„In het pastoraat moet ruimte zijn voor verdriet en gevoelens van opstandigheid.” Dat zei ds. P. Vernooij maandag op de eerste dag van de Haamstedeconferentie die tot morgen in Elspeet wordt gehouden.
De predikant van de hervormde gemeente in Boven-Hardinxveld sprak voor zo’n honderd ambtsdragers over pastorale zorg aan gehandicapten. „Als een pastor in contact komt met mensen met een handicap, dan is het belangrijk dat hij eerst goed luistert, zonder meteen direct pasklare antwoorden te geven. In plaats van te praten, zouden predikanten blijk moeten geven van meeleven. Het is belangrijk om mee te gaan in de worsteling om te komen tot het aanvaarden van een handicap. In het pastoraat moet ruimte zijn voor verdriet en voor gevoelens van opstandigheid.”
Ds. Vernooij, voorzitter van de gehandicaptenvereniging ”Op weg met de ander”, noemde het een goede zaak dat het thema ”Pastoraat aan gehandicapten” op de Haamstedeconferentie aan de orde werd gesteld, „omdat een eerlijke en grondige bezinning op de zorg voor gehandicapten noodzakelijk is voor de christelijke gemeente, met inbegrip van de voorgangers.”
De predikant riep op de aanduiding ”geestelijke handicap” te vermijden. „In tegenstelling tot de heidense volken die een handicap in verband brachten met de vloek en de toorn van de goden, geeft de Bijbel voorschriften hoe de gehandicapte medemens met zorg en liefde moet worden behandeld. Gehandicapten als Mefiboseth en Bartimeüs worden –heel opvallend– alleen al door hen met hun naam aan te duiden als volwaardige mensen beschouwd.” Ds. Vernooij wees ook op de manier waarop Jezus Christus omging met gehandicapten, door hen bijvoorbeeld ”zorg op maat” te bieden.
De predikant gaf de aanwezigen aanwijzingen hoe zij zich actief kunnen inzetten voor een volwaardige plaats van gehandicapte gemeenteleden in de kerk. De zorg gaat volgens hem verder dan het organiseren van aangepaste diensten. Ook zaken als het regelen van doventolken en het toegankelijk maken van de gebouwen voor gehandicapten horen erbij.
Voor de groeiende groep mensen met een handicap in het autistisch spectrum, adviseerde ds. Vernooij begrijpelijk taalgebruik te hanteren, met veel uitleg over beelden en vergelijkingen omdat deze groep moeite heeft om beelden of symboliek te begrijpen.
Ds. H. Polinder, predikant van de christelijke gereformeerde Maranathakerk in Urk, sprak over het thema ”Gemeenschap der heiligen”. Volgens hem is het betekenisvol dat het geloofsartikel over de gemeenschap der heiligen precies tussen het artikel over de kerk en het artikel over de vergeving der zonden staat.
De Urker predikant onderscheidde drie verschillende interpretatiemogelijkheden als het gaat over het begrip ”gemeenschap der heiligen”. In de sacramentele uitleg, vooral aangehangen in de oosterse kerken, gaat het om ”gemeenschap aan het heilige”, terwijl de eschatologische uitleg de gemeenschap ziet als ”gemeenschap met de triomferende kerk”. Door de invloed van kerkvader Augustinus ontstond de ecclesiologische uitleg, die de nadruk legt op de gemeenschap van de gelovigen onderling. „Hoewel de term niet letterlijk in de Bijbel staat, is de zaak voluit Bijbels”, stelde de predikant. „In de Bijbel zijn Gods kinderen zowel verbondsgemeenschap als geloofsgemeenschap als liefdesgemeenschap. Nieuwtestamentisch vormt de gemeenschap van iedere gelovige met de Drie-enige God ook de geestelijke band die gelovigen onderling bindt, aldus ds. Polinder. Uit de Schriftgedeelten die hij noemde, werd duidelijk dat alle gelovigen zich er zowel persoonlijk als gezamenlijk over verwonderen dat zij uit de duisternis zijn getrokken tot Gods wonderbaar licht.
Dr. C. T. de Groot, predikant van de Nederlands gereformeerde kerk in Nunspeet en docent homiletiek aan het Nederlands Gereformeerde Predikantenseminarie, sprak over het leven van Erasmus Sarcerius (1501-1559), een onbekende lutherse predikant. Dr. De Groot, die in mei 2016 promoveerde op Sarcerius, noemde hem de „meest calvinistische lutheraan ooit”, omdat Sarcerius ook op het aambeeld van de levensheiliging hamerde, terwijl zijn lutherse tijdgenoten uitsluitend over de rechtvaardiging door het geloof spraken. Sarcerius vocht tegen zaken als vloeken, dansen, dobbelen, het ontbreken van respect voor gezagsdragers en schroomde niet de kerkelijke tucht toe te passen op boosdoeners.
Erasmus Sarcerius was enige tijd predikant in Nassau-Dillenburg en had toen de jonge Willem van Oranje onder zijn gehoor. Het geloofsleven van de Vader des Vaderlands is volgens dr. De Groot mede gevormd door Sarcerius’ preken. De Nunspeetse predikant beschouwt ”Pastorale oder Hirtenbuch” (1558) als Sarcerius’ belangrijkste werk. In dit werk wordt een definitie van het geloof gegeven die bijna letterlijk terugkomt in vraag en antwoord 21 van de Heidelbergse Catechismus die in 1593 verscheen. „De opstellers van de Heidelberger hebben òf de definitie van Sarcerius overgenomen, of zij hebben dezelfde bron gebruikt. De ontdekking van deze opvallende overeenkomst was in ieder geval een verrassende vondst tijdens mijn promotieonderzoek”, aldus dr. De Groot in zijn kerkhistorische lezing.