Ophef domineert Olympische Spelen in Japan
De Olympische Spelen in Tokio zijn vrijdag officieel van start gegaan. Corona en de Japanse maatschappelijke onvrede lijken nu al de erfenis van dit sportevenement te bepalen.
De afgelopen decennia wedijverden staten om het felbegeerde sportspektakel binnen te halen. Maar wie wil in deze tijd nog de Olympische Spelen organiseren? De aloude gedachte van internationale verbroedering achter het evenement lijkt niet langer doorslaggevend. Hooguit kunnen kijkcijfers en reclame-inkomsten nog een duwtje in de rug geven.
Tekenend is dat het Australische Brisbane deze week de Zomerspelen van 2032 kreeg toegewezen. De stad was de enige kandidaat. Weinig landen zitten te wachten op de miljarden verslindende operatie en de extreem hoge eisen die het Internationaal Olympisch Comité aan nieuw te bouwen sportcomplexen en andere faciliteiten stelt.
Tokio ging de uitdaging voor het organiseren van de Olympische Spelen van 2020 aan. Corona gooide echter roet in het eten en de wedstrijden werden een jaar uitgesteld. Vrijdag werden de Spelen officieel geopend, zij het met de nodige ingetogenheid.
Besmet
Met het naderen van de openingsdatum, groeide ook de weerstand tegen het evenement. Al in de aanloop naar de Spelen werd duidelijk dat pers en publiek maar beperkt aanwezig mogen zijn. En inmiddels is bekend dat tientallen atleten met het coronavirus zijn besmet. Sommigen konden daardoor niet eens naar Tokio afreizen; voor anderen moet vervanging worden gezocht. En van sommige wedstrijden is het maar de vraag of ze wel door kunnen gaan.
Het bracht Toshiro Muto, hoofd van het organiserend comié van ”Tokyo 2020”, zoals deze Spelen nog steeds worden genoemd, ertoe zelfs deze week nog te suggereren dat het hele spektakel alsnog wordt afgeblazen.
Zover is het niet gekomen. Maar de weerstand is er niet minder om. Een recente peiling van Ipsos Global Advisor wees uit dat slechts de helft van de Amerikanen er voorstander is dat de Olympische Spelen dit jaar überhaupt doorgaan. Onder Japanners ligt dat percentage op een goede 20 procent.
Dat laatste is niet voor niets. Ondanks de verwoede pogingen van de Japanse regering om de bevolking warm te maken voor de Spelen, is de Japanner bepaald niet enthousiast.
Op de achtergrond speelt de traditionele Japanse gereserveerdheid tegenover alles wat buitenlands is wellicht een klein beetje mee. Maar dat valt in het niet bij de zorgen die de bevolking over het oprukkende coronavirus heeft.
Vaccinatiegraad
Terwijl Japanse politici de afgelopen tijd om het hardst verkondigden dat de Spelen hoe dan ook door moesten gaan, zagen de burgers het aantal besmettingen alleen maar toenemen. De vrees bestaat dat de Spelen –ook al is het aantal bezoekers ingeperkt– dat cijfer nog fors omhoog zullen brengen. Alleen al in Tokio werden deze week zo’n 1400 nieuwe Covid-gevallen per dag gemeld.
Daar komt bij dat de vaccinatiegraad in het Land van de Rijzende Zon nog altijd laag is, vergeleken met veel andere hoogontwikkelde staten.
Op 18 juli had ongeveer een derde van de Japanse bevolking één prik gekregen; slechts 22 procent was volledig gevaccineerd. Japan begon pas in februari met inenten, deels doordat het land de resultaten van eigen testen van nieuwe vaccins wilde afwachten. Een deel van de beschikbare vaccins werd ook nog eens aangehouden voor deelnemers van de Spelen en hun entourage.
The New York Times verzuchtte deze week veelzeggend – ruim voor het spektakel in Tokio van start ging: „Laten de Spelen… voorbij zijn?” Menigeen zal zich deze Olympische Spelen niet zozeer het aantal medailles herinneren, als wel de grote ophef die met deze Japanse editie gepaard ging.