„Leesdienst toont de nood van de kerk en de armoede van de tijd”
Leesdiensten laten de nood van de kerk en de armoede van de tijd zien, zegt ouderling C. Vonk Noordegraaf. „Maar op leespreken heeft de Heere al menigmaal Zijn zegen willen schenken.”
Vonk Noordegraaf (79) is 35 jaar ambtsdrager in de gereformeerde gemeente van Hoofddorp, waarvan bijna 30 jaar ouderling. Hoeveel preken hij in de gemeente gelezen heeft, weet hij niet, maar het moeten er wel een paar honderd zijn geweest. „Ik heb er een zeker vermaak in om het te mogen doen”, zegt hij. „Het komt voor dat ik zelf mag delen in de zegen ervan en het verbindt te meer aan de Heere.”
Even resoluut zegt Vonk Noordegraaf: „Het houden van leesdiensten is niet zoals het zou moeten zijn. De opdracht luidt: „Predik het Woord.” Tot de discipelen is gezegd: „Gaat heen en verkondig het Evangelie.” In de synagoge in Israël werden de schriften gelezen, maar daarna ook mondeling verklaard en toegelicht. Het gaat dus om preken en verkondigen. Vanwege het grote gebrek aan predikanten in ons kerkverband, houden we leesdiensten. Het laat de nood van de kerk zien en de armoede van onze tijd.”
Dat betekent niet dat leesdiensten vruchteloos zijn, zegt de Hoofddorpse ouderling. „De Heere heeft al aan veel leespreken Zijn zegen willen verbinden. De Heilige Geest kan en wil ook onder een gelezen preek werken en dus mogen we het middel van de leesdienst niet verachten.”
Waar moet een gelezen preek aan voldoen?
„Je mag niet alleen preken uitkiezen waardoor je zelf als lezer wordt gesticht, of een preek die voldoet aan mijn persoonlijke voorkeur. Het gaat om onderwijs en stichting van de hele gemeente, van jong tot oud, van laag tot hoog ontwikkeld. Het gaat om de verheerlijking van Zijn Naam, om de uitbreiding van Zijn Koninkrijk en om de opbouw van Zijn Sion. Het gaat om Christus. Alleen bij Hem is alles te verkrijgen voor tijd en eeuwigheid. In Hem zijn alle beloften Ja en Amen.”
Een preek moet voor Vonk Noordegraaf niet te moeilijk zijn en een deugdelijke exegese hebben, die vanuit de Schrift opkomt. „Het Woord van God moet uitgelegd worden en vervolgens bevindelijk worden toegepast, zoals het door Gods kinderen wordt beleefd. Voor hen moet er opwas in de genade te vinden zijn. Anderen moeten met zo’n preek weleens helemaal ondersteboven met alles. Want ons kleed moet uit, voordat wij het kleed van Christus’ gerechtigheid begeren.
Een leespreek moet ook een appellerende preek zijn, er moet een oproep tot bekering in zitten, want dat deed Johannes de Doper ook: „Bekeert u, bekeert u.” Je leest geen preek voor alleen veranderde mensen.”
In het vragenboekje dat gebruikt wordt bij kerkvisitatie wordt met nadruk gevraagd of er ook oudvaders worden gelezen.
„Wij lezen in Hoofddorp oudvaders, hoewel, niet zo vaak. Zelf lees ik wel preken van Hellenbroek, Van Laren, Avinck en Ryle. Het nadeel van preken van puriteinen is dat ze meestal erg lang zijn. Inkorten mag wel, vind ik, maar de boodschap mag er natuurlijk niet door veranderd worden. Je kunt weleens een Voorwoord weglaten en soms is informatie in een preek gedateerd. Die mag je schrappen.”
Het lezen van oudvaders zou te moeilijk zijn.
„Valt mee hoor. Je moet er als lezend ouderling alleen wel wat extra moeite voor doen. En zo’n preek moet natuurlijk wel in de hedendaagse taal zijn overgezet. Een preek die uitgesproken wordt, is nu eenmaal altijd gemakkelijker verstaanbaar dan een preek die gelezen wordt. Dat geldt ook een oudvader.”
Er zitten ook jongeren in de kerk.
„Daar moet je echt rekening mee houden. Ook in een leesdienst wil je kinderen en jongeren graag aanspreken. Ze moeten merken dat het ook over hen en over hun leefwereld gaat. Het is mijn uitzien dat je jongeren jaloers mag maken op Gods kinderen en op de dienst van de Heere, want Zijn dienst is een liefdedienst.”
Moet iedere ouderling lezen?
„Waarom zou dat moeten? Een ouderling die moeizaam leest, moet je niet laten lezen. Dat is een opgave voor de gemeente en voor hemzelf. Die man kan waarschijnlijk andere dingen weer veel beter. Ieder heeft zijn eigen gaven.”
serie Preeklezen
In veel kerkelijke gemeenten wordt zondags een preek gelezen. Hoe ‘gewoon’ mag een leesdienst zijn? Wat wordt er gelezen? Hoe gaan ouderlingen ermee om en wat vinden jongeren ervan? Deel 2 in een vijfdelige serie.