Verhalen over Jip en Janneke zijn nooit zwart-wit
Ze groeiden op in een overzichtelijke wereld, werden symbool voor begrijpelijkheid en vielen ten prooi aan feministische kritiek. Zwart-wit bleken Jip en Janneke echter nooit.
De bekendste buurkinderen van Nederland gaan al bijna zeventig jaar mee, maar blijken nog steeds niet te vervelen. Van de ‘grote’ Jip en Janneke, de verzamelbundel met alle verhalen op groot formaat, verscheen dit najaar de vijftigste druk.
Dat mag, gelet op alle maatschappelijke winden die in die tijd door Nederland waaiden, gerust een prestatie heten. Het iconische duo van schrijfster Annie M.G. Schmidt en illustrator Fiep Westendorp moest soms hevige stormen trotseren, maar ging nooit ten onder. Het nostalgische en grotendeels tijdloze karakter van de verhalen waren daar ongetwijfeld mede de oorzaak van. De grote bundel is nog nagenoeg hetzelfde als toen hij in 1977 voor het eerst verscheen. Alleen zijn er wat kleine tekstuele aanpassingen gedaan en wordt er hier en daar gekozen voor modernere woorden gekozen. Zo veranderden guldens in euro’s en werd een flik „een chocolaatje”.
De geschiedenis van het duo gaat verder terug dan 1977. Het is 1952, een tijd vol maatschappelijke onrust. De tv heeft zijn intrede gedaan, het eerste kunsthart wordt ingebracht en de laatste oorlogsmisdadigers worden gefusilleerd. Op 13 september verschijnt in dagblad Het Parool de eerste aflevering van ”Jip en Jan-ne-ke”. Daarin krijgt Jip een nieuw buurmeisje, blijft hij steken in de heg en zorgt hij er en passant voor dat zijn vader kennismaakt met de nieuwe buurman.
Het begin van de feuilleton –naar later blijkt in enkele minuten geschreven door Paroolmedewerkster Schmidt– wordt een groot succes. De verhaaltjes over de buurkinderen zijn geschreven in begrijpelijke taal, sluiten aan bij de belevingswereld van kinderen en gaan over heel alledaagse voorvallen. Schmidt laat zich inspireren door haar eigen zoontje en zijn buurmeisje. Het succes van de verhaaltjes –en de boeken die vanaf 1953 verschijnen– is deels ook te danken aan de illustraties van Fiep Westendorp. Een verhaal over Jip en Janneke zónder haar zwartwitsilhouetjes is onvoorstelbaar.
Ook in christelijke kring slaan Jip en Janneke aan. De verhalenbundels over het duo staan in veel christelijke huishoudens en scholen op de plank – om het niet te hebben over de vele producten met een opdruk van Jip en Janneke.
Nostalgie
De acceptatie is voor een groot deel te verklaren uit het feit dat de kinderavonturen onschuldig én begrijpelijk zijn. Jip en Janneke springen niet snel uit de band. Als ze al ruzie hebben, maken ze het snel weer goed – met een „zoentje”. Janneke deinst er ook niet voor terug om Jip te vermanen als hij stout is. De afwezigheid van computer en smartphone roept bovendien regelmatig een zweem van nostalgie op. Ongetwijfeld speelt ook de vertelvorm een rol. De korte verhalen bieden opvoeders de gelegenheid om de eventuele onwelgevallige thema’s over te slaan.
De kritiek die wel op Schmidts geesteskinderen werd geuit, kwam in de afgelopen jaren dan ook vooral uit feministische hoek. De buurkinderen zouden genderstereotypen in de hand werken en kinderen opzadelen met een oude moraal. De auteur ontkende het al proactief bij monde van Jips moeder: „Nee hoor, afwassen is ook jongenswerk.” Als Jip en Janneke trouwen en vervolgens ruzie maken, leert ze haar lezerspubliek nog een belangrijke les: „„Foei,” zegt mama. „Je vrouw slaan! (…) Wat een schande!”” Het laat zien dat de leefwereld waarin Schmidt de kinderen plaatste minder zwart-wit is dan deze op het eerste gezicht lijkt.
Heiner und Hanni
Met die lessen waren Jip en Janneke in 1952 hun tijd misschien vooruit, ze maken de zwart-witte figuurtjes er anno Domini 2019 tijdloos door. Onderdelen van het verhaal waaraan de geur van de jaren vijftig bleef hangen, ondergingen bij de 50e druk een kleine ingreep.
Dat in de nieuwste druk de gulden een euro werd, is dan ook niet zozeer een devaluatie, maar eerder een aanpassing die Jip en Janneke toekomstbestendig kan maken. Het roept wel de vraag op hoe lang het iconische duo nog tijdloos kan blijven in een maatschappij die voortdurend ingrijpend verandert.
Desondanks veroverden de kindertjes door hun eenvoud wereldwijd harten. Het duo is terug te vinden in Duitsland –als Heiner und Hanni–, China –Yiyi en Yaya–, Perzië –gewoon Jip en Janneke– en nog tal van andere landen.
Door de bril van nu zijn sommige verhalen vast niet inclusief of divers genoeg, maar met haar korte verhalen weet Schmidt al decennialang lezers over de hele wereld te verenigen in hun sympathie voor de oer-Hollandse buurkinderen.
Boekgegevens
Jip en Janneke, Annie M.G. Schmidt en Fiep Westendorp; uitg. Querido; 360 blz.; € 22,50