Binnenland
Lastige Etty heeft moeite met autoriteit

De tolerantie onder druk

Nederland is tolerant. Minderheden worden beschermd door de vrijheid van godsdienst, onderwijs en meningsuiting. Maar de spanningen lopen op. Fundamentalistische moslims grijpen naar geweld. Als reactie zijn er aanslagen op scholen, kerken en moskeeën. Hoe kan dit gebeuren in een verlicht land waarin de publieke opinie vooral wordt beïnvloed door libertijnse denkers die de totale vrijheid van de mens prediken?

In een serie laat het RD drie van deze opiniemakers aan het woord. Zij geven hun visie op de Nederlandse samenleving, het christelijk geloof, de islam, tolerantie en geweld.

Woensdag deel 3: NRC Handelsblad columniste en VU hoogleraar dr. Elsbeth Etty. Zaterdag als afsluiting deel 4: reacties van opiniemakers uit onder meer de gereformeerde gezindte. Eerdere afleveringen verschenen op vrijdag 12 november (de bioloog en Volkskrant columnist Ronald Plasterk) en zaterdag 13 november (de filosoof Herman Philipse).

Dr. Elsbeth Etty (53) werkte onder andere bij het Utrechts Nieuwsblad, is op dit moment columniste bij NRC Handelsblad en begint na de Kerst als bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze krijgt tot taak studenten het recenseren van literaire boeken bij te brengen. Een niet-gelovige als hoogleraar aan een christelijke universiteit? Relativerend: „De VU gaat met haar tijd mee.”

Etty heeft een links verleden. Ze begon haar carrière in 1973 als journalist bij De Waarheid, het partijblad van de CPN, en schopte het daar tot adjunct-hoofdredacteur. Wat haar aansprak in de communisten? „Toen ik lid werd, had ik het idee dat dit de meest vooruitstrevende, vrijzinnige partij was die er bestond.” In 1982 stapte ze eruit, na ernstige twijfels over de vraag of het klimaat bij de CPN wel fris was. „Toen men mij vroeg of ik een rapportje over een partijgenoot wilde schrijven, was de grens bereikt. Dat doe ik niet.” Etty hield aan haar CPN-avontuur een levensgezel over: Gijs Schreuders, voormalig hoofdredacteur van De Waarheid en oud-kamerlid voor de CPN. Ze trouwde met hem in 1999, na twintig jaar samenwonen.

Ironie is Etty niet vreemd. Over haar weelderige, rode haardos haar zei ze ooit: „Ik laat het altijd zo, uit gemakzucht of angst voor verandering, dat mag de psychiater beoordelen.” De columniste vloekt geregeld en is zich dat bewust. „Ik zal in jullie gezelschap proberen het niet te doen.”

Op de gereformeerde kleuterschool in Leidschendam was ze een onopvallend meisje, op de lagere school ook nog, maar daarna begonnen de problemen. Elsbeth moest diverse keren van middelbare school wisselen vanwege haar opvallend lastige gedrag. Ze bezocht zelfs een school voor moeilijk opvoedbare kinderen in Velp, werd opnieuw weggestuurd, verbleef enige tijd bij een predikant in Arnhem, maar ook dat liep spaak. Terugkijkend: „Ik heb moeite met autoriteit.”

Haar vader was een uit Nederlands-Indië afkomstige landbouwkundig ingenieur. Hij stemde VVD. Dat zal zijn dochter Elsbeth niet snel doen. Wel D66. „Ik vind dat een aantal immateriële zaken zoals euthanasie en abortus bij die partij in goede handen is.” Hoewel, haar liefde voor D66 is de laatste tijd danig bekoeld. „Ik vind dat ze nooit in dit kabinet hadden moeten gaan zitten.”

Etty promoveerde in 1996 op een biografie over dichteres en politiek activiste Henriette Roland Holst: ”Liefde is heel het leven niet”. Ze vindt het interessant te ontdekken hoe religie na jaren opnieuw betekenis kreeg in het leven van Holst, hoewel „ik er zelf geen enkele behoefte aan heb.” Dat klinkt nog redelijk gematigd, maar in columns slaat Etty hardere taal uit. „Ik heb een hekel aan geloof. Het leidt tot veel ellende.” In een andere column scheert ze islam en christendom over één kam: „Het is bijna mode geworden om te zeggen dat de islam een achterlijk geloof is, getuige de achterstelling van vrouwen en gezien de verheerlijking van het martelaarschap. Ik zou er alleen aan willen toevoegen dat het christendom niet minder achterlijk is.” En in haar volgende uitspraak windt ze er ook geen doekjes om: „Secularisatie vind ik een prettige ontwikkeling.”

Veelvuldig is Etty op radio en tv te horen als commentator. Verschillende collega’s nemen haar vanwege deze mediagerichtheid regelmatig op de korrel. Ze haalt haar schouders erover op: „Ik heb eerder te weinig dan te veel geldingsdrang.” Het lijkt te strijden met een andere uitspraak van haar: „Ik heb geen speciaal doel voor ogen met mijn stukjes, maar ik ben wel blij dat ik m’n mening overal over mag geven.” Over het effect van haar columns maakt ze zich geen illusies, maar „ik vind het leuk om bepaalde formuleringen van mezelf terug te horen in de Kamer.”

Etty woont met Gijs Schreuders en twee katten in een vijf etages tellend huurhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam. Ondanks die locatie rekent ze zichzelf niet tot de elitaire Amsterdamse grachtengordel. „Deze kant van de Prinsengracht grenst aan de Jordaan. Daar voel ik me bij thuis.” Haar smalle, Anton Piek-achtige woning grenst bijna aan de Noorderkerk -„de enige zwartekousenkerk in deze stad”- waar elke zondag de gereformeerdebonders samenkomen. „Ik ben een keer wezen luisteren. De gelovigen werden een beetje gegeseld. Gespierde taal hoor, maar daar hou ik wel van.”

Inderdaad, Etty schuwt stevige woorden niet. Nog twee voorbeelden. Over emancipatie: „Ik beschouw het als een groot voorrecht te leven in een tijd en een cultuur waarin vrouwen zich niet langer door traditie, wet of religie hoeven te laten veroordelen tot huwelijk en gezin.” Over de dood van volkszanger André Hazes: „Het circus rond zijn lijk vond ik weerzinwekkend. Kijk ons eens, wilde die show zeggen, kijk ons eens uniek zijn! Wij zijn de gabbers van André.” En bij het zien van de tv-beelden over de herdenkingsbijeenkomst in de ArenA voelde de NRC-columniste „niets dan walging.”

Soms vervalt Etty in blasfemie, zoals in haar column over de weigering van staatssecretaris Ross (CDA) om alle zwangere vrouwen een abortus aan te bieden als uit prenataal onderzoek blijkt dat hun kindje ernstige afwijkingen heeft. Satirisch schrijft ze: „Laat aanstaande moeders in onwetendheid, dan hoeven zij geen keuze te maken. Die heeft Ross al voor hen gemaakt. Omdat de kerk die voor Ross gemaakt heeft. Omdat God die aan de gelovigen geopenbaard zou hebben. En daarom heeft Nederland de hoogste babysterfte: dat is Gods in het CDA belichaamde wil.”

Dat de integratie van moslims met het verstrijken van de tijd beter gaat, is volgens Etty een utopie. „Ik ontmoet islamitische jongens die strenger in de leer en in de beleving van hun godsdienst zijn dan hun ouders. Ze vinden hun ouders maar slap. Beangstigend.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer