Binnenland

Veteranen staren kist met hún prins erin na

Strak in het gelid, de hand aan het hoofd. Veteranen staren de kist na. Prins Bernhard, hún grote voorbeeld, begint aan zijn laatste reis, de weg van Paleis Noordeinde naar de Nieuwe Kerk in Delft, waar hij zal worden bijgezet in de koninklijke grafkelder.

Evert van Dijkhuizen
11 December 2004 12:46Gewijzigd op 14 November 2020 01:59

Den Haag, 08.30 uur. Veel winkels in de Heulstraat nabij Paleis Noordeinde zijn vanochtend dicht. Logisch, klanten zullen én kunnen er nauwelijks komen. Dranghekken versperren de toegang. Brillenzaak Ergra heeft een foto van Bernhard in de etalage staan, tussen de kerstversiering. Buurman Edgar Vos -hij verkoopt kleding- heeft naast de foto van de overleden prins een vaas met witte anjers gezet. De bezorger van de Haagsche Courant doet ook vanmorgen gewoon zijn werk. Met fiets en krantentas wringt hij zich een weg tussen het verzamelde publiek achter de dranghekken.

Een agente beklaagt zich in onvervalst Haags over de kou. „Waarom hebben wij geen zomer- en winterschoeisel?” vraagt ze haar collega. „Mijn broer in het leger heeft schoenen met een voering; zou ik ook wel willen.” Een buurtbewoonster met fotocamera -„ik probeer me te ontwikkelen als fotograaf”- wil zonder RVD-pasje door de afzetting heen. Vooruit. Op dit vroege tijdstip doet de politie nog niet moeilijk.

Twee winkeliers volgen de gebeurtenissen buiten vanuit hun deuropening. Ze hebben alle tijd. „Ongelooflijk hoeveel paarden er vandaag worden ingezet”, zegt de een. „Maar ze zijn niet allemaal van Beatrix hoor.” De ander: „Hebben ze de jouwe ook nog geleend?” De mannen kijken naar vier passerende dames in rouwkleding met hoedjes op. Eén dame draagt lichte kousen. „Dat hadden zwarte moeten zijn, mevrouw”, moppert het duo.

Klokslag 09.00 uur komen de eerste veteranen aangemarcheerd. Blauwe jasjes, grijze broeken. Medailles rinkelen op de borst. Zakdoeken zijn nodig om de natte neuzen af te vegen. Het valt ook niet mee bij deze temperatuur. Hoewel. „We zijn gehard”, vertrouwt een veteraan toe. „We hebben van alles meegemaakt; we hebben zelfs in een vrieskast gezeten.” Zijn collega sist venijnig. „Niet praten met de pers. Dat hoort niet.” Een tv-journalist probeert via de aanvoerder van het peloton een gesprekje te regelen. „Interviews bepaal ik”, gromt de man. „Hé, praatjesmaker”, sneert een onderdaan.

Intussen stroomt het publiek toe. De klok bij Paleis Noordeinde loopt achter. Vreemd als alles op een ochtend als deze op de minuut nauwkeurig moet verlopen. Om 09.30 uur arriveren de eerste paarden, gevolgd door de affuit waarop prins Bernhard naar zijn laatste rustplaats zal worden gebracht. Een groot bloemstuk met witte anjers ligt op het onderstel van het kanon. Eraan hangen witte linten met de namen van de leden van de koninklijke familie erop.

Terwijl de rust weerkeert, rijdt de affuit de paleishekken binnen. Net iets voorbij het bordes met de rode loper stopt de bijzondere lijkwagen. De deur van het paleis gaat open. Er verschijnen acht mannen in blauwgrijs uniform. Op hun schouder dragen zij de kist met het lichaam van de overleden prins. Voetje voor voetje dalen ze de trap af. Intussen speelt de militaire kapel, opgesteld aan de zijkant van het paleis, het Wilhelmus.

Op het bordes kijken vier jonge mannen in jacquet toe. Het zijn prins Friso, prins Jaime, prins Bernhard en Bernardo Guillermo, die allemaal vernoemd zijn naar hun overleden opa. In de revers van hun pandjesjas dragen ze, geheel in stijl, een witte anjer.

Onder klokgelui schuift de kist, met de Nederlandse vlag erop, stukje voor stukje op de affuit. Als laatste worden de schroeven aangedraaid om te voorkomen dat er beweging optreedt. De vier kleinzoons van Bernhard dalen het bordes af en buigen één voor één bij de kist. Daarna stappen ze in de galaberline die achter de affuit aan naar Delft zal rijden. De militaire kapel speelt toepasselijke muziek.

Precies om 09.50 uur zet de stoet zich in beweging. Voorop paarden, dan de affuit, dan de galaberline, dan de bloemenwagen met uiteraard witte anjers. De deuren van het paleis gaan dicht, het gordijn schuift ervoor. De laatste reis van prins Bernhard is begonnen.

Terwijl de stoet passeert, staan tientallen veteranen strak in het gelid, de hand aan het hoofd. Hun grote voorbeeld, aan wie ze zulke goede herinneringen bewaren, passeert. Anders dan bij Claus en Juliana is de kist niet verborgen in een koets, maar staat hij zichtbaar op het onderstel van een kanon. Sommige veteranen kijken strak voor zich uit. Anderen staren de kist, met hún prins erin, na. Hekkensluiter van de korte stoet is een blauwe Volvo met kenteken AA 118 en een politiebusje.

De derde koninklijke uitvaart in twee jaar is begonnen: eerst prins Claus, toen koningin Juliana, vandaag prins Bernhard. Terwijl verschillende kerkklokken nog beieren, dwarrelt het publiek alle kanten uit. Mensen gaan weer verder met hun zaterdagse bezigheden: boodschappen doen, klussen, een bezoek afleggen.

Intussen beweegt de stoet zich door Den Haag richting Nieuwe Kerk in Delft. De tocht is tot in de puntjes voorbereid. Aan alles is gedacht. Zelfs aan de tramrails. Er liggen touwen in. Ze moeten voorkomen dat de wielen van de affuit vastlopen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer