Muziek
Als de klanken in huis ontbreken

Regelmatig zingen met elkaar. Elk lid van het gezin op muziekles. Dat is het ideaal van veel mensen in reformatorische kring. Maar de praktijk is vaak weerbarstig. Kinderen die niet te interesseren zijn in een instrument. Pubers die niet mee willen zingen. Veel ouders zijn er verlegen mee.

Bastiaan van Soest
18 February 2020 17:23Gewijzigd op 16 November 2020 18:17
„Zorg dat er muziekinstrumenten in huis aanwezig zijn.”​ beeld Anton Dommerholt
„Zorg dat er muziekinstrumenten in huis aanwezig zijn.”​ beeld Anton Dommerholt

Uit het onderzoek ”Muziek in huis” van het Reformatorisch Dagblad blijkt dat veel mensen tevreden zijn over het muzikale gehalte in huis; maar één op de tien zou het graag anders willen. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Zo kan het zijn dat er geen belangstelling is om te zingen. Ouders willen wel, maar kinderen niet. Daarbij heeft niet iedereen muzikale gaven. Ook is het mogelijk dat er jaren muziek en zang in huis heeft geklonken, maar dat het toch steeds stiller is geworden.

Talent

Sommige respondenten geven aan dat ze zelf mogelijkheden hebben laten liggen. „Jammer dat slechts een derde van ons gezin geïnteresseerd is. Misschien had ik er meer aandacht aan moeten besteden toen ze nog klein waren”, schrijft iemand. „Wie weet welk talent ontdekt was. Soort van ideaal: meerdere instrumenten in het gezin en samen spelen. Prachtig! Als je niet speelt, weet je niet echt wat je mist. Speel je wel, dan gun je anderen (juist zij die het moeilijk hebben) zo’n uitlaatklep.”

Een ander wijst op de weerbarstige praktijk van musiceren met kinderen in het gezin. Niet iedereen heeft er zin in. „Onze jongste zoon zingt nog geen noot mee, helaas, hoe we het ook proberen. Wel kruipt hij regelmatig achter de ”piano”, zoals hij het keyboard noemt. Of hij nog eens zin krijgt in muziek? We hopen het wel, maar er is nog niet veel van te merken.”

Het talent ontbreekt, stelt iemand. Je kunt wel willen, maar het moet ook kunnen. Soms beheersen ouders zelf de psalmmelodieën niet: „Wij zijn allemaal amuzikaal. Daarbij komt dat wij, als ouders, nooit muziekles hebben gevolgd. Op de lagere school hebben wij geen psalmen geleerd. Dat bij elkaar maakt dat muziek maken en daarbij zingen een hele opgave is. Terwijl we het als heel belangrijk ervaren. Helaas zijn onze kinderen niet te stimuleren om muziekles te volgen.”

Spijt

Zingen interesseert mijn kinderen niet, stellen diverse lezers met enige spijt vast. Het talent is er, de tijd ook, maar de wil niet. Zo zegt een respondent: „Ik zou meer samen willen zingen en dan met name meer liederen of ritmische psalmen. Nu zingen we alleen isoritmische psalmen, waarbij de helft geen zin heeft om te zingen.”

Mensen zouden meer met muziek willen dan ze nu doen. Zingen en musiceren krijgt een plaats in het gezin, maar wel beperkt. „Ik zou graag meer willen zingen. Psalmen zingen wordt alleen gedaan als mijn kleinste zusje een psalm moet leren, en die wordt dus gezongen. Verder wordt er niet gezongen.”

Een ander wenst dat er meer interesse in muziek zou zijn in het gezin. Niet alleen als het gaat om zingen, maar ook om het leren bespelen van een instrument. „Wij luisteren veel muziek via FamilyStream, maar ik had ook graag zelf orgel of piano gespeeld om onder andere psalmen te begeleiden.”

Ook door veranderende gezinsomstandigheden kan er minder muziek in huis klinken. Kinderen trouwen, gaan het huis uit en nemen hun muziekinstrument mee. „Toen de kinderen nog thuis waren zongen we wel rondom het harmonium”, geeft iemand aan. „Onze zoon was organist in de kerk en onze dochter zat op het koor van de kerk.”

Ook door het overlijden van een dierbare kan het stiller worden in huis: „Toen mijn man nog leefde, speelde hij veel piano en vroeger orgel”, schrijft een weduwe.

Dankbaar

Th. Steenbergen (55) uit Genemuiden gaf muziek in zijn eigen gezin geen plaats. En daar kijkt hij schuldbewust op terug. Hij is de oudste van negen kinderen en groeide op op het niet al te grote binnenvaartschip van zijn ouders. Steenbergen: „We zongen gewoonlijk op zondagavond een aantal psalmen, waarbij de orgelbank door meerdere kinderen afwisselend werd bezet. Om de beurt mochten we een vers opgeven, dus elf verzen in een rondje; soms met een melodica of blokfluit erbij. Het ging langzaam en isoritmisch, en het was zeker geen muzikaal hoogstandje, maar het hád wat! Ik ben mijn ouders voor dit deel van de opvoeding nog steeds dankbaar. Een stukje erfenis dat, in elk geval bij mij, blijvend van waarde is gebleken.”

Behalve psalmen zong het gezin Steenbergen ook wel uit de bundel van Johannes de Heer. „Natuurlijk ontbrak dan nummer 213, ”’t Scheepke onder Jezus’ hoede”, niet”, aldus Steenbergen. „Dat vonden wij wel leuker om te zingen. Het ging allemaal wat vlotter en met meer ritme. Ook die liederen zijn blijven hangen in mijn hoofd en hart. Het draagt levenslang vrucht.”

2020-02-18-katDI4-pasfotothsteenbergen-2-FC_web.jpg
Th. Steenbergen. eigen beeld

Ondanks deze opvoeding gaf Steenbergen het zingen en musiceren in zijn eigen gezin later geen plaats. „Helaas heb ik het voorbeeld van mijn vader niet gevolgd. Dat heeft te maken met iets wat ik vroeger al niet fijn vond. Ik hield er namelijk niet zo van om al te luidruchtig de omgeving te trakteren op onze muziek, wellicht uit schaamte. Met name in de zomer, terwijl we met de ramen open in allerlei havens lagen, mocht het van mij als tiener wel met wat minder decibellen gebeuren. Het ”Men hoort der vromen tent weergalmen” was niet zo aan mij besteed. Om deze reden heb ik in ons gezin de traditie niet voortgezet. En eerlijk gezegd voel ik me daar heel schuldig over.”

Vroeger

D. Evers (72) uit Sprang-Capelle, vader van tien kinderen, ervoer dat het steeds stiller werd in huis. „Op zondagavond zongen we jarenlang met twaalf mensen psalmen bij het orgel. Dat zong wel lekker. Het was een onderdeel van ons gezin, het hoorde er helemaal bij. Muziek maken vind ik heel waardevol. Dat hebben we onze kinderen ook echt willen meegeven.”

Nu zijn de kinderen echter de deur uit. Evers, die 54 jaar kerkorganist was: „Nu doen we het toch niet meer zo snel. Als ik achter het orgel zit, zing ik zelf niet mee, dat lukt me niet. Dan is er alleen nog mijn vrouw om mee te zingen. Ik denk dan nog weleens terug aan vroeger, toen we met z’n allen zongen. Het was gezellig.”

Musiceren in het gezin: zes tips

Wat kun je als ouders doen aan de muzikale vorming van je kinderen? Mariëlle Heidekamp, docent muziek aan Driestar educatief in Gouda, heeft zes tips voor ouders:

1. Probeer klinkende muziek in het gezin aanwezig te laten zijn, door bijvoorbeeld op de achtergrond kwalitatief goede muziek te draaien. Jonge kinderen raken eraan gewend en het doet onbewust al iets met hun muzikale vorming. Er vormt zich al een beeld van wat goede muziek is. De Hongaarse muziekpedagoog Zoltan Kodaly zei: „Als je kinderen al vroeg in aanraking brengt met goede muziek, zal het een dorst naar fijnere muziek opwekken.” Dat is muziek die vanwege details en doordachtheid goed klinkt.

2020-02-18-katDI2-pasfotoheidemankader2-2-FC_web.jpg
Mariëlle Heidekamp. beeld Judith Leroy

2. Zoek momenten om te zingen, en laat dat zingen vanzelfsprekend zijn. Zo gewoon als het is om na het eten uit de Bijbel te lezen, zo gewoon kan het ook zijn om daarna nog één of twee liederen of psalmen te zingen. Zingen rond bedtijd is ook een goede mogelijkheid. En daarmee wordt het een normaal gezinspatroon, ook als je kinderen 8 of 11 jaar zijn. Zingen en musiceren kan zelfs al als de kinderen nog niet geboren zijn. Muziekontwikkeling begint tenslotte al tijdens de zwangerschap.

3. Als je als ouders wat moeite hebt om samen te zingen, probeer het dan eerst eens als je met de baby of het jonge kind bent, bij het naar bed gaan of onderweg als je buiten samen naar de speeltuin loopt. Je zult zien dat het kind daar niet op let, maar juist geniet van je zangstem. Zelfs al klinkt die volgens jou niet op z’n allermooist.

4. Terugkerende handelingen op een dag, zoals aankleden, een luier verschonen of een fruithapje eten, kunnen ook met muziek benaderd worden. Maak er een spelletje van, met bijvoorbeeld een vast melodietje of een vast rijmpje dat je opzegt. Zeker als je liever (nog) niet je zangstem gebruikt, dan is de spreekstem ook goed mogelijk voor een rijmpje met een bepaald ritme. Ook daar zit muziek in.

5. Zorg dat er muziekinstrumenten in huis aanwezig zijn. Jonge kinderen proberen ze graag uit. Ze houden ervan om klanken te produceren. Probeer hen daarin te begeleiden door het luisteren te stimuleren. Wat klinkt er mooi en wat is zomaar erop los slaan bijvoorbeeld. Ook jonge kinderen kunnen daar zeker al onderscheid in horen.

6. Als er nog niet veel gezongen of muziek gemaakt wordt in huis, begin er gewoon mee. Het is nooit te laat om iets goeds in te voeren in je gezinsleven. Muziek was er al vóór de schepping en zal tot in eeuwigheid zijn. Daarom moeten we onze kinderen leren hoe ze over deze gave goed rentmeesterschap mogen en kunnen voeren.

serie

Muziek in huis

Deel 5 in een serie artikelen naar aanleiding van het onderzoek ”Muziek in huis” van het Reformatorisch Dagblad. Woensdag op PuntUit deel 6.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Muziek in huis

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer