„Rome beter thuis in gewijd dan algemeen priesterschap”
Kent Rome het algemeen priesterschap van gelovigen? „De bisschoppen beklemtonen van niet, voorgangers noemen het niet in hun verkondiging, gelovigen kennen het niet.”
Dat stelde de Tilburgse prof. dr. Marcel Sarot woensdag tijdens het onlinesymposium ”Priesterlijke zielen gevraagd m/v”, georganiseerd door de Katholieke Vereniging voor Oecumene, Refo500, uitgeverij Summum en de Theologische Universiteit Apeldoorn.
Hoofdspreker was dr. Martijn Pouw, rooms-katholiek priester van de organisatie Opus Dei en in Rome gepromoveerd op een studie over het algemeen priesterschap van gelovigen waarin hij Rome en Reformatie met elkaar vergelijkt.
De reformatoren stelden volgens dr. Pouw dat christenen zich kunnen verenigen met Christus. Dit gebeurt door het geloof en de wonderlijke ruil (bij Luther) en door uitverkiezing en mystieke eenwording (bij Calvijn). „De reformatoren hebben groot gelijk: wij, zondaars, kunnen uit onszelf niets aan God geven. Maar Jezus Christus is de brug tussen hemel en aarde. Zijn heilswerk heeft een historische én een aan ruimte en tijd overstijgende dimensie. God past zich dáár aan ons aan. Willen wij ons echt hier en nu verenigen met de Heer heel ons hart, ziel en lichaam, dan is het nodig dat Hij naar ons toe komt én wij naar Hem toegaan.”
In Jezus Christus kunnen mensen zich verenigen met God en worden ze in staat gesteld mee te werken aan Zijn project om alles te herstellen en in Christus onder één hoofd te brengen. „We zijn nog onderweg en daarom hebben we juist de kerk als gezin nodig.”
Dr. Andreas Wöhle, luthers predikant in Amsterdam, constateerde dat Luther vooral vanuit een passieve houding denkt, reagerend op Gods liefde in Christus van buiten hem. „Die liefde is niet alleen toerekenend maar verandert de mens geestelijk én werkelijk. De mens blijft daarbij echter wel die hij is. Ook de gerechtvaardigde is zondaar. Door het geloof groeit Christus in ons en neemt Hij de mens in het groeien mee. Christus woont in de aardse werkelijkheid en tastbaar in mensenlevens en is royaal aanwezig in de elementen van brood en wijn. Je kunt volgens Luther geheiligd wórden en dat gebeurt midden in deze wereld”, zo hield hij Pouw voor.
V
erkondiging
Toen prof. dr. Wim Moehn (Protestantse Theologische Universiteit) bij Pouw las van „gnostische” aspecten van de reformatorische verlossingsleer, wreef hij zijn ogen uit. „Inderdaad zegt Calvijn een keer dat de Geest zonder middelen het heil kan bemiddelen, maar dat is niet het gewone patroon. De bemiddeling van het heil geschiedt bij Calvijn door de verkondiging van het Woord. Daar gaan Woord en Geest samen op. Calvijn benadrukte de notie van het verbond, waarin de mens door God geroepen wordt tot antwoord. Daar, midden in het leven, wordt het heil bediend en bemiddeld.”
Prof. Sarot (School of Catholic Theology, Tilburg) vond dat de rooms-katholieke theologie op het punt van het algemeen priesterschap juist veel kan leren van protestanten, zoals hun nadruk op het kindschap van God en de waarde van een persoonlijke relatie met God.
De beste uitleg van hoe gelovigen in deze tijd zinvol kunnen begrijpen wat er in 1 Petrus staat over de kerk als een gemeenschap van vreemdelingen en bijwoners enerzijds en als een koninkrijk van priesters anderzijds, trof Sarot aan bij de protestantse theoloog Stefan Paas. Deze gebruikte de priestermetafoor om de missionaire aard van de kerk te omschrijven als een dubbele beweging: de kerk vertegenwoordigt de wereld voor God en zij vertegenwoordigt God voor de wereld. „Als wij die gedachte tot ons laten doordringen en in ons kerkelijk leven waarmaken, dan wordt het misschien nog wel eens wat met de ”nieuwe evangelisatie” in de Katholieke Kerk waarmee wij nu zo worstelen.”
Prof. Herwi Rikhof (Tilburg) zei tijdens een afsluitende oecumenische reflectie dat de beste tekst over het algemeen priesterschap van alle gelovigen te vinden is in het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), waarin Rome antwoord gaf op de Reformatie. „Het concilie heeft opnieuw ontdekt hoe belangrijk de doop is als gemeenschappelijke basis tussen de kerken. Het toen uitgesproken drievoudige ambt van Christus en de christen is een definitie die alle kerken kunnen overnemen. De receptie van het concilie over dit thema is echter nauwelijks begonnen.”