De Jonge als eerste aan zet in kwestie kindereuthanasie
Het is in eerste instantie aan minister De Jonge (VWS) om te bepalen hoe er wordt omgegaan met de roep van artsen om euthanasie bij kinderen mogelijk te maken.
Na de ontvangst van het rapport, zaterdag, schreef hij de Tweede Kamer voornemens te zijn in gesprek te gaan met de onderzoekers „zodat zij de uitkomsten van het onderzoek en de aanbevelingen kunnen toelichten.”
Of de uitkomst van dat gesprek zal leiden tot spoedige, ruimere regelgeving is de vraag. Het onderzoek zelf mondt nog niet concreet uit in een pleidooi voor nieuwe regels. De onderzoekers bevelen De Jonge alleen aan om na te gaan „of nadere regelgeving van actieve levensbeëindiging” is aangewezen.
Los daarvan onderschrijven de onderzoekers het beeld dat aan de kennis en kunde van artsen over palliatieve zorg voor kinderen nog veel te verbeteren valt. Het Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg kan vaker worden ingezet, zeker bij patiëntjes die thuis worden verzorgd.
Van de partijen die vooruitlopend op het standpunt van De Jonge een reactie gaven, waren VVD en SGP het meest stellig. De VVD zou graag zien dat er een aparte regeling komt voor kindereuthanasie, de SGP moet er niet aan denken. D66, PvdA en GroenLinks zijn voor een grondige discussie. CDA en PVV wachten de reactie van de minister af en voeren fractieberaad over het onderwerp.
CU-Kamerlid Dik-Faber zei maandag dat een verdere verruiming van de euthanasiewet wat haar fractie betreft niet het antwoord is. „Je kunt van kinderen op deze leeftijd niet vragen om zelf te beslissen over het eigen levenseinde. Maar we zijn hen wel verplicht de beste zorg te verlenen en de pijn zoveel mogelijk te verzachten. Daar moeten we dan ook vol op inzetten.”