Bijbelse opdracht tot zorg voor mensen met beperking
God neemt het op voor mensen met een beperking, stelde ds. P. Vernooij donderdagavond bij de presentatie van de bundel ”Onder de aandacht” in Woerden. „Hij geeft ons ook de opdracht om voor deze mensen te zorgen.”
De hervormde predikant uit Lekkerkerk is voorzitter van de hervormde vereniging Op weg met de ander, een organisatie van en voor mensen met een beperking. De gepresenteerde bundel (uitg. De Banier) is een coproductie van Op weg met de ander en de vereniging Helpende Handen van de Gereformeerde Gemeenten (GG). Aan de bundel werkten verschillende predikanten mee: de hervormde predikanten P. Vernooij en G. H. Vlijm, de christelijke gereformeerde ds. C. J. Droger, ds. J. Joppe van de Hersteld Hervormde Kerk en ds. D. W. Tuinier (GG). In de bundel gaan zij in op pastoraat aan mensen met een beperking.
Ds. Vernooij haalde in zijn lezing de bioloog Midas Dekker aan, die in een interview vertelde dat hij bewust geen kinderen heeft. Hij had twee zusjes met een beperking. Mislukt, noemde hij hen. „Van een postorderbedrijf die je zoiets met gebreken stuurt, zou het pakje direct retour gaan.” Ook noemde hij ethicus Alexander von Schmid, die betoogt dat abortus van een gehandicapt kind eerder plicht dan optie is.
Veel voorbeelden laten de noodzaak zien van de doordenking van de Bijbelse opdracht tot zorg, stelde ds. Vernooij. „De zorg voor mensen met een handicap krijgt een plaats in de geboden die God aan Zijn volk geeft. Gods ontferming blijkt in Zijn omgang met de mens, ondanks dat die mens zich heeft afgekeerd van de levende God.”
De voorzitter van Op weg met de ander haalde teksten aan uit de boeken van Mozes die gaan over de omgang met mensen met een beperking. „Gij zult den dove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden geen aanstoot zetten.” Volgens de predikant is het onze opdracht om doven in woord en daad te zegenen: „We moeten hen helpen door voor hen te luisteren en dat wat we horen te vertalen in een taal die voor hen begrijpelijk is.”
„Ook in het Nieuwe Testament zien we dat Jezus heel betrokken is bij mensen met een beperking. Hij benadert hen heel persoonlijk. Zij die geen stem hebben, die in de maatschappij niet meetellen, blijken bij God bekend te zijn. Zo geeft Hij ons ook vandaag aanwijzingen om met het beperkte om te gaan”, aldus ds. Vernooij.
Pastoraat
H. J. Colijn, directeur van Helpende Handen, schetste hoe de kerk in het verleden haar verantwoordelijkheid nam voor armen- en ziekenzorg. Met de Armenwet nam de overheid de aanvullende taak op zich. Later kreeg de opbouw van het sociale stelsel gestalte, nog weer later gevolgd door de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In 2015 werden wetten gedecentraliseerd en kwam de verantwoordelijkheid bij de burgerlijke gemeenten te liggen. Binnen de christelijke gemeente heeft elk lid een verantwoordelijkheid, stelde Colijn. „In het pastoraat komt u mensen tegen met beperkingen, rouw, verdriet, eenzaamheid en zorgen. U kunt de last helpen dragen door gebed, bemoediging en het bieden van praktische hulp.”
Tijdens het forumgesprek bleek dat kerkenraden het soms lastig vinden om op een goede manier om te gaan met mensen die een beperking hebben. Colijn vreest dat er binnen kerkenraden niet voldoende aandacht is voor mensen met een beperking.
Signalen
Op huisbezoek komt de beperking van een kind in het gezin vaak niet ter sprake. „Zoek naar een opening en leer signalen op te vangen”, aldus de predikanten Vernooij, Joppe en Vlijm. „We houden vaak rekening met de zichtbare handicap, maar moeten ook oog hebben voor wat niet zichtbaar is”, aldus ds. Joppe. „Niets is zo erg als doodzwijgen”, merkte iemand op. Ook wordt in het pastoraat regelmatig onkunde gesignaleerd in de omgang mensen met een beperking. Ondanks dat ziet Colijn toch dat er meer bewustwording ontstaat rond gehandicapte mensen.