Grote zorgen in Tweede Kamer over uitvoering van zorgakkoord
De Tweede Kamer heeft grote zorgen over de uitvoering van het zogeheten Integraal Zorgakkoord (IZA), nu de gemeenten eruit zijn gestapt. In dit akkoord dat het vorige kabinet twee jaar geleden sloot met een groot aantal spelers in de zorgsector en gemeenten, staan vierhonderd afspraken over de toekomstige zorg. Het komt nu op de uitwerking aan, maar vooral de oppositie denkt dat het spaak loopt, zeiden ze in een debat. Het kabinet onderschat volgens hen de weerstand van de gemeenten. Ook coalitiepartijen PVV, VVD en NSC zijn kritisch over de situatie en hopen dat het goed gaat komen.
Minister Fleur Agema en staatssecretaris Vincent Karremans van Volksgezondheid zeiden er alles aan te doen om de gemeenten weer mee te krijgen met de afspraken, omdat ze een belangrijke rol hebben in bijvoorbeeld sociale zorg en preventie. Het gaat de gemeenten vooral om een gelijkwaardiger positie aan tafel, menen zij. Maar volgens GroenLinks-PvdA, D66, SP en SGP doen de bewindslieden daar veel te makkelijk over en zit de reden van het vertrek dieper dan dat.
Het gaat ook om honderden miljoenen aan bezuinigingen die het kabinet gaat doorvoeren op bijvoorbeeld preventie. Ook zit het de gemeenten dwars dat ze vanaf 2026 veel minder geld toebedeeld krijgen van het Rijk terwijl ze wel veel taken moeten blijven uitvoeren. „Een ravijnjaar”, hield de oppositie het kabinet voor. Agema hield vol dat ze „net zo lang gaat praten totdat ik de gemeenten weer aan tafel heb” om over het IZA te overleggen. Dat gemeenten minder geld krijgen, daar kan ze op dit moment zelf niet veel aan doen, omdat dit op het terrein van het ministerie van Binnenlandse Zaken ligt, zei ze.
De VVD vindt het een vreemde zaak dat een partij opeens uit een akkoord stapt, terwijl de afspraken allang zijn gemaakt. Maar volgens D66 is dat helemaal niet zo gek, omdat het kabinet de spelregels van het pakket halverwege heeft gewijzigd. Agema komt begin volgend jaar met een nadere uitwerking van het akkoord. De IZA-afspraken moeten ertoe leiden dat de zorg toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief goed is en blijft.