Venezolaanse president Maduro verstevigt greep op de macht
De Venezolaanse regeringspartij heeft de verkiezingen gewonnen. Dat was niet zo moeilijk, want de uitkomst stond al vast.
De stembureaus in Venezuela sloten zondagavond rond 23.00 uur Nederlandse tijd. Maandagmorgen wist de nationale kiesraad de uitslag van de parlementsverkiezingen al te melden. Veel te tellen viel er niet: de opkomst bedroeg vermoedelijk nog geen 20 procent.
Dat is ook logisch, want de meeste oppositiepartijen boycotten de verkiezingen. En veel Venezolanen hadden überhaupt weinig zin om naar de stembus te gaan. Na de politieke en maatschappelijke chaos van de afgelopen twee jaar had de bevolking weinig vertrouwen meer in een eerlijk verloop, laat staan in een uitslag die de wens van de burger weerspiegelde.
En dus had de socialistische PSUV-partij van president Nicolas Maduro vrij spel. Samen met enkele kleine regeringsgetrouwe groeperingen, sleepte ze zondag ruwweg twee derde van de stemmen in de wacht. De oppositiepartijen die wél meededen, bleven op circa 18 procent steken.
Dat is precies waarop Maduro had gegokt. Want de volksvertegenwoordiging was het laatste politieke instituut waarover hij nog niet de volledige controle had. Sinds 2015 bezette de oppositie de meerderheid van de zetels in de Nationale Assemblee. Het parlement werd echter in 2018 op een zijspoor gezet, toen het Venezolaanse staatshoofd een eigen wetgevende raad in het leven riep die volledig uit zijn eigen aanhangers bestond. In dat jaar won hij ook de omstreden presidentsverkiezingen, die volgens de oppositie en de internationale gemeenschap met grootschalige fraude waren omgeven.
Nederland
De afgelopen twee jaar heeft de oppositie, onder leiding van parlementsvoorzitter Juan Guaido, geprobeerd het regime van Maduro tot aftreden te dwingen. Guaido riep zichzelf tot interim-president uit en kreeg daarvoor de steun van veel landen, waaronder Nederland. Hij organiseerde grootschalige straatprotesten, die regelmatig bloedig door de oproerpolitie werden neergeslagen. Al die acties brachten echter geen verandering, en de oppositie is inmiddels ook hopeloos verdeeld.
Venezuela ligt in puin. Het economisch wanbeleid van opeenvolgende linkse regeringen heeft het land aan de rand van de afgrond gebracht: hyperinflatie, torenhoge werkloosheid, lege schappen in de winkels. Zo’n 5 miljoen Venezolanen zijn voor de sociale onrust en armoede op de vlucht geslagen. De bevolking is het protesteren moe en wil nog maar één ding: verbetering van de belabberde leefomstandigheden.
Verontwaardiging
Wel heeft de oppositie tegen de verkiezingsuitslag van zondag geprotesteerd. Oppositieleider Guaido heeft een week van „nationale consultaties” aangekondigd, waarin hij de Venezolaanse bevolking zal vragen of ze de resultaten van de stembusgang zal accepteren. Het antwoord van de burger zal echter weinig aan de situatie veranderen.
Datzelfde geldt voor de internationale verontwaardiging. De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) waarschuwde dat ze de uitslag van de verkiezingen niet zal accepteren. En de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo, schreef op Twitter: „Wat er vandaag in Venezuela gebeurt, is een schijnvertoning en een maskerade, geen verkiezingen.”
De grote vraag is welke houding Joe Biden, wanneer hij in januari als de nieuwe Amerikaanse president aantreedt, ten aanzien van Venezuela zal innemen. Enerzijds heeft hij zich in het verleden ingespannen om de relatie tussen de Verenigde Staten en Latijns-Amerika te verbeteren. Anderzijds heeft hij bij herhaling gezegd dat hij dictators op hun gedrag zal aanspreken en schendingen van mensenrechten niet zal tolereren.