Een gemeente die voor een belangrijk deel bestaat uit doofstommen. In de Oezbeekse stad Qarsi zet de niet-geregistreerde baptistische gemeente zich in voor deze groep. Kinderen communiceren uitstekend met hun doofstomme ouders en in de eredienst is er alle ruimte voor deze achtergestelde groep.
Het is bloedheet in Qarshi, een middelgrote stad in Oezbekistan. Temperaturen rond 40 graden zijn in juni normaal. Tijdens een doordeweekse dienst van een niet-geregistreerde baptistengemeente draaien de ventilatoren volop, evenals in de huizen. Slechts weinigen van de gemeenteleden kunnen zich airconditioning veroorloven.
Een van de oudste gemeenteleden is Nina Tasjpulatova uit de Kaukasus. Zij kwam in deze stad om op een Oezbeekse school Russisch te geven. Ze was opgegroeid in de Russisch-Orthodoxe Kerk en had van haar ouders geleerd gebeden op te zeggen.
Maar ze was jarenlang op zoek om God werkelijk te leren kennen, vertelt zij in de woning van haar zoon, evangelist Viktor Tasjpulatov. Dat gebeurde tijdens een evangelisatieactie van baptisten in de stad. Samen met zes anderen is ze op de eerste dag van deze bijeenkomst tot geloof gekomen en later gedoopt.
De gemeente in Qarshi bestaat uit zestig leden. Zij komen vooral uit de wijde omtrek, soms honderd kilometer verder. Uit de stad zelf, die 300.000 inwoners telt, komen er weinig bezoekers. De Russen die bij de gemeente behoorden zijn verhuisd, zoals dat zo vaak in Oezbekistan gebeurt. Wie overblijven, zijn Oezbeken.
Doofstommen
Opvallend is dat ongeveer een kwart van de leden doofstom is. Navraag doet ontdekken dat de oorzaak een combinatie is van ‘inteelt’ (men trouwt in Oezbekistan binnen een relatief kleine groep), erfelijke aanleg en slechte medische behandelingen van onder meer een oorontsteking. De huidige president heeft maatregelen genomen om de gevallen van doofstomheid tegen te gaan.
Baptisten in Oezbekistan hebben in alle gemeenten werk onder doofstommen gestart. Zelfs moskeeën hebben dat voorbeeld nagevolgd. De baptist Ibrahim Homidov is lange tijd verantwoordelijk geweest voor het werk onder doofstommen en werd daarvoor gesteund door Stichting Friedensstimme. Hij stierf drie jaar geleden. Zijn weduwe, Mouira Gazieva, vertelt hoe hij na zijn bekering een roeping kreeg om onder deze groep te werken. De eerste dienst die hij verzorgde, bereikte 120 doofstommen. Vruchten van zijn bediening kwamen vooral openbaar na zijn dood, maar hij heeft het zaad gezaaid, zegt zijn schoonzoon Rustam in Qarsi.
Het werk van Ibrahim is overgenomen door Murat, zelf doofstom. Hij vertelt hoe hij werkt onder groepen zo’n 30 kilometer van Qarshi. Openlijk gaat dat niet. Murat bezoekt doven op de markten waar zij vaak schoenen repareren. „Zij spreken met elkaar af, eten met elkaar en praten over de Bijbel. Velen kunnen niet naar de samenkomsten van de gemeente gaan omdat de afstand te groot is.”
Vervolging
De stad Qarsi heeft in de periode van 2005 tot 2008 een heftige tijd doorgemaakt toen de Oezbeekse overheid alle buitenlandse zendelingen het land uitstuurde, omdat die in verband werden gebracht met een politieke opstand in de regio van de stad.
Toch kunnen de diensten van de niet-geregistreerde baptisten zonder verstoring worden gehouden. Maar, twee weken eerder is het kerkgebouw nog beklad met de naam van satan. Victor denkt dat de overheid erachter zit. „We zullen het onderzoeken, heeft de overheid gezegd, maar ik heb nog steeds niets gehoord. Het werk in de gemeente kan gelukkig doorgaan. We kunnen onze diensten vrij beleggen en ik kan mijn bezoeken doen, maar de vervolging kan zo weer toeslaan. Openlijke evangelisatieactiviteiten zijn nog steeds niet mogelijk.”
Gevangenschap
De gemeente is niet bang, zegt Rustam. Het probleem is echter wel dat ongelovigen zich vanwege de beperkte vrijheid van de kerk niet durven aan te sluiten. Rustam heeft vorig jaar nog vijf dagen gevangengezeten. Hij was net getrouwd en zijn vrouw was zwanger. Toch neemt hij gevangenisstraf laconiek op. „Ik ben niet bang voor de gevangenis, want ik weet dat het niet zo slecht was als ik gevreesd had”, lacht hij.
Met gevoel voor humor vertelt hij hoe de rechter hem waarschuwde niet naar die ‘illegale’ bijeenkomst te gaan. „Ben je dan niet bang dat ik je twee jaar gevangenzet? Nee, hoor, zei ik. Als u dat doen wilt, dan moet u dat maar doen, maar ik ben niet van plan om te stoppen met het bezoeken van de diensten.”
Zijn vrouw bracht hem een paar keer bezoek. „Hij had een goede bewaker, zodat ik wat extra’s kon achterlaten”, zegt ze.
Wat Rustam in ieder geval heeft geleerd, is dat het goed is om genoeg parate Bijbelkennis te hebben en teksten uit het Woord te leren als je die nodig hebt als je geen Bijbel hebt. „Sinds ik uit de gevangenis ben gekomen, heb ik daar ook werk van gemaakt. Alleen door het Woord kunnen we volhouden.”
serie Vervolging en vrijheid
Dit is de derde aflevering in een negendelige serie over christenen in Oezbekistan en Rusland, dertig jaar na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Volgende week vrijdag deel 4.