Margriet Bayense verwoed op zoek naar zeeppompjes in Kerkrade
Inwoners van Zuid-Limburg houden de adem in. Op luttele kilometers afstand, net over de Duitse grens, is het coronavirus opgedoken. „We hebben te maken met een sluipmoordenaar.”
Henk (60) uit Kerkrade moest pas aan de wederkomst denken. „Het gaat niet goed op aarde”, zegt de Limburger. Woensdagavond rond negen uur volgt hij in de huiskamer van evangelist Jan Bayense en diens vrouw Margriet een Bijbelcursus. „Voordat God terugkeert, zullen er nogal wat dingen gebeuren”, zegt Henk. Juist woensdagavond, op de dag dat Nederland in de ban is van het oprukkende coronavirus, vertelt Bayense twee cursisten over de tien plagen die Egypte troffen.
Sprinkhanen
Henk ziet raakvlakken met de coronacrisis. „Er woedden grote bosbranden, we hebben te maken met een sprinkhanenplaag, de vluchtelingencrisis, de gele hesjes in Frankrijk. Nu dreigt het coronavirus naar Nederland over te slaan.” Zeker vier Duitsers die vlakbij Sittard wonen, hebben het virus inmiddels onder de leden. De vrees is dat dat aantal zich rap uitbreidt.
Toen Henk woensdagavond aanbelde bij huize Bayense, rees er twijfel. Moesten ze elkaar de hand schudden? Je weet immers niet waar dat virus rondwaart? Henk zit niet in zak en as, maar het virus houdt hem wel bezig. Vaker dan gebruikelijk wast hij zijn handen. „We hebben hier net carnaval achter de rug. Mensen in cafés stonden op elkaar gepakt. Die kroegen zijn wellicht besmettingsbronnen. We kunnen afstevenen op een ramp.”
Mondkapjes
Evangelist Jan Bayense, actief voor de stichting Een Boodschap voor Kerkrade, houdt er rekening mee dat hij in de nabije toekomst geen zondagse diensten kan beleggen in het zaaltje achter zijn woning. Zo’n maatregel zou er aan bij moeten dragen dat het virus zich minder makkelijk kan verspreiden. „Een mogelijkheid is dat ik dan online diensten beleg. Ik heb op internet al gezocht naar betaalbare camera-apparatuur.”
Maar zover is het nog niet. „Geen zorgen voor de dag van morgen. Mijn leven is in Gods hand. Wat Hij doet is goed”, benadrukt Bayense.
De coronaperikelen slokken ook de aandacht van zijn vrouw Margriet op. Zij runt een bed and breakfast. Deze week stond een vrouw uit China op de stoep. Dat was schrikken. „Je wilt zo’n vrouw niet wegjagen. Tot mijn opluchting blijkt ze vanwege studie al vijf maanden in Europa te zijn. Dus ruim voordat in China het coronavirus uitbrak.”
Margriet Bayense ontdekte woensdag dat ontsmettingsmiddelen en mondkapjes in deze onzekere tijden niet voor het oprapen liggen. Een handpomp met ontsmettingsmiddel voor haar gasten was bij apotheken niet meer te krijgen. Met de nodige moeite kon ze ergens een paar flesjes desinfecteermiddel op de kop tikken. Haar man lacht. „In mijn ene binnenzak zit een Bijbel, in de andere zo’n flesje zeep.”
Sterfelijkheid
„Eerst was het China, toen Italië, nu heerst het virus bij ons naast de deur”, vat kapelaan Harrie Peters (60) de narigheid samen. In de sobere keuken van zijn woning naast de Onze-Lieve-Vrouwe Geboortekerk in Sittard verorbert hij zijn bruine boterham met kaas. Het duister daalt, en over een halfuur zal Peters in de kerk zo’n 25 gelovigen het askruisje op hun voorhoofd vegen. Dat kruisje verwijst deze Aswoensdag, aan het eind van de carnavalstijd en veertig dagen voor Pasen, naar de vergankelijkheid van het leven.
Zeker nu het virus graait naar Nederlandse grond, is het geboden stil te staan bij je sterfelijkheid, benadrukt de kapelaan. De afgelopen dagen bad hij tijdens de mis voor slachtoffers, voor artsen, voor wetenschappers die naarstig zoeken naar een geneesmiddel.
Hoesten
Nee, de inwoners van Sittard zijn niet „in paniek”, maar toch is het virus „heel duidelijk” onderwerp van gesprek. Peters hoorde dat kinderen hun moeder aanraden het hoofd in de winkel af te wenden als iemand gaat hoesten. „Mensen zijn op de een of andere manier toch bang. Dit virus is een sluipmoordenaar. Je ziet het virus niet, maar het is wel ergens.”
De kapelaan heeft tot taak stervenden het sacrament der zieken (het laatste oliesel) te bedienen. Daarbij wordt „gezegende” olie op het voorhoofd en de handen van een ernstig zieke aangebracht. „Ook bij iemand met het coronavirus wil ik dat sacrament der zieken toepassen. Die moed moet ik als gelovige hebben. Je raakt trouwens bij mijn weten niet zomaar besmet als je iemand aanraakt.”
De Sittardse kapelaan heeft ervaring op dit terrein. „Pas moest ik het sacrament der zieken verzorgen voor een stervende die was besmet met mogelijk een ziekenhuisbacterie. Mensen in zijn omgeving waren besmet geraakt. Ik moest in het ziekenhuis een beschermende jas aantrekken. Toen voelde ik wel ongemak.”
Cholera
Overdrijf de gevaren van het coronavirus niet, zegt de 79-jarige Frans na afloop van de mis vlak voor de kerk, amper een kilometer vanaf de Duitse grens. Zijn pet en sjaal moeten hem beschermen tegen de gure wind.
„Natuurlijk is dit virus ongrijpbaar. Niemand wil ziek worden, maar we hebben het niet over cholera of pest. De gevaren van de Spaanse griep, die rond 1920 miljoenen levens eiste, waren vele malen groter.”