Kwaadaardig geapp op de werkvloer bij politie en defensie
Het blijkt een moeilijk uit te roeien fenomeen. Ontsporende gesprekken in appgroepen. „Lieleke schele zeug.” Niet alleen privé, ook op de werkvloer bij politie en krijgsmacht.
Berichten en afbeeldingen in WhatsAppgroepen gaan regelmatig ver over de schreef. Af en toe komen heftige teksten uit dienstgerelateerde appgroepen naar buiten.
Agenten uit Horst –om maar een voorbeeld te noemen– gaan grof tekeer in een politieappgroep. Een agent vroeg in 2017 om foto’s van besmeurde dode lichamen in een appgroep van de politie-eenheid Limburg. Bij een ander voorval wordt een collega –weinig complimenteus– omschreven als ”lieleke schele zeug”.
Een andere agent meldde, na een akkefietje, zin te hebben de teamchef aan te rijden. Ook speculeerden collega’s erover het nieuwe huis van de chef in brand te steken of de hockeysticks van zijn dochter te breken. Andere voorbeelden uit het politieteam zijn niet geschikt voor publicatie.
Het appverkeer is eind september gepubliceerd door de Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ambtenaren (AGFA), een orgaan dat advies geeft over straf voor agenten, militairen en andere ambtenaren. Overheidsinstanties zijn wettelijk verplicht de AGFA te consulteren, maar mogen het advies naast zich neerleggen. Strafmaatregelen verschillen per zaak; elke kwestie vraagt een aparte beoordeling.
Vieze plaatjes
Een appgroep uit Horst, in 2015 opgericht door vier vrouwen, luistert naar de naam Miauw Kattenkoppen. Een vergelijkbare groep van wijkagenten, Game of Thrones, komt eind 2017 in de lucht „voor vieze plaatjes en filmpjes.”
In deze appgroepen vinden schokkende afbeeldingen gretig aftrek, volgens een feitenrelaas op de AGFA-website. Bij een foto van een door een politiehond gebeten Poolse man schreef een agent: „Heeeeeeeerlijk!!! Zo zie ik hem graag.”
Vijf medewerkers van het Limburgse politieteam werden juni vorig jaar ontslagen. Tegen vier anderen zijn disciplinaire maatregelen genomen, waaronder degradatie, vermindering van verlofuren of overplaatsing.
Schrik
„Ernstig”, zegt dr. Jaap Timmer over de omstreden berichten en afbeeldingen in appgroepen bij de politie. „Je schrikt ervan”, aldus de politiesocioloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
„Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Dat moeten we respecteren”, benadrukt Timmer, „maar het is kwalijk als mensen vanuit hun professie in een publieke organisatie ontoelaatbare berichten verspreiden. Grondrechten zijn altijd relatief. Als die schuren met de functie-uitoefening of de maatschappelijke verantwoordelijkheid is daar de grens.”Deelnemers aan Whatsapp-, Instagram- of Facebookgroepen lijken ervan uit te gaan dat ze in beslotenheid optreden. De rechter oordeelt anders, zo blijkt uit jurisprudentie. Een groep van vier, vijf mensen kan nog worden aangemerkt als besloten; een groep met twintig, dertig leden niet.
Hoeveel berichten er in politieappgroepen worden verspreid die niet door de beugel kunnen, kan Timmer, lid van de AGFA, niet zeggen. „Kwantitatief weet ik dat niet, kwalitatief wel. Ik heb berichten langs zien komen die echt niet kunnen.”
Omstreden uitingen komen regelmatig van piepjonge agenten die in de bestaande cultuur van de politieorganisatie rollen, niet altijd voldoende normen en waarden hebben meegekregen en ook niet worden teruggefloten door een leidinggevende. „Het zijn vaak sluipende processen die klein beginnen en groter uitgroeien.”
Corrigeren
Het toezicht vanuit het korps kan en moet beter, vindt de politiewetenschapper. Tijdens de opleiding en op de werkvloer. „Leidinggevenden moeten corrigeren en monitoren. Wordt iemand niet teruggeroepen, dan wordt verwerpelijk gedrag impliciet goedgekeurd.”
Senior-politiefunctionarissen dienen „onmiddellijk” corrigerend op te treden, stelt Timmer. „Collegiaal en constructief. Het doet even pijn, maar het is uit toewijding.”
De politieorganisatie moet in zijn optiek –„net als bij kinderen”– duidelijk grenzen stellen. Met bijvoorbeeld een verwijzing naar artikel 1 van de Grondwet. „Joh, volgens mij heb je de eed of de belofte afgelegd. Als je het daar niet mee eens bent dan ben je hier bij de verkeerde baas. Of je vertrekt, óf je houd je aan de regels.”
Onderontwikkeld
Het elkaar aanspreken op gedrag is binnen de politieorganisatie „onderontwikkeld”, geeft de VU-docent aan. Het tegendeel komt echter ook voor. Jonge agenten die –„begrijpelijkerwijs”– met knikkende knieën afkeurenswaardig gedrag van een leidinggevende aankaarten.
De vraag is of dubieuze appberichten in bijvoorbeeld onlinegroepen van agenten en militairen altijd zo boosaardig zijn bedoeld. Deze beroepsgroep maakt, om de stress van het gevaarlijke werk te verwerken, ook gebruik van galgenhumor?
Agenten hebben „absoluut” behoefte aan een uitlaatklep, erkent politiedeskundige Timmer. „Laten ze dat echter niet in appgroepen doen, maar hun stress en frustratie onderling uitspreken. Ook in de opvangmogelijkheden van het korps.”
Geschorst
Niet alleen de politie, ook de krijgsmacht heeft te kampen met dubieus appverkeer. Defensie heeft in juni zes mariniers geschorst voor discriminerende afbeeldingen in een dienstgerelateerde appgroep. De commandant heeft de militairen, op oefening in Denemarken, linea recta naar huis gestuurd.
De afbeeldingen waren „uitermate kwetsend en beledigend” voor mensen met een donkere huidskleur. Defensie heeft de gewraakte afbeeldingen voorgelegd aan justitie om te bezien of er strafbare feiten zijn gepleegd. Drie appjes zijn strafbaar, aldus het OM na onderzoek. Omdat de uitlatingen niet in het openbaar zijn gedaan, is strafrechtelijke vervolging volgens justitie echter niet op haar plaats.
De Koninklijke Marine heeft afgelopen weekend uiteindelijk één marinier een ”negatief ambtsbericht” gegeven, een aantekening in zijn functiebeoordeling, voor de discriminerende appberichten. Twee anderen kregen –via de interne maatregel– een waarschuwing.
Defensie onderstreept in een reactie dat er bij de krijgsmacht „geen plaats is voor kwetsende dan wel discriminerende uitlatingen, of deze nu in het openbaar zijn gedaan of niet.”
In opspraak
Ontoelaatbaar gedrag komt vaker voor in het leger. De Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda raakte eind 2018 –opnieuw– in opspraak nadat een kleine groep porno, racistische en rechts-extremistische beelden deelde.
In 2014 en 2021 haalde de officierenopleiding ook al het nieuws met een machocultuur, waar bij –bij een handvol– militairen schaarsgeklede dames er net zo vanzelfsprekend bij horen als kogels bij een geweer. Defensie heeft daarop meerdere onderzoeken ingesteld.
Vrouwelijke studenten voelen zich onveilig op de KMA, door een „machocultuur, grensoverschrijdend gedrag en sociaal onveilige situaties”, concludeerde Irina Tziamali (25) eind juni in een scriptie.
Tziamali beschrijft dat vrouwelijke cadetten niet voor vol worden aangezien, maar gelden als „prooi”, „slet” of „matras.” Ook wordt tegen vrouwen gezegd dat mannen niet per se op hen zitten te wachten op de opleiding. Er zou een „giftige sfeer” hangen op de academie.
Commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim liet daarop weten dat het nieuws „hard binnenkomt” bij defensie. „Zulk gedrag hoort niet in de krijgsmacht waar ik voor sta. Maar verandering kost tijd. Hier ga ik mij keihard voor inzetten.”
Zwaardmacht
Discriminatie, racisme, seksisme of uitsluiting in appberichten is kwalijk, reageert Ton van den Berg, voorzitter van de militaire vakbond AFMP. „Een militair is een vertegenwoordiger van de zwaardmacht van de staat. Hij heeft de eed of belofte afgelegd om wetten te gehoorzamen en trouw te zijn aan de koning.”
Racisme binnen de krijgsmacht, werkzaam in levensgevaarlijke omstandigheden, is extra verwerpelijk. „Een militair is net zo sterk als de man die naast hem staat. Hij moet blindelings kunnen vertrouwen op zijn collega. Racisme, discriminatie en uitsluiting bemoeilijken het werk in een eenheid.”Of racistische uitingen binnen de krijgsmacht meer voorkomen dan in de rest van de samenleving, durft de AFMP-voorzitter niet te zeggen. Van den Berg, voorheen actief als officier bij de luchtverdediging, zegt dergelijk ontoelaatbaar gedrag niet te zijn tegengekomen. „Defensie vormt echter een afspiegeling van de maatschappij. Komt discriminatie in de samenleving voor, dan ook bij de krijgsmacht.”
Moreel kompas
De grens tussen een flauwe grap en boosaardig bericht is dun en subjectief. „Wat de een een goeie grap noemt, kan voor de ander een botte belediging zijn. Berichten gaan over de schreef als ze kwetsend of beledigend zijn.”
Toezicht van een commandant op appgroepen gaat te ver, stelt Van den Berg, die erop wijst dat militairen hun morele kompas moeten gebruiken. „Daarom is het belangrijk daar bij de vorming van militairen aandacht aan te besteden.”