Oost-Europeanen vinden religie veel belangrijker dan West-Europeanen, blijkt uit een onderzoek van het Amerikaanse onderzoeksbureau Pew dat maandag is verschenen
Het onderzoeksrapport gaat in op de Europese normen en waarden, waarbij een groot verschil zichtbaar wordt tussen Oost- en West-Europa.
In Oost-Europa is er de afgelopen jaren een stijging te zien van het aantal mensen dat zegt christen te zijn, terwijl het aantal christenen in West-Europa alleen maar afneemt. Zo is het percentage Nederlanders dat christelijk is opgevoed 67 procent, terwijl nog maar 41 procent aangeeft nu de op een of andere manier christelijk te zijn. Die percentages zien er in Oost-Europa heel anders uit. In Wit-Rusland bijvoorbeeld is 83 procent christelijk opgevoed, terwijl nu zo’n 94 procent aangeeft christelijk te zijn.
Toch wil dit niet zeggen dat mensen in Oost-Europa bijzonder religieus zijn, meldt het onderzoeksrapport. In vergelijking met andere godsdiensten is de religieuze betrokkenheid van christenen in Europa erg laag. Desondanks is het aantal Oost-Europeanen dat aangeeft dat religie in hun leven belangrijk is, groter dan dat percentage in West-Europa.
Van de Nederlanders geeft 53 procent aan absoluut niet in God te geloven, terwijl dat percentage in bijvoorbeeld Roemenië maar 4 procent is.
In Oost-Europa staat religie in een veel sterker verband met de nationale identiteit, in tegenstelling tot West-Europa. Armenië gaat hierin aan kop: 82 procent van de Armenen geeft aan dat religie een belangrijk onderdeel is van de nationale identiteit. Litouwen is, met 11 procent, het andere uiterste.
Dit verschil heeft een aantal oorzaken, stelt het rapport. De verschillen lopen grofweg gelijk met de lijn van het vroegere IJzeren Gordijn. In Oost-Europa is het christelijk bewustzijn mede te verklaren door de communistische geschiedenis: verschillende geïnterviewden gaven aan dat ze nu christen zijn omdat dat in de maatschappij meer geaccepteerd is geworden. In West-Europa zijn veel mensen geleidelijk weggedreven van hun christelijke wortels, stelt het onderzoek.
In West-Europa zijn mensen sneller geneigd joden en moslims te accepteren als leden van hun familie dan dat het geval is in Oost-Europa, stelt het onderzoek. Ook staan aanzienlijk meer mensen in West-Europa positief tegenover het homohuwelijk dan in de meer oostelijke landen.