Tijden in Tasjkent zijn veranderd. Dertig jaar geleden moesten Nederlanders een groepje christenen om veiligheidsredenen op een gepaste afstand volgen om een jeugddienst in de Oezbeekse hoofdstad bij te wonen. Een van de jeugdgroepleden was Natasja Belan. Haar groep is grotendeels geëmigreerd. „Ik heb dagen gehuild, gehuild.”
De tijd van verstoringen van diensten van niet-geregistreerde baptisten was in 1989 in Tasjkent net voorbij. Gorbatsjov had zijn politiek van glasnost en perestroika ingezet. De vrijheid die er in Moskou was, werkte echter nog niet door tot in alle hoeken van het onmetelijke Sovjetrijk. Bezoekers van Oezbekistan konden ervan uitgaan dat in hotels afluisterapparatuur aanwezig was, zodat je niet openlijk over het bezoek aan de gelovigen kon spreken.
Tasjkent heeft evenals heel Oezbekistan te maken gehad met het vertrek van veel Russen. Oorzaak zijn dikwijls de betere economische omstandigheden in Rusland. Het grootste deel van de jeugdgroep van de niet-geregistreerde baptisten van Tasjkent heeft inmiddels het land verlaten. Ze zijn naar Rusland gegaan, maar ook naar Duitsland en Amerika.
Een van de achtergeblevenen is Natasja. Ze kijkt verrast naar de foto van 1989, waar zij met haar vriendinnen en familieleden op staat. Ze wijst haar broer en ouders aan. Natasja’s moeder leeft niet meer, haar vader nog wel.
Het was een spanningsvolle tijd, zegt ze. „Arrestaties van voorgangers waren aan de orde van de dag. Wij als kinderen leefden vooral in spanning op school. We werden voortdurend vernederd. Men vertelde ons dat gelovigen domme mensen waren die in God geloofden. Ook kreeg je geen kans om na de middelbare school naar een universiteit te gaan.”
Natasja vond dat de geschiedenis van de vervolging niet vergeten mocht worden. Haar ouders hadden in haar huis een document waarin al de arrestaties en de namen van de voorgangers vermeld waren. „Omdat ik bang was dat dit ontdekt zou worden, had ik het document in mijn matras verstopt. Tijdens een huiszoeking van de politie heb ik het in paniek naar buiten gegooid, in de struiken. De politie liep rond het huis en was door God zo verblind dat ze het niet zag. De politie heeft liedboeken en Bijbels meegenomen, maar het document niet.”
Media
De gemeente had destijds te maken met negatieve beeldvorming in de media. Natasja: „Het gebeurde dat er ongelovige journalisten in de dienst kwamen en zich voordeden als belangstellenden. Ze schreven er vervolgens negatieve dingen over in hun krant. Maar het gevolg was dat er juist meer mensen de dienst bezochten.”
De negatieve beeldvorming over baptisten is er volgens Natasja gebleven. Enkele jaren geleden werd een film gemaakt over religie in Rusland waarbij satanisten, pinksterkerken en baptisten op één hoop geworpen werden als exotische verschijnselen. „Er werden beelden getoond van baptisten met hoofddoekjes op in diensten.”
Gehuild
De jeugdgroep van dertig jaar geleden is er niet meer. Bijna alle leden zijn geëmigreerd, naar Rusland, Duitsland, Amerika. Natasja kijkt heel droevig en schudt niet-begrijpend haar hoofd. „Ik heb de eerste dagen alleen maar gehuild, gehuild. We hadden het in ons huwelijk financieel zwaar. Er was net genoeg geld om brood en melk te kopen. We kregen toen een aanbod van een bekende uit Amerika. Laat je niet verhongeren en kom een keer langs, zei hij. Maar verkoop je huis niet, zodat je altijd weer terug kunt.”
Haar man werd in die tijd echter gekozen tot jeugdleider en in die periode kwamen er veel mensen tot bekering. „We konden deze nieuwe gelovigen niet in de steek laten, juist omdat zij veel vragen hadden. Bovendien zei mijn man: Wees eerlijk wanneer je over de keus voor Amerika nadenkt. Is hier werkelijk vervolging? Nee, toch? Of wil je er alleen financieel beter van worden? We kwamen steeds meer tot de conclusie dat het aanbod een verzoeking was.”
Onder de nieuwe bekeerden waren vooral veel doofstommen. Juist voor hen wilde Natasja er zijn. Zij ziet deze bekeringen als een bijzondere opvulling van het gat dat door de emigratie geslagen is. „God heeft een nieuwe deur geopend. Hij heeft ervoor gezorgd dat de gemeente toch in stand is gebleven.”
De Oezbeekse relativeert dat er na dertig jaar geen spanningen meer zijn. „De duivel zorgt ervoor dat er altijd verzoekingen blijven. Dat zien we nu in deze tijd waarin de vrijheid gekomen is. De tijd van vervolging was een gezegende tijd. Door de druk van buitenaf hebben veel mensen zich bekeerd.”
Natasja heeft nog steeds een hart voor jongeren. Het gesprek met haar vindt plaats in de kerk waar alles in gereedheid wordt gebracht voor een jongerenkamp de week erop. Met het schort aan tussen stapels materassen en dozen met eten vertelt ze haar verhaal. Op het kamp zelf is ze ook weer actief en staat ze glunderend achter een grote pan met eten. Als we afscheid van haar nemen, roept ze ons nog na: „Vooral bidden voor elkaar, hoor!”
>>rd.nl/oezbekistan