Verkiezingen Zuid-Korea gaan tussen twee ‘niet-geliefden’
Komende woensdag mogen Zuid-Koreanen naar de stembus om een nieuw staatshoofd te kiezen. Een president dient in Zuid-Korea één termijn van vijf jaar, dus de strijd gaat tussen twee nieuwe gezichten.
Het huidige staatshoofd Moon Jae-in werd een bescheiden internationale bekendheid. Te zien was hoe hij met de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un hand in hand de grens overstak en meermaals afsprak. Het Zuid-Koreaanse coronabeleid was in 2020 een mondiaal voorbeeld.
Moons liberaal gezinde Democratische Partij heeft Lee Jae-myung naar voren geschoven. De onlangs afgezwaaide gouverneur van Gyeonggi, ’s lands volkrijkste provincie, behoort tot de progressieve vleugel van de partij. Hij wist eerder internationale aandacht te vergaren met pleidooien voor een basisinkomen, waarbij jongeren tussen de 19 en 29 jaar extra bevoordeeld zouden worden.
Lee groeide op in armoede en deed als kind al fabriekswerk. Hij klom op tot burgerrechtenadvocaat, net als Moon, en ziet Bernie Sanders en Franklin ‘New Deal’ Roosevelt als zijn politieke voorbeelden wat betreft sociaaldemocratisch beleid. De afgelopen tijd kreeg Lee met meerdere schandalen te maken. Zijn zoon zou aan illegaal gokken doen en zelf is hij verdachte in een vastgoedschandaal.
Niet onmonstreden
Namens de conservatieve uitdagers doet politiek nieuwkomer Yoon Suk-yeol een gooi naar het presidentschap. Tot een jaar geleden was hij procureur-generaal en pas vorig jaar werd hij lid van de conservatieve Volksmachtpartij. Zijn gebrek aan politieke ervaring is zichtbaar in debatten.
Yoon noemt zichzelf openlijk antifeminist en heeft gepleit voor het opdoeken van het ministerie van Gendergelijkheid en Familie. Op economisch vlak is hij geïnspireerd door de klassiek liberale econoom Milton Friedman en heeft hij gezegd tegen plannen voor een minimumloon of een werkweek van maximaal 52 uur te zijn.
Ook hij is niet onomstreden: hij zou voor politieke besluiten te rade gaan bij sjamanen en waarzeggers en zijn vrouw zou gelogen hebben op haar cv om aan een gasthoogleraarschap te komen.
Een van de belangrijkste verkiezingsthema’s is de woningmarkt, met name die in Seoul – waar de helft van de bevolking woont. De afgelopen vijf jaar werd een huis in de hoofdstad met een gemiddelde koopprijs van acht ton ruim 80 procent duurder – onbetaalbaar voor veel Zuid-Koreanen. Een ander prominent onderwerp is dan ook het gebrek aan werkgelegenheid en economische perspectieven voor met name jonge burgers.
Noord-Korea
Ook de sociaal en economisch achtergestelde positie van vrouwen speelt een grote rol in de verkiezingen. Zuid-Korea kent een van de grootste genderkloven van alle ontwikkelde landen. Pogingen hier verandering in te brengen, stuitten afgelopen jaren op verzet van antifeministische mannenorganisaties. Het al dan niet zoeken van toenadering tot Noord-Korea, een van de speerpunten van Moons beleid de afgelopen vijf jaar, speelt nauwelijks een rol van betekenis in de verkiezingscampagne.
Geen van beide kanshebbers is erg geliefd bij een breder publiek, waardoor nu al van „de verkiezing van de niet-geliefden” wordt gesproken. Zuid-Koreanen zijn de corruptie- en integriteitsschandalen die hun politiek al decennia plagen spuugzat – en geen van beide presidentskandidaten heeft een onbevlekt blazoen. Lang was de strijd een nek-aan-nekrace tussen de twee, maar de laatste weken ligt de rechtse kandidaat Yoon op voorsprong.