De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) adviseert gemeenten dringend om het zingen tijdens kerkdiensten in ieder geval tot en met 7 februari achterwege te laten. Zingen met een klein groepje is ook te gevaarlijk, vindt het moderamen.
Aan het advies, dat woensdag werd geplaatst op de website van de PKN, liggen verschillende overwegingen ten grondslag: de opkomst van de zeer besmettelijke Britse variant van het coronavirus, de situatie in twee kerkelijke gemeenten waar zingen waarschijnlijk een bron van besmetting is geweest en een nieuw advies van de werkgroep Zingen in de kerk.
Deze werkgroep, die bestaat uit experts op het gebied van ventilatie en binnenmilieu, gaf dinsdag aan dat het „gevaarlijk” is om te zingen met een groep of in een kerkdienst. De werkgroep raadt zingen dan ook sterk af, „onder andere in verband met de Engelse coronavariant.”
Wil een gemeente toch „een zangopname” maken, dan moet de ruimte na afloop goed geventileerd worden. „Tien minuten de ramen en deuren wijd open én een halfuur lang de ventilatie of luchtbehandeling in de hoogste stand.”
De Protestantse Kerk is vooralsnog het enige kerkverband dat alle vormen van zang tijdens kerkdiensten afraadt. Het protocol op de website van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), die tot nog toe de adviezen van de werkgroep Zingen in de kerk ook hebben opgevolgd, was donderdagmorgen niet aangepast. Wel adviseren de CGK al sinds eind september om „eerder aan de voorzichtige kant te gaan zitten dan te veel ruimte te nemen.”
De Gereformeerde Gemeenten adviseren al enkele maanden „terughoudendheid.” Net als de (Oud) Gereformeerde Gemeenten in Nederland wijst het kerkverband op het belang van lokaal maatwerk, waarbij rekening wordt gehouden met onder meer de grootte van het kerkgebouw en de mogelijkheden tot ventilatie.