De preek omzetten in gebaren voor doven en slechthorenden. Of tolken bij een huisbezoek: een mooie, maar ook moeilijke taak, zegt tolk Nederlandse Gebarentaal Elsaline Veldhuizen (27) uit Den Haag.
Stefanus: stel dat je net voor die naam het gebaar niet weet. Dat is lastig tolken als de preek juist gaat over het Bijbelgedeelte Handelingen 6. Veldhuizen, nu zes jaar gediplomeerd tolk, bereidt zich daarom van tevoren voor op de preek die ze vertaalt voor haar klant. „Ik bel of mail de predikant voor de liturgie. Daarna maak ik een proefvertaling van het tekstgedeelte en de psalmen. Tolken is een race tegen de klok. Binnen één seconde moet ik namelijk beslissen hoe ik een zin vertaal.”
Het dagelijks werk van Veldhuizen speelt zich voor ongeveer de helft af op kerkelijk terrein. Een dove of slechthorende kan haar inschakelen voor een kerkdienst, catechisatie en huisbezoek. Ook tolkt ze bij trouwdiensten, begrafenissen en kinderclubs. Ze vertaalde zelfs een keer bij een sterfbed. Tolken bij onderwijs en bijvoorbeeld doktersbezoek vullen de rest van haar werkweek.
Dat ze zo dicht bij de geestelijke leefwereld van mensen komt, vindt Veldhuizen een meerwaarde. „Ik mag het gehoorde Woord in gebaren overbrengen. Dat zie ik als een stukje werk in Gods Koninkrijk.”
Ze kiest bewust voor vertaalopdrachten binnen de gereformeerde gezindte. Regelmatig tolkt ze voor de Stichting Dovenzorg Gereformeerde Gemeenten. „Woorden voor het geestelijk en kerkelijk leven zijn nog lang niet allemaal gestandaardiseerd in gebarentaal, er is veel werk te doen. De kloof tussen de horende en niet-horende christen is nog steeds groot.”
Onweer
Niet-horende mensen missen vaak veel van hun omgeving. Daarom tolkt Veldhuizen zoveel mogelijk elementen van de dienst zoals het zingen, het uitleidend orgelspel, maar ook onweer. Zelfs een kuch van de dominee. Want als de predikant ziek wordt en de week daarna niet op de kansel verschijnt, ziet ook de dove kerkganger het verband tussen oorzaak en gevolg.
Als schakel tussen horenden en niet-horenden wil ze zoveel mogelijk op de achtergrond aanwezig zijn. „Bij huisbezoek is het wel eens onwennig wie naar wie moet kijken. Om te voorkomen dat de ambtsdrager persoonlijke vragen aan mij stelt, kijk ik hem niet aan. De ambtsdrager die aan het woord is, kan zich gewoon tot mijn klant richten. De dove persoon kijkt echter naar mij.”
Het vertalen van de Bijbelse boodschap brengt veel dilemma’s met zich mee. Veldhuizen pakt psalm 27 vers 7 (berijmd) erbij. „Kijk, de eerste vier regels bevatten een ingewikkelde zinsconstructie met een ontkenning, waar juist geloofsvertrouwen uit blijkt.” Vanuit vertaaloogpunt zou ze de ontkenning eruit willen halen: „Omdat ik geloof dat mijn ziel Gods gunst en hulp geniet, ben ik niet vergaan in smart en rouw. Hierdoor heb ik hoop en moed.”
Letterlijk vertalen of de betekenis overbrengen? Veldhuizen: „Ik wil zo dicht mogelijk bij de taal van de Bijbel en predikant blijven. Maar dat de dove kerkganger bepaalde beeldspraak of de Romeinenbrief goed begrijpt, is het belangrijkst.”
De tolk werkt als zelfstandige zonder personeel. Veldhuizen stuurt –na goedkeuring van haar klant– de factuur naar de Uitvoeringsdienst Werknemersverzekeringen (UWV). Die betaalt haar uit. Haar klanten hebben recht op een aantal tolkuren per jaar. De vergoeding per uur voor de tolk is wettelijk vastgesteld.
Fulltime tolken is niet haalbaar. „Het werk is lichamelijk en geestelijk zwaar, mede door de onregelmatige werktijden. De voorbereiding en lange reistijden heb ik ook nog. En de administratie hoort erbij.”
serie
Werken voor de kerk
Dat een predikant traktement ontvangt, weet iedereen. Maar er zijn ook andere mensen die (een deel van) hun brood verdienen met werk voor de kerk. Deel 5: de tolk gebarentaal. Volgende week: de makelaar.