PvdA-leider Lodewijk Asscher had niet moeten opstappen in januari, vindt partijprominent en burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb. Asscher vertrok twee maanden voor de verkiezingen als lijsttrekker wegens zijn rol in de toeslagenaffaire. „Ik vond dat echt een verkeerde beslissing”, zegt Aboutaleb daarover in Jinek.
De PvdA blijft na de verkiezingen steken op het historische lage aantal van negen zetels. Asschers opvolger Lilianne Ploumen moest het stokje snel overnemen en volop campagne voeren. Dat was niet nodig geweest, vindt Aboutaleb. „Lodewijk Asscher had niet weg gemogen, wat mij betreft.” De burgemeester van Rotterdam was „ontgoocheld” door het vertrek van de partijleider.
De toeslagenaffaire heeft uiteindelijk geen belangrijke rol gespeeld in de verkiezingscampagne. Asscher „is vertrokken om een reden die blijkbaar door de meeste kiezers niet zo belangrijk is gevonden”, zegt Aboutaleb. Hij wijst naar het verlies van het CDA en de SP, twee partijen die hard aan de affaire hebben getrokken. De nummers twee op de lijsten van die partijen, Pieter Omtzigt (CDA) en Renske Leijten (SP), hebben geholpen het toeslagenschandaal aan het licht te krijgen. Aboutaleb hoopt in elk geval dat zij zijn beloond door de kiezers. Verwacht wordt dat beide Kamerleden veel voorkeursstemmen hebben gekregen.