Herman Bavinck, gereformeerd en gericht op deze tijd
Bij Herman Bavinck is het nooit zwart-wit. Hij is altijd in gesprek met Bijbel, traditie én zijn eigen tijd, stelt dr. Dirk van Keulen. „Hij neemt de ander serieus, ziet waarheidselementen en wil zijn intenties proeven.”
De recent door hem ontdekte ”Gereformeerde Ethiek” was bedoeld om samen met de ”Gereformeerde Dogmatiek” op één plank te staan, legt Van Keulen uit. Waarom is het werk dan nooit uitgegeven? Het blijft gissen, zegt de Kamper onderzoeker. „Bavinck had de uitgave willen combineren met een Filosofische Ethiek waaraan hij werkte en die volgend jaar voor het eerst op de markt komt. Bavinck gaat daarin het gesprek aan met de filosofische traditie vanaf de Grieken tot en met diverse stromingen in de negentiende eeuw.”
Een andere mogelijke reden is het feit dat VU-hoogleraar W. Geesink aan een Gereformeerde Ethiek werkte, die later postuum werd uitgegeven door V. Hepp. Van Keulen: „Toen Bavinck naar de VU vertrok, heeft hij zijn collega niet voor de voeten willen lopen. Toch heeft Bavinck zijn eigen manuscript nooit willen opgeven. Hij heeft door zijn hele manuscript heen de literatuur bijgehouden, tot 1917 toe, vlak voor zijn dood.”
Bavincks Gereformeerde Ethiek is gebaseerd op zijn colleges over ethiek die hij in Kampen in de jaren tachtig van de negentiende eeuw verzorgde, zoals de Gereformeerde Dogmatiek terug te voeren is op zijn colleges dogmatiek. Van Keulen: „Bavinck werkte aan een eigen dogmatiek en ethiek, die naadloos op elkaar aansloten. De ethiek gaat over het zedelijk leven van de mens, de levenspraktijk, het geestelijk leven, maar zij heeft een vrij dogmatische invulling gekregen. De inhoud van de eerste drie van de vier delen van de Gereformeerde Ethiek bestaat uit de mens „voor, in en na de bekering.” De bekering is dus een soort sleutelbegrip.”
Een van de dingen die Van Keulen tijdens het lezen van de Gereformeerde Dogmatiek opviel, was dat de heiligingsleer er bekaaid van afkwam. „Nu snap ik waarom: die heiligingsleer zit in de ethiek. Die beide boeken hadden naast elkaar op één plank moeten staan.”
De focus op de mens „voor, in en na de bekering”, staat die niet haaks op deze tijd?
„Je ziet dat Bavinck voor zijn eigen achterban schrijft. Hij is immers hoogleraar aan een Theologische School. Hij noemt zijn werk ook Gereformeerde Ethiek. Bavinck schrijft niet een ethiek die breed gericht is op de hele Nederlandse samenleving. Voor zijn eigen achterban zijn bekering en geestelijk leven belangrijk. Hij beschrijft daarom uitvoerig de aard van het geestelijk leven. Ook de zekerheid van het geloof was actueel in de kringen van de Afscheiding. Zo wijdt hij een lang hoofdstuk aan de zekerheid van het geloof, en aan de krankheden in het geestelijk leven. Dat zijn toch wel kernthema’s in de klassieke gereformeerde theologie die leven bij de zogenoemde oudvaders.”
Bavinck stelt dat bij de gereformeerden in de eerste tijd van de Reformatie geloof als vast vertrouwen heerste, maar na het tweede kwart van de zeventiende eeuw „de twijfel, onzekerheid” kwamen. Is er bij hem een haat-liefdeverhouding ten opzichte van het bevindelijke piëtisme?
„Bavinck schrijft een uitvoerig hoofdstuk over mysticisme, piëtisme en methodisme en dat is niet alleen positief. Hij is daarin kritisch naar zijn eigen achtergrond en milieu, zoals ten aanzien van het wroeten in de verkiezing, het leven op het gevoel en het zogenaamd krijgen van teksten. Die kritiek zit ook in zijn beroemde rede over de katholiciteit van christendom en kerk, waarin hij zich keert tegen het zich terugtrekken in je eigen kringetje en de maatschappij links laten liggen. Zijn Gereformeerde Ethiek eindigt met de levenskringen van familie, maatschappij, kunst en wetenschap, staat en kerk, waarbij de kring steeds breder getrokken wordt, tot zelfs als laatste kring ”mensheid-Godsrijk”. Het is uiteindelijk het Koninkrijk waar alles op gericht staat.”
Maar deze hoofdstukken heeft hij nooit geschreven, waardoor het werk onvoltooid is gebleven, aldus Van Keulen. „Wel is opvallend dat hij over thema’s als kunst en wetenschap, het christelijk huisgezin, de vrouw, de kerk en het Koninkrijk van God, afzonderlijke boeken en artikelen heeft geschreven. Dat zijn de stukken die eigenlijk in de Gereformeerde Ethiek hadden moeten staan. Zijn boek over de vrouw uit 1918 is van de late Bavinck, waarin hij onder meer pleit voor het vrouwenkiesrecht. In zijn Gereformeerde Ethiek is het vooral: de plaats van de vrouw is thuis. Van emancipatie moet hij weinig hebben. Later schrijft hij daar veel genuanceerder over en zie je dat in de loop van zijn jaren een verschuiving in zijn denken plaatsvindt.”
Soms heb je het gevoel: was Bavinck niet te groot voor de wereld van de Afscheiding?
