„Haïti is kwetsbaar, maar ook heel krachtig”
Haïti geldt als een van de armste staten ter wereld. Op het eerste gezicht lijkt er nauwelijks uitzicht op verbetering. Toch heeft Marcel Catsburg hoop. „Als het Westen het land maar eens meer zijn eigen gang liet gaan.”
Krachtig en kwetsbaar. Met die twee kernwoorden typeert Marcel Catsburg, docent internationale strategische communicatie aan de Christelijke Hogeschool Ede, Haïti. In de waarneming van veel mensen is de volgorde overigens vaak omgekeerd. „Het beeld dat als eerste op ons afkomt, is dat van een uitermate kwetsbaar land. En dat is ook volop waar.”
Maar daar houdt het volgens de docent, die vijf jaar in het Caribische land woonde en er onlangs het boek ”Grond zonder rust” over schreef, niet op. „Haïti is al in 1804, na een slavenopstand, onafhankelijk geworden. Dat was uniek. Na de ontworsteling aan de overheersing lukt het mensen onder heel onzekere omstandigheden een bestaan op te bouwen. Dat bedoel ik met krachtig.”
Wordt het nog ooit wat in Haïti?
„Toch wél! Als de westerse wereld het land maar eens meer zijn eigen gang liet gaan. Dat is ook de strekking van mijn boek. Want je kunt de vraag stellen waar die kwetsbaarheid vandaan komt. Heeft het te maken met de Afrikaanse wortels van de Haïtianen? Of is het toch vooral de manier waarop de buitenwereld met het land is omgegaan?
Sinds de onafhankelijkheid is Haïti aan alle kanten geblokkeerd. Mijn claim is dat de bemoeienis van buitenaf de ontwikkeling van het land heeft gesmoord. Ja, het kan wat worden. Als de bevolking zelfstandig de ruimte krijgt om eigen keuzes te maken. Er zijn geen snelle oplossingen, want Haïti kampt met een aantal levensgrote problemen. Maar, om met oud-president Aristide te spreken: Haïti kan opklimmen van abjecte misère naar waardig gedragen armoede.”
Waarom stelt het buitenland zoveel belang in zo’n onbetekenend land?
„In de koloniale periode was Haïti een wingewest. Als slavenkolonie en als plantagemachine. Mensen werden als vee beschouwd. Dat zie je nu in een andere verschijningsvorm terug. Haïti is gewild als lagelonenland. Buitenlandse bedrijven zetten er grote industriële parken met assemblagehallen op. En behalve de Haïtiaanse elite, wordt de bevolking er geen cent wijzer van. Dit moderne kolonialisme is een van de factoren waardoor het land niet verder komt.”
Dat is toch niet alleen de schuld van het buitenland?
„Nee, in mijn boek laat ik ook zien dat er tussen Haïtianen veel wantrouwen heerst en dat corruptie er welig tiert. Er is een roofzuchtige overheid, die parasiteert op wat er nog wél onder de bevolking is. Tegelijkertijd blijf ik zeggen dat de internationale belangen een zeer remmende factor op de ontwikkeling vormen.”
De potentie is er kennelijk wel, want er waren jaren met maar liefst 4 procent economische groei.
„Dat klopt. Los van alle remmende externe invloeden, is Haïti een gewoon land, dat zich normaal zou kunnen ontwikkelen. Met name onder president Préval ging het best goed. Als iemand optreedt en het volk achter zich krijgt, kan er heel wat. Maar toen kwam de grote aardbeving in januari 2010.”
En die zette alles op zijn kop?
„Natuurlijk heeft Haïti heel veel steun vanuit het buitenland gekregen, laten we dat vooral niet vergeten. Maar de inmenging ging ook na de ramp door. Préval is op een zijspoor gezet, omdat hij onder andere met Venezuela wilde samenwerken. Dat was vooral de Verenigde Staten niet welgevallig. De verkiezingen zijn vervolgens vanuit het buitenland georkestreerd. Ze brachten president Martelly voort, die uitermate trouw was aan Amerika.”
Hoe verklaart u de huidige onrust?
„Dit is echt een opstand van onderaf. De opeenvolgende regeringen hebben het leven voor de gewone Haïtiaan uiteindelijk niet beter gemaakt. Die boosheid komt er nu uit. Het streven naar vrijheid zit heel diep. Dat is krachtig, maar ook explosief.”
U heeft in Haïti gewoond. Zou u weer de motivatie kunnen opbrengen om terug te gaan?
„Absoluut. De vraag is of ze daar zitten te wachten op weer zo’n witte man die zegt hoe het moet. Toen ik daar in de jaren 90 werkte, heb ik een Haïtiaan opgeleid die mijn job kon overnemen. Helpen doe je altijd samen.”