Winterspelen: wint Chinese propaganda het van westerse kritiek?
In aanloop naar de Winterspelen staat China sterk in de belangstelling. Critici wijzen op de duistere kanten van het land, de Aziatische grootmacht zet daar positieve propaganda tegenover. Welk beeld blijft hangen? En hoe staat het met de olympische gedachte?
Dit is het grote China dat ik gebouwd heb. Zo ongeveer zet president Xi Jinping zijn land in de etalage. Volgens Ingrid d’Hooghe gebruikt China de Winterspelen die vrijdag beginnen mede om de wereld te tonen dat het is gearriveerd als wereldmacht. Dat is ook zo, constateert de aan het Leiden Asia Centre en Instituut Clingendael verbonden China-onderzoeker. „De tweede economie van de wereld laat op steeds meer terreinen de Verenigde Staten al achter zich.”
China wil volgens haar graag laten zien wat het voor elkaar heeft gekregen, hoe uitstekend het land is georganiseerd en hoe goed er voor de bevolking wordt gezorgd.
Het valt d’Hooghe op dat alle successen worden toegeschreven aan de grote leider, president Xi. Door zijn visie staat het land waar het staat. Alles draait om de Chinese Communistische Partij, de partijlijn en vooral ook om wie de partij leidt. „In de Chinese media lees je hoe belangrijk Xi en zijn visie zijn. Om hem heen hangt een ware persoonlijkheidscultus. Het is een teken dat hij de touwtjes stevig in handen heeft, dat zijn leiderschap onaantastbaar is en hij voor zichzelf een belangrijke rol ziet weggelegd om China naar een volgende ontwikkelingsfase te loodsen.”
Boycot
Volgens Chinese media speelt Xi ook een leidende rol bij de organisatie van de Winterspelen. Voor de president is er alles aan gelegen om de Spelen succesvol te laten verlopen, denkt d’Hooghe. Het coronavirus is daarbij vriend en vijand tegelijk. „Het is een spannende uitdaging voor China om het virus onder de duim te houden. Maar tegelijk is het een extra kans om te laten zien hoe goed de Chinese aanpak werkt. Een ander welkom voordeel is dat buitenlandse toeschouwers vanwege corona niet welkom zijn in China. Dat verkleint de kans dat grote groepen bezoekers acties op touw zetten.”
Elk land dat de Olympische Spelen organiseert, staat extra in de schijnwerpers. Critici verwijten China dat het mensenrechten schendt: in Xinjiang zou het 1 miljoen Oeigoeren hebben opgesloten in concentratiekampen, in Hongkong draait het de democratie de nek om, in Tibet onderdrukt China de oorspronkelijke bevolking en dan zijn er ook nog eens grote spanningen rond Taiwan. Om nog maar niet te spreken van christenen en andere minderheidsgroepen die repressie ervaren. Onder aanvoering van de Verenigde Staten besloten diverse landen tot een diplomatieke boycot: sporters mogen wel naar Peking, maar regeringsfunctionarissen blijven thuis. Nederland stuurt ook geen regeringsdelegatie, maar het kabinet verschuilt zich achter corona.
Oude beschaving
Peking reageert woedend op landen die het Chinese feestje willen verpesten. „Het schildert de VS af als grote boosdoener”, zegt de d’Hooghe. „Het land baseert zich volgens de Chinese autoriteiten op valse rapportages en nepnieuws, gebruikt sport voor politieke doeleinden en wil China in een kwaad daglicht zetten.”
De Chinese bevolking gaat mee in dit verhaal, zegt d’Hooghe en dat geldt volgens haar ook voor landen die goede relaties hebben met China. „In Afrika, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika krijgt men veel minder dan in het Westen mee hoe het is gesteld met mensenrechten in China. De bevolking daar zal vooral onder de indruk zijn van de opening van de Winterspelen die ongetwijfeld fenomenaal zal zijn, van het verhaal dat China over de oude Chinese beschaving gaat vertellen en wat die civilisatie het land heeft gebracht.”
In 2008 organiseerde China de Zomerspelen. Ook toen klonk er kritiek op het land vanwege de omgang met mensenrechten. Maar wat volgens d’Hooghe bij het grote publiek bleef hangen, was dat China een grootmacht was geworden. Ook nu zullen veel westerlingen na afloop een gemengd beeld overhouden van China, verwacht de onderzoeker. „Velen denken niet zwart-wit. Je kunt na afloop blijven vinden dat wat in Xinjiang gebeurt onacceptabel is, maar tegelijk vinden dat China de Spelen goed heeft georganiseerd en dat het ook qua economie en welvaart de zaken goed voor elkaar heeft.”
Barbaren
Past al het politieke gekrakeel wel bij de Olympische Spelen? Was een van de oorspronkelijke doelen van de Spelen niet dat sport verbroedert? „Alleen de overwinning telde”, zegt Fik Meijer, emeritus hoogleraar Oude Geschiedenis (Universiteit van Amsterdam), die via de telefoon een college geeft over de geschiedenis van de Olympische Spelen. „Het succes van atleten die de olijfkrans kregen omgehangen, straalde af op de plaatsen waar ze vandaan kwamen.” Onno van Nijf, hoogleraar Oude Geschiedenis in Groningen: „Van meet af aan gingen politiek en Spelen samen op; er was altijd competitie tussen Griekse steden.”
In 776 voor Christus vonden de eerste Olympische Spelen plaats, in Olympia. Met alleen de discipline hardlopen was het een kleinschalig evenement. Deelname was voorbehouden aan Grieken, een volk dat zich volgens Meijer als superieur beschouwde. De Spelen, die gehouden werden ter ere van Zeus, moesten voor onderlinge verbroedering zorgen en de afstand tot de barbaren vergroten. „Het geloof in dezelfde goden en het spreken van een taal moest Grieken voor even een gevoel van wederzijdse verbondenheid geven.”
Later organiseerden ook andere plaatsen spelen naar het voorbeeld uit 776. Zo kende Delphi de Pythische Spelen en Korinthe de Isthmische Spelen (Paulus refereert daar aan in 1 Korinthe 9). Vanaf circa 300 voor Christus werden spelen, net als China nu min of meer doet, gebruikt als propaganda, weet Van Nijf, die dit verschijnsel onderzoekt. „Machthebbers gebruikten ze om zichzelf en hun koninkrijken mooi in de schijnwerpers te zetten en respect af te dwingen bij collega’s.”
Griekenland bestond in die dagen vooral uit autonome stadsstaten, die regelmatig met elkaar overhoop lagen. Zo vochten het democratische Athene en antidemocratische Sparta regelmatig oorlogen uit. De mythe gaat dat een maand voor de Olympische Spelen de rivalen tijdelijk de strijdbijl begroeven, tot minstens een maand na afloop van de wedstrijden. „Waar het om ging is dat deelnemers aan de Spelen ook over het territorium van tegenstanders vrijelijk konden reizen”, zegt Van Nijf. Volgens beide oudheidkundigen kwam het voor dat steden werden buitengesloten, maar niet dat steden zelf de Spelen boycotten door geen politici of spelers te sturen.
Als gevolg van het opkomende christendom raakten de Olympische Spelen in verval. De christelijke Romeinse keizers Theodosius I en II, droegen hieraan bij doordat ze de heidense onderdelen afwezen. Volgens Van Nijf bleven ze wel in bepaalde vorm bestaan, maar dan ontdaan van heidense praktijken.
Hitlerspelen
In 1896 beleefden de Olympische Spelen een soort doorstart, hoewel Van Nijf erop wijst dat er ook in de paar eeuwen daarvoor pogingen werden gedaan om het evenement te laten herleven. Organisatoren grepen in 1896 terug op elementen uit de oudheid, maar de verschillen met de eerste Olympische Spelen zijn levensgroot. Dat elk land nu spelers mag afvaardigen en de Spelen in die zin mondiaal werden, is misschien wel het meest in het oog springende verschil.
De Spelen van 2022 lijken ook nauwelijks meer op die van 1896. Alles is veel groter opgezet, zegt Meijer. Ook het huidige onderscheid tussen Zomerspelen en Winterspelen is anders. Topmerken verdringen zich als sponsor. En terwijl in de oudheid de Spelen altijd in Olympia werden gehouden en in 1896 nog in het Griekse Athene, strijden daarna grote staten om de eer wie ze mag organiseren. Met alle problemen van dien, vindt Meijer. „We hebben al heel wat dubieuze Spelen gehad. Zo noemen we het evenement in 1936 nu de Hitlerspelen. Het regime organiseerde de Spelen perfect en gebruikte ze om de superioriteit van de nazi’s te tonen.”
In 1956 boycotte onder meer Nederland de Olympische Spelen vanwege de Russische inval in Hongarije. Latere boycots, ook de huidige diplomatieke boycot van de VS en enkele andere landen, begrijpt Meijer. „Ik realiseer me dat je sport en politiek niet kan scheiden. Zeker niet als het evenement, zoals China nu doet, gebruikt wordt als propaganda.” Toch zet hij vraagtekens bij regeringen die om ideologische redenen niet naar Peking reizen. „Ze hadden bij de toewijzing van de Spelen aan China aan de bel moeten trekken vanwege de Oeigoerenkwestie.”
Om toekomstige Spelen te depolitiseren heeft Meijer nog wel een suggestie. „Houd de Olympische Spelen permanent in Griekenland, in een accommodatie die met geld van de internationale gemeenschap wordt gebouwd. Dan ben je van alle gezeur af.”