„Als Bavinck niet geboren zou zijn in de kring van de Afscheiding, maar ergens in Duitsland en aan een van de grote Duitse universiteiten gestudeerd zou hebben, zou hij ook daar hoogleraar zijn geworden. Hij was dan een heel groot geleerde geweest, met een internationale uitstraling. Het is mooi dat met de Engelse vertaling van zijn gereformeerde dogmatiek én ethiek zijn internationale uitstraling nu alsnog is gekomen.”
Hoe was de werkwijze van Bavinck in zijn dogmatiek en ethiek?
„Die werkwijze is gelijk. Hij begint bij elk thema met een stuk Bijbelse theologie en gaat daarna het gesprek aan met de geschiedenis van theologie en filosofie. Het is altijd Bijbel én traditie, waarna hij zijn eigen gereformeerde visie geeft. Je ziet voortdurend gereformeerde vaders langskomen, met name Voetius, Van Mastricht, Pictetus, Hoornbeek en Bernhardinus de Moor.
Een van mijn ontdekkingen is dat Bavinck bronnen van kerkvaders en latere schrijvers overschrijft uit bepaalde handboeken zonder de bronnen zélf te raadplegen.”
Overschrijven, dat is plagiaat, zou je tegenwoordig zeggen.
„Het was in zijn tijd heel gebruikelijk. Kuyper en Gunning deden dat op precies dezelfde manier. Bavinck doet het voorkomen of hij het zelf allemaal heeft gecheckt. Dat klopt dus niet. Soms kloppen zijn verwijzingen niet. Ook moet je bedenken dat hij voortdurend klaagt over de bibliotheek in Kampen. Allerlei boeken en tijdschriften die hij graag had willen raadplegen, zijn er niet en dan verlangt hij naar de bibliotheek in Leiden. Dat alles neemt niet weg dat de theologiehistorische overzichten van Bavinck altijd zeer geroemd zijn. Hij geeft heel heldere overzichten op hoofdlijnen. Als er één kunst was die hij bezat, was dat het onderscheiden tussen hoofd- en bijzaken.”
Wat is de relevantie van zijn ethiek?
„De Gereformeerde Ethiek is een aanvulling op de Gereformeerde Dogmatiek. Ze horen gewoon bij elkaar. De Gereformeerde Dogmatiek is inmiddels in verschillende talen vertaald en we hebben daarom ook onmiddellijk gezegd: hier moet ook een vertaling van komen.”
Is Bavinck nog actueel?
„Er is sprake van een Bavinck-revival, maar die is helaas buiten Nederland. Ik denk aan Amerika, Schotland en Zuid-Korea. Er wordt gewerkt aan een Russische en mogelijk ook een Chinese vertaling van de dogmatiek.
Bavinck is een heel groot denker. Het is bij hem nooit zwart-wit. Hij wil de ander serieus nemen en zijn diepste intenties beluisteren. De kritiek op buitenstaanders valt altijd heel genuanceerd uit. Bavinck ziet altijd wel bepaalde waarheidsmomenten. Tegelijkertijd is dat andere niet genoegzaam en blijft een gereformeerd perspectief nodig.”
Internationaal congres over Bavincks Ethiek
De ”Gereformeerde Dogmatiek” van de gereformeerde theoloog Herman Bavinck (1854-1921) is een klassieker, in Nederland en internationaal. Vele tienduizenden exemplaren vonden in diverse talen aftrek. De Kamper onderzoeker dr. Dirk van Keulen ontdekte enkele jaren geleden in het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme 1800-heden aan de Vrije Universiteit Amsterdam twee stapels met handgeschreven vellen. Het bleek een totaal onbekend manuscript van Bavinck te zijn: ”Gereformeerde Ethiek”. Ze waren zeer goed leesbaar, nauwelijks aangetast door de tand des tijds. „Het is de vondst van mijn leven”, zegt Van Keulen. Het lijvige boek ”Gereformeerde Ethiek” (KokBoekencentrum, 976 blz.; € 49,99) wordt deze donderdag gepresenteerd tijdens een internationaal Bavinck-symposium in Kampen, dat tot en met vrijdag duurt. Ook wordt dan het eerste deel van een Engelse editie aangeboden, die verschijnt onder leiding van prof. John Bolt uit Grand Rapids (VS).
Dr. Dirk van Keulen
Dirk van Keulen (1963) is in deeltijd protestants predikant in Luttelgeest en onderzoeker aan de Theologische Universiteit Kampen, te weten het Neo-Calvinism Research Institute (NRI), een internationaal onderzoekscentrum voor het neocalvinisme, dat onder leiding staat van dr. George Harinck. Van Keulen promoveerde in 2003 –cum laude– op het Schriftgezag bij A. Kuyper, H. Bavinck en G. C. Berkouwer. Hij publiceerde onder meer een bibliografie over G. C. Berkouwer en ”Een blok aan het been? Gereformeerde mannenbroeders in debat over de islam” (2011).
De afgelopen jaren bezorgde hij het verzameld werk van de hervormde theoloog A. A. van Ruler (1908-1970). Naast nieuwe delen in deze serie richt hij zich momenteel op uitgave van ander ongepubliceerd werk van Herman Bavinck, onder meer diens dagboeken en zijn dogmatiekcolleges in zijn Amsterdamse periode. Bavincks ”Filosofische Ethiek”, waarin drie niet eerder gepubliceerde manuscripten worden opgenomen, verschijnt volgend jaar.
Van Keulen is onder meer voorzitter van de werkgroep eredienst kerkmuziek van de Protestantse Kerk in Nederland en woont in Zwolle.