar een boom niet gezonder maakt.
Stoppen met kappen
Opmerkelijk genoeg zijn het juist gezonde bomen met een volle kruin die bij storm het grootste risico lopen om te vallen. Zij vangen immers de meeste wind; vooral in de zomer als ze volop in het blad zitten. Het risico op omvallen is ook groot als bomen onvoldoende wortelen.
Vermeulen stoort zich aan de manier waarop natuurbeheerders met veel bossen omgaan. „Bossen zetten zichzelf in de schaduw. Door uitval en kap worden ze steeds opener en drogen veel sneller uit. We moeten eerst maar eens stoppen met kappen en zo snel mogelijk minder hout gebruiken, ook al is het een heel duurzaam product.”