Wat ze het liefste deden werd opeens een gezondheidsrisico. Toch zongen sommige koren door, desnoods online. De dirigent van Jigdaljahu en een koorlid van Stereo over ‘hun’ coronajaar.
„Laat al wat zingen kan, de glorie zingen van God en God alleen.” Jonge stemmen vullen de Grote Kerk in Schiedam op een zomerse avond begin juli. Overtuiging is van de gezichten af te lezen: hier hebben ze maanden naar verlangd, zo samen zingen.
En het is meer dan dat, vertelt Nella Schipper later in de pauze. De 31-jarige Oud-Beijerlandse staat met wat andere koorleden voor de kerk bij te praten. Emotioneel: „Hier beleef je de tekst. Alles zingen we tot Gods eer.”
Als je het zo diep ervaart, grijpen een paar maanden zangstilte diep in. Nella werd er „bijna depressief” van. Zingen ordent haar bovenkamer, vertelt ze. Voor Jan (32) uit Barendrecht, die tegenover haar staat, is het belijden van het geloof een van de redenen dat hij naar koor gaat. „Zingen is twee keer bidden. Door zang word ik in mijn geloof versterkt. Dat heb ik het meest gemist in coronatijd.”
Deze eerste repetitie van christelijk koor Jigdaljahu na de coronastop voelt als een reünie. De stemmen grijpen ineen alsof er nooit een lockdown geweest is. Dirigent Bert Noteboom staat op de bok te swingen, maar blijft deze eerste repetitie zijn enthousiasme de baas. Er moet kritisch geluisterd worden. „Dit is te dik voor het begin”, over de eerste regels van ”God en God alleen”. En als de mannen de melodielijn overnemen: „Ik versta er geen klap van.” Vier, vijf keer slaat hij af.
Mondkapje
Repeteren zonder duidelijk doel; daar is Noteboom eigenlijk helemaal niet zo van, vertelt hij een paar maanden eerder, in zijn kantoor in het gebouw van christelijke gemeente De Wegwijzer in Almere-Buiten. Behalve musicus is Noteboom ook voorganger. Normaal gesproken doet hij met Jigdaljahu –waar hij sinds april 2014 voor staat– een paar repetities en daarna een concert. Door corona ging dat opeens allemaal anders. Vanaf maart 2020 liggen alle repetities stil, en ook van concerten is geen sprake. Het gros van de koorzangers in Nederland, volgens Koornetwerk Nederland 1,7 miljoen mensen, valt stil.
Vlak voor de lockdown heeft Noteboom met Jigdaljahu nog een uitvoering in Middelburg. „Dat was een prachtig concert. Achteraf gezien de laatste keer dat je mensen zij aan zij in een kerk zag zitten.” Er liepen al wel een paar mensen met een mondkapje op, die Noteboom toen voor „een paar malloten” aanzag.
Nadien heeft hij nogal eens verzucht: wat zou hij graag weer een concert in een kerk als Middelburg willen dirigeren, voor een volle zaal. Want in maart viel zijn dirigentenwerk dus opeens stil. Bovendien kreeg hij zelf corona, waarschijnlijk opgelopen op dat bewuste concert in Middelburg. De eerste weken miste hij daardoor het koor nog niet echt. „Je hebt gewoon een beetje vrij. Voor mij was het vooral ziek zijn, verder was ik nog niet zo met de lockdown bezig.”
Er moesten wel meteen praktische beslissingen genomen worden, herinnert de dirigent zich. „Samen met de concertcommissie en het koorbestuur moest ik bekijken tot wanneer we concerten moesten skippen. We dachten: tot de zomer laten we ze vervallen, maar in september en oktober kunnen we wel weer gaan zingen.”
Daar kwam niets van in: was het voor sommige koren kort voor de zomervakantie mogelijk om –met strikte regels– weer te repeteren, na de zomervakantie diende de tweede golf zich snel aan en werden de touwtjes weer aangehaald.
Onlineopname
Met dat hij „Jigdal” langer niet ziet en hoort, komt ook het gemis. Niet zozeer het repeteren, haast hij zich te zeggen. Want dat is gezellig, maar ook keihard werken. En soms moet hij scherp tegen het 120-koppige koor zijn. „Wat ik echt mis, zijn de concerten. Samen mooie muziek maken, God loven en prijzen en het publiek meenemen in het verhaal dat je brengt.”
Dat er geen concerten gegeven konden worden, betekent overigens niet dat Noteboom stilzat de afgelopen anderhalve jaar. Koorleden missen het zingen, merkt hij. Dat prikkelt om toch iets muzikaals te gaan doen. Samen met Jaco van Houselt, oud-collega van STH Records, gaat hij aan de slag met een onlineopname. Thuis zingen de koorleden ”Uit de diepten roep ik U” via hun mobiele telefoon in; uit die talloze opnamen maken Van Houselt en Noteboom één geheel, dat in september 2020 op YouTube verschijnt. „Die opname is heel warm ontvangen.”
Vanaf het begin van de coronapandemie gaan berichten rond over de rol die zingen zou spelen in de verspreiding van het virus. Met als startschot in mei een groot artikel in Trouw over het Amsterdams Gemengd Koor, dat de uitvoering van de Matthäus Passion wel doorzette en dat moest bekopen met diverse besmettingen en sterfgevallen door corona. Ook later dat jaar druppelden de berichten binnen. Bij De Lofzang in Heerde overleden diverse mannen aan corona, eind september werden op een koor in Leiden verschillende leden ziek, ondanks –naar later bleek verkeerd gebruikte– ventilatie.
„Ingewikkeld” vond Noteboom die berichtgeving over zang. Aan het begin van de coronapandemie zet hij zijn hakken in het zand, gaat hij de strijd aan. En nog steeds is hij van mening dat zingen het virus logischerwijs verspreidt, maar gelooft hij niet dat dit meer is dan wanneer mensen samen ergens borrelen. Tegelijk heeft hij als pastor ook aan het ziek- en sterfbed van coronapatiënten gestaan. „Als die ziekte je te pakken heeft, kan het goed mis zijn. Maar ik zie ook mijn zoon, die drie keer een loopneus heeft en wat hoofdpijn, en dat is dan ook corona.”
Wat hem vooral stoort: het gebrek aan flexibiliteit en de „bekrompen” neiging van de Nederlandse overheid om alles in wetjes vast te leggen. „Daarmee sla je volgens mij het gezonde verstand van mensen dood.” Beter zou volgens hem zijn om een aantal hoofdkaders te geven en mensen zelf de kleur te laten bepalen. Zeker voor koren had dat een stuk meer bewegingsvrijheid betekend. „Het maakt nogal verschil of ik een bejaardenkoor leid of een kinderkoor. Leden kunnen bovendien zelf inschatten of het risico om te komen aanvaardbaar is. Iemand die in de zorg werkt, zal zelf voorzichtiger zijn.”
Murw
Omdat repeteren in het najaar weer onmogelijk wordt –in november wordt het zelfs verboden– krijgt de onlinemuziekvideo nog twee keer een vervolg. Halverwege januari neemt het koor een arrangement van Sela’s ”Toekomst vol van hoop” op. In mei is Noteboom net druk met de laatste ‘homemade’: ”God en God alleen”, een vertaling van ”God and God alone”. De klanken van de ruwe versie –„hier zit nog wel een paar dagen werk in”– rollen door het Almeerse kantoor.
Net als voor veel koorleden gaat ook voor Noteboom het musiceren met Jigdaljahu verder dan de muziek alleen. „Uitvoeren is het beleven van het geestelijke verhaal in je”, zegt hij daar over. En dat dat maanden niet kan, maakt dat hij zich soms murw geslagen voelt. Daarom kwamen de onlineopnamen als geroepen. „Van ”God and God alone” was nog geen goede Nederlandse vertaling; die heb ik samen met de stadsdichteres van Hilversum gemaakt. Zo’n tekst maken is een proces van weken. Als ik daarmee bezig ben, laait het vlammetje van verlangen weer even op.”
