„Het was schrikken”, toen de Nederlandse Dianne Bernyk-Van der Lingen (45) zaterdagmiddag een mail kreeg van Buitenlandse Zaken waarin haar wordt gemaand zo snel mogelijk Oekraïne te verlaten. Dat doet ze voorlopig niet.
„Heel Oekraïne was op een kaartje rood gekleurd”, vertelt Dianne Bernyk zaterdagmiddag per telefoon. Ze woont sinds 25 jaar met haar Oekraïense man Petro (49) en haar drie kinderen in het dorp Velyki Luchky in West-Oekraïne. De familie helpt daar namens de Stichting “Hart en handen voor Oekraïne” mensen in armoedige omstandigheden.
Vooralsnog geeft Dianne Bernyk-van der Lingen geen gehoor aan de oproep van de Nederlandse overheid om het door de Russen omsingelde Oekraïne te verlaten. „Ik heb hier mijn leven opgebouwd. Dat geef ik niet zomaar op. Er moet echt een goede reden zijn wil ik hier vertrekken. We wachten het nog even af. Het is voor velen de vraag of er werkelijk een invasie van de Russen komt.”
Chaos
Maar ze sluit zeker niet uit dat ze binnenkort toch huis en haard verlaat met haar geliefden. „Als we merken dat er chaos in ons land uitbreekt. Dan moet je denken aan situaties waarbij het ons onmogelijk wordt gemaakt om te pinnen of waarbij de elektriciteit wordt afgesloten.”
De van origine Nederlandse vrouw heeft al wel een koffer klaar gezet. „Daar heb ik alleen spullen van waarde in gestopt. Denk aan mijn persoonlijke Bijbel, een fotoboek, medicijnen. Aardse zaken zoals extra kleren hoeven niet mee. Die kan ik in Nederland gauw genoeg krijgen.”
Ze heeft ook haar drie kinderen gemaand om een „kleine koffer” in gereedheid te brengen, voor het geval de familie Oekraïne toch verlaat. De tank van hun auto is tot de rand gevuld.
In hun directe nabijheid merken ze dat in Oekraïne oorlogsdreiging heerst. Ze wonen vlak bij een legerbasis. „Daar is het nu veel drukker. We zien colonnes vrachtwagens met tanks erop en bussen vol soldaten voorbij rijden.”
Als Dianne Bernyk-van der Lingen en haar familie nu nog wachten om te vertrekken kan het te laat zijn? „Ik vertrouw op God, hij heeft mij duidelijk naar Oekraïne geroepen. In Oekraïne heb ik leren leven bij de dag. De Bijbel zegt dat het geen zin heeft je druk te maken over de vraag wat je morgen moet eten. De afgelopen 25 jaar is mijn vertrouwen in God nooit beschaamd. De medische zorg in Oekraïne is niet de beste van de wereld, maar God zorgt voor mij. Ook bij ziekte. Je leert hier niet op een ziekenhuis of op medicijnen te vertrouwen, maar op God.”
Onrustig
Dianne Bernyk en haar familie wonen in het uiterste westen van Oekraïne, zo’n 1000 kilometer verwijderd van het oosten waar het al zo’n acht jaar onrustig is. In het oosten hebben de Russen meer invloed dan in het westen. Met ongeveer een halfuur rijden kan de familie in Hongarije zijn. „Wij wonen dus in de buurt van Europa.”
De huidige spanning rond een mogelijke invasie van de Russen ervoer de familie zo’n acht jaar geleden ook al, toen strijd losbarstte in het oosten van Oekraïne. „In die tijd kon mijn man nog worden opgeroepen voor het leger. Die kans is inmiddels veel kleiner, omdat mijn man uiteraard ouder is geworden.”
De afgelopen week was er in ‘hun’ baptistengemeente (ongeveer 180 leden) veel aandacht voor de oorlogsdreiging, vertelt Dianne Bernyk. „We kregen veel gebedsoproepen, donderdag organiseerde de kerk een vastendag. Zelf was ik afgelopen week drie keer in de kerk. We bidden voor vrede voor Oekraïne. Onderlinge verbondenheid is ontzettend belangrijk. We bidden voor hetzelfde doel.”
Oorlogsdreiging
Dat er oorlog dreigt, is overal merkbaar, zegt Stefanie de Wildt (30). Zij is als veldwerker voor Stichting Kimon actief in Pomichnaja in het midden van Oekraïne. Het is een gebied waar de Russen bij een eventuele inval zeker zullen komen, zo is de verwachting.
Hoe het de komende dagen zal gaan, kan De Wildt niet inschatten. „De oorlog kan elk moment uitbreken, maar dat hoeft niet. Het is onzeker. Maar als je over de wegen rijdt, zie je overal legervoertuigen. Die rijden af en aan. De voorbereidingen zijn volop gaande”, zegt de veldwerkster zaterdagmiddag. Haar woonplaats ligt op zo’n 300-400 kilometer van waar de Russen zitten.
Voorbereidingen
De Wildt heeft zaterdagmorgen met haar huisgenoten overlegd wat te zullen doen. Zij helpt een echtpaar in hun familiehuis waar zij zeven pleegkinderen opvangen. „We hebben besloten voorbereidingen te treffen voor vertrek naar het westen van Oekraïne. Dat betekent dat we extra benzine hebben ingeslagen, we roosteren brood, slaan water in. Dozen met medicijnen staan klaar. De kleding ook. Zodat we gelijk weg kunnen als dat vannacht of morgen nodig zou zijn.”
Samen met het echtpaar heeft De Wildt de zorg over zeven pleegkinderen. Het echtpaar heeft zelf drie kinderen. „We hebben ook alle belangrijke papieren gereed liggen. Want alle informatie over de pleegkinderen moet wel mee.”
Voor het vervoer is het nu wachten op de bus. „Die staat bij de garage voor reparatie. Dat duurt hier altijd lang. Maar we hopen dat we de bus vandaag of morgen kunnen ophalen. Ook proberen we nog een aanhangwagen te kopen, zodat we ruimte hebben om alles mee te nemen.” Totaal moeten er dertien personen met hun bagage worden vervoerd.
Ook als er dezer dagen geen oorlog uitbreekt, vertrekt De Wildt met het gezin toch naar het westen. „We gaan dan voor een aantal weken. Dan wachten we daar rustig de situatie af.”
Zij willen naar Beregowo. „Dat is een heel veilig gebied, waar rust is. Heel Oekraïne is volgens de overheid risicogebied, maar in dat deel van Oekraïne tegen Hongarije aan is rust. Daar is het veilig.” De Wildt woonde er eerder en het echtpaar waar zij bij woont, komt er vandaan.”
Het is onder normale omstandigheden een reis van ongeveer dertien uur. „Maar het zal druk zijn op de weg en we verwachten extra wegcontroles.”
Vertrouwen
De Wildt klinkt vastberaden en kalm door de telefoon. Is ze dat ook? „We geloven dat de Heere de oorlog kan verhoeden. Dan kunnen we hier blijven. Ja, ik ben er rustig onder. Ik voel geen angst. Menselijkerwijs kunnen vannacht de vliegtuigen overvliegen, maar ik mag volledig vertrouwen op de Heere. We hebben vrede in ons hart.”
Maar we hebben wel de verantwoordelijk om te zorgen, voegt ze er gelijk aan toen. „En het is beter om te vertrekken voordat we door de Russen zouden kunnen worden tegengehouden.”
De pleegkinderen uit het familiehuis zijn redelijk jong, vertelt De Wildt. „Zij begrijpen nog niet veel van de situatie. We vertellen wel wat er aan de hand is, maar ze snappen het allemaal niet.”
Het plan voor het gehandicaptenhuis dat De Wildt wilde opstarten in Pomichnaja gaat nu de ijskast in. „We waren bijna gestart. Maar de Heere verhoedt het. Door de oorlogsdreiging ben ik genoodzaakt definitief elders een plaats te zoeken. Ook in de toekomst zal de situatie in deze regio onzeker blijven.”
Oekraïne verlaten zal ze niet doen. „De overheid roept er toe op. Ook Kimon doet dat. Een deel van mijn familie is ook bezorgd. Ikzelf wil in dit land blijven. Ik zie hier mijn roeping, in Oekraïne. Waarom zou ik weggaan als de Heere me hier roept? Hij zal me een plaats wijzen. De Heere zal zorgen.”