„Maak als gastouder afspraken over vaccinatie”
Een vaccinatieplicht beknot de vrijheid van ouders, zegt Hanneke Schot, directeur van Korelon, een bureau voor christelijke gastouders en peuteropvang. Haar motto: wees duidelijk over je visie en maak onderling goede afspraken.
„Ik ben erg voor de vrijheid van ouders”, reageert Schot op het maandag gepresenteerde advies, waarin staat dat er een verplichting moet komen als de vaccinatiegraad onder een kritieke ondergrens komt. „Zowel een keuze voor als tegen vaccinatie heeft risico’s. Van bijvoorbeeld de bmr-prik zijn kinderen vaak echt even ziek. Ook met die ouders moet je afspraken maken. Wanneer mag een ziek kind wel of niet naar de opvang of gastouder? Wat doe je als kinderen mazelen of andere besmettelijke kinderziekte hebben?”
Haar ervaring is