Aanmeldingen
Ook bij koorleden is het enthousiasme op de eerste repetitieavond groot, misschien juist omdat ze elkaar maanden niet gehoord en gezien hebben. De Grote Kerk in Schiedam barst bijna uit haar voegen bij ”All things bright and beautiful”, net voor de pauze. Voor diverse koorleden kwam de repetitie, zo vlak voor de vakantie, als een verrassing. „Ik had er niet meer op gerekend”, zegt Joëlle (22) uit Oud-Beijerland. „Het is supergaaf om hier te zijn.”
Verrassend genoeg kreeg Jigdaljahu juist in coronatijd veel nieuwe aanmeldingen erbij: meer dan dertig. Dat zijn er zo veel dat Noteboom ze niet eens allemaal individueel kon horen tijdens een repetitie in september vorig jaar. Waarom het koor juist nu nieuwe leden aantrekt? „Misschien omdat mensen het zingen missen? Of misschien zijn ze ons op YouTube tegengekomen en willen ze graag in een goed koor zingen.” Overigens worden niet alle geïnteresseerden automatisch lid; Noteboom ‘stemt’ ze eerst op een speciale avond.
Najaarsconcert
Bij de start van een nieuw repetitieseizoen –het eerste na maart 2020 dat er normaal uit lijkt te gaan zien– is Noteboom hoopvol gestemd. Er liggen plannen voor een najaarsconcert in oktober en een kerstconcert. Het kabinet laat per 25 september de 1,5 meterregel los. Dat betekent dat het volledige koor weer bijeen mag komen en kerken in theorie weer helemaal vol mogen bij uitvoeringen. Het levert ook weer nieuwe vragen op: wat bijvoorbeeld te doen met de coronapas? De toekomst is hoe dan ook ongewis; komt er een najaarsgolf van corona, worden de regels weer strenger, komt er een nieuwe lockdown? Noteboom is er het liefst niet zo mee bezig. „Ik hoop dat die tijd voorbij is.”
Stereo
Begin maart 2020. Jelle van der Meulen (66) vertrekt naar zijn koorrepetitie. Hij is al veertien jaar lid van mannenkoor Stereo uit Genemuiden. Zingen is hem met de paplepel ingegoten. Koorzang vindt hij geweldig mooi, en dan vooral mannenkoren.
Die avond beseft hij niet dat dit de laatste keer zal zijn dat het complete koor –150 man sterk– samen kan zijn. Want 13 maart gaat het hele land op slot, en is repeteren onmogelijk, laat staan concerten geven. Alle koren in Nederland –zo’n 10.000 stuks naar schatting– stoppen van de ene op de andere dag met repeteren en uitvoeren.
De tenor vindt het heel erg dat de repetities stoppen. Maar dat besef komt later pas. De eerste periode van de lockdown heeft Van der Meulen wel wat anders aan zijn hoofd. Hij wordt zelf ziek: corona. „Ik heb het behoorlijk heftig gehad. De eerste anderhalve maand is dus een beetje aan me voorbijgegaan.”
Nadat hij is opgeknapt, mist hij het koor des te meer. Op donderdagavond zit Van der Meulen thuis. Zijn gedachten zijn dan niet zelden bij het koor te vinden. „We beginnen elke repetitie met een psalm met bovenstem. Dat is zo geweldig, dat moet je meemaken. Kippenvel.” Hij gaat muzikale vervanging zoeken. Zet op donderdagavond dan maar een orgelconcert aan, om toch muziek om zich heen te hebben.
In die eerste golf houdt het virus flink huis in de gemeente Zwartewaterland, waar Genemuiden toe behoort. Van der Meulen hoort er later over via zijn vrouw. Ook koorleden worden ziek. Het grijpt hem flink aan. „Mensen met wie je zolang gezongen hebt, verdwijnen opeens uit beeld.”
Riethandel
Zomer 2020 versoepelt het kabinet de coronaregels; in september komt Stereo voor het eerst in maanden weer bij elkaar. Voor de veiligheid in een heel grote hal van een van de koorleden, die een riethandel heeft. Het is die avond frisjes, want alle deuren staan open en de tocht trekt door de ruimte. Maar dat is klein leed. „Het was heel bijzonder.” Niet elk koorlid is overigens aanwezig: sommige 75-plussers durven het niet aan en blijven thuis.
Van der Meulens stem moet na zo’n lange tijd wel even wennen aan het zingen. De gevolgen van zijn coronabesmetting spelen hem soms parten. „Ik had last van kortademigheid. In iedere zin moest ik wel drie keer ademhalen. Af en toe kwam de benauwdheid op, alsof mijn keel werd dichtgeknepen.”
Ook het zingen op anderhalve meter afstand is nieuw voor de mannen. Dat is toch anders dan schouder aan schouder in het koor staan. „Onze dirigent zei altijd: Let op hoe je buurman zingt en doe met hem mee. Maar met die afstand hoor je elkaar veel minder goed. Het hangt dus meer af van jezelf nu.”
Later zingt het koor een paar keer in de hersteld hervormde gemeente van Genemuiden, die ruim genoeg is om alle 120 mannen op anderhalve meter te laten staan. Voorzichtig maakt het bestuur weer plannen: misschien toch een kerstconcert dat jaar?
Zangverbod
Maar dan opeens is daar, eind november, het zangverbod. Koren mogen niet meer zingen, meldt de overheid op basis van een OMT-advies. Een verbod waarvan later blijkt dat het geen juridische grondslag heeft, maar daar hebben de koren op dat moment niks aan.
Een „jojo” noemt Van der Meulen de regelgeving. „Eerst denk je dat zingen weer mag, dan wordt het weer verboden. Dat vond ik heel jammer. Ook al zing je op afstand, je doet het toch samen.” Maar regels zijn regels, vindt de oud-politieman. Dus als de overheid zegt dat zingen niet mag, dan doe je het niet. Stereo is weer stil.
Van der Meulen heeft de berichtgeving over het mogelijke risico rond zingen „een beetje” gevolgd. De steeds wisselende adviezen en onderzoeken over zingen laten hem niet koud. „Ik hield en houd er toch wel rekening mee dat zingen wellicht extra risico op verspreiding van het virus geeft.”
Binnen het koor is de bereidheid om de overheidsregels te volgen groot, is zijn indruk. „Wellicht ook doordat corona hier in deze omgeving behoorlijk aanwezig geweest is. Vrijwel iedereen kent iemand die heel ziek is geweest of is overleden. Ik denk dat dan minder snel gezegd zal worden: We gaan gewoon zingen.”
Laptop
Stereo start na een paar maanden van stilte met digitale repetities. Dirigent Harm Hoeve speelt de partijen voor, de mannen zingen vanuit huis mee. Ieder achter een eigen laptop. Enkele jongeren zoeken elkaar op en gaan in elkaars huizen samen zingen. „In je eentje achter je computer meezingen, daar is weinig aan. Je studeert dan misschien wel, maar je mist het gevoel van samen koor zijn. Samen zingen tot Gods eer.”
Luidkeels zingen mag in februari 2021 bijna nergens meer. Kerk, koor, concertzaal: alles verstomt opnieuw. Wie zich thuis niet veilig genoeg voelt om te zingen, kan dat bijna nergens meer doen. Ook in de kerkelijke gemeente van Van der Meulen is zingen in de lockdown niet toegestaan. Thuis zingt hij des te harder. Bij de onlinekerkdienst –„mijn vrouw en ik zingen altijd uit volle borst”– maar ook los daarvan. Geregeld staat de Reformatorische Omroep aan, Van der Meulen en zijn vrouw zingen dan naar hartenlust mee.
Het verlangen om zich zingend te uiten zit diep, ook bij zijn vrouw. „Toen we onlangs voor de dienst uitgenodigd werden, zei ze: Ik blijf liever thuis, want dan kun je tenminste zingen. Natuurlijk gingen we toch, maar ik snap haar ergens wel.”
Geestelijke ontspanning
Op een warme avond in augustus zijn pakweg honderd mannen van Stereo weer bijeen om te repeteren. Ditmaal weer op hun vertrouwde stek: het Hervormd Centrum in Genemuiden. Voor sommigen is dit de eerste repetitie in maanden; anderen deden vlak voor de vakantie al even mee, toen Stereo een enkele keer in de hersteld hervormde kerk bijeenkwam.
Ook na een tijdlang niet samen gezongen te hebben, zijn de stemmen nog steeds snel warmgedraaid. Traditiegetrouw start de avond met een psalm met bovenstem, Psalm 89:8 deze keer. Dat heeft een droevige reden: in de afgelopen week is een koorlid hun ontvallen. Niet door corona, overigens.
Eerst mogen de mannen even loskomen met twee stukken die ze al langer kennen. Daarna is het studeren geblazen. Dirigent Harm Hoeve zet zich aan ”Wees niet bevreesd”. „Dit is een stuk voor intelligente mensen, wat jullie ook zijn.” De eerste tenoren moeten flink de hoogte in, wat zeker met het ‘afdakje’ waar ze onder staan –het plafond is iets verlaagd aan twee kanten– geen koud kunstje is.
De jeugd is goed vertegenwoordigd – Stereo heeft een grote club 18- tot 30-jarigen. Sommigen zijn al jong op koor gekomen: bas Erik Eenkhoorn bijvoorbeeld op 14-jarige leeftijd, vertelt hij als de mannen na afloop nog even een kopje koffie of thee drinken samen. Afstand houden blijkt lastig in de buitenlucht. De nu 24-jarige Genemuidenaar heeft het zingen in coronatijd erg gemist. Niet zozeer het koorzingen, als wel de gemeentezang – hij speelt orgel in de kerk. „Van Stereo miste ik de onderlinge band nog meer dan het zingen zelf.”
Bariton Marius den Hollander baalt ervan dat er al zolang geen concerten zijn geweest. Voor hem is het zingen op Stereo „geestelijke ontspanning. Helemaal op concerten. Het gaat om soli Deo gloria: alleen God de eer.”
Den Hollander was een van de jongeren die aan het begin van de lockdown met een groepje de digitale repetities volgden. „Online was fijn, maar dit is veel beter.” Hij kijkt ondanks alles nuchter vooruit: „We repeteren gewoon, en we zien wel of we een concert kunnen geven.”
Coronapas
Bij de start van een nieuw repetitieseizoen spelen er voor koorbesturen nu weer andere vragen. Gaan voor koorleden die gevaccineerd zijn andere regels gelden dan voor hen die dat niet zijn? Hoever kun je concerten vooruit plannen? Wat betekent de coronapas voor concerten?
Bij de repetities van Stereo zal vaccinatie geen grote rol gaan spelen, denkt Van der Meulen. Hij kan zich niet voorstellen dat het bestuur andere regels gaat stellen voor mensen die wel en mensen die geen prik hebben gehad. Dat is ook afhankelijk van de regels die de overheid stelt, denkt hij.
Wel is hij bang dat er in het najaar een vierde coronagolf aan zal komen. Op korte termijn ziet hij Stereo dan ook nog geen concerten geven. „Erg jammer, want daarvoor oefen je elke week.”
Toch maakt hij zich geen zorgen over de toekomst van het koor. „We zijn een hechte club mannen, iedereen is gemotiveerd. Bovendien: we kunnen zien op de Heere, Die alles regeert. Dus of ik vertrouwen heb in de toekomst? Zeker!”