Er is op dit moment „geen enkele aanleiding” om binnen de ChristenUnie te gaan discussiëren over erkenning van het homohuwelijk, zegt CU-partijvoorzitter Piet Adema.
Adema reageert op uitlatingen die staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) donderdagavond deed in het radioprogramma Dit is de Dag, op NPO Radio1. Blokhuis stelde tegenover interviewer Tijs van den Brink dat hij binnen zijn partij, de ChristenUnie, „heel graag het gesprek aan wil gaan” over een positievere waardering van het homohuwelijk.
Op de vraag van Van den Brink of hij dan soms zelf voor het homohuwelijk is, antwoordt Blokhuis dat „het homohuwelijk uit de aard der zaak niet hetzelfde is als een huwelijk tussen twee mensen van verschillend geslacht”, maar ook dat „mensen die verliefd zijn, die houden van iemand van hetzelfde geslacht aan mij een goede bondgenoot hebben.”
Op de vraag van de interviewer of deze mensen wat Blokhuis betreft dus met elkaar mogen trouwen, antwoordt de CU-prominent: „Ik gun ze alle geluk, ja.”
Volgens de staatssecretaris zijn er binnen zijn partij velen die er zo over denken. „Als ik vannacht de CU-leden te logeren zou krijgen die dit ook vinden, dan wordt mijn huis heel vol hoor.”
Najaar 2018 wees het CU-partijcongres met grote meerderheid van stemmen een ingediend amendement af dat de vergadering vroeg in de beginselverklaring positiever te spreken over het homohuwelijk. In de beginselverklaring stond en staat dat „God al in het begin het huwelijk heeft ingesteld” en dat „deze publieke verbintenis tussen man en vrouw uniek en waardevol is.”
Verder schrijft de verklaring dat „de overheid het huwelijk naar deze oorsprong en betekenis erkent en beschermt. In haar bescherming en ordening heeft de overheid ook oog voor hen die niet of niet meer gehuwd leven”, aldus de verklaring.
Volgens Adema zijn dat heldere formuleringen en bestaat er op dit moment „geen enkele aanleiding” om hierover opnieuw een debat te starten. „Kijk, Paul Blokhuis heeft als lid van de partij natuurlijk alle recht om te zeggen hoe hij over dit onderwerp denkt. Maar het partijbestuur is beslist niet van van plan hierover opnieuw het debat te openen.”
Adema wijst erop dat aan de beginselverklaring die vorig jaar op het partijcongres is aangenomen, „uitvoerige interne discussies” vooraf zijn gegaan. „Daarin heb ik gemerkt dat er binnen de ChristenUnie over dit thema zeer verschillend wordt gedacht. Maar als het congres een uitspraak doet, dan is dat de basis. Zoals de zinsneden over huwelijk en relaties nu zijn geformuleerd, is voor de partij leidend. En dat blijft het voorlopig ook, want een beginselverklaring schrijf je niet voor eventjes, maar voor een heel aantal jaren. De vorige verklaring heeft bijvoorbeeld, als ik het goed heb, gefunctioneerd tussen 2005 en 2018.”
Eind vorig jaar wilden enkele partijgangers de tekst van de verklaring via een amendement aanpassen. Zij pleitten voor de formulering: „Heden ten dage staat het huwelijk open voor geliefden van hetzelfde geslacht. In haar bescherming en ordening heeft de overheid oog voor alle gehuwden en voor allen die niet of niet meer gehuwd leven.” 314 aanwezige leden stemden tegen het amendement, 114 voor en 74 onthielden zich van stemming.
Principiële koerswijziging
De meerderheid volgde het advies van het partijbestuur. Dat betoogde in november vorig jaar dat dit „amendement het huwelijk tussen man en vrouw en mensen van hetzelfde geslacht te veel op een lijn. Als de partij dat zou aanvaarden, zou dat een principiële koerswijziging zijn”, aldus het bestuur.
Blokhuis geeft in het interview met Van den Brink aan dat zijn inziens aan de stemuitslag van destijds niet té veel betekenis moet worden gehecht.
„Ik weet zeker dat datgene wat toen besloten is, een tussenstap is en een stap op weg naar een andere formulering, waar meer leden, ook mensen die homoseksueel zijn, zich senang bij zullen voelen.”
Positief
Siewerd de Jong, voorzitter van CU-jongerenclub PerspectieF, reageert „in eerste instantie positief” op de uitlatingen van Blokhuis. „We willen toch ook een partij zijn waarin alle onderwerpen in ieder geval bespreekbaar zijn, dus ook een onderwerp als homoseksualiteit. We vinden het positief dat hij zich open genoeg voelt om het daarover te hebben.” Op de vraag wat de jongeren zelf vinden, bijvoorbeeld over het weggestemde amendement, antwoordt de voorzitter dat hij denkt dat dat op veel verschillende standpunten zou stuiten. Ook in zijn eigen bestuur verwacht hij verschillen van inzicht.
„Wat Paul Blokhuis heeft gezegd, maakt de tongen wel lekker los.” Een statement afgeven wil hij echter niet, “dan sla je de discussie dood voordat die goed en wel begonnen is.”
De Jong noemt het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in de partij „een teken dat je als ChristenUnie in ieder geval ontspannener om kunt gaan met je eigen standpunten, en dat je in die zin dus ook groeit als partij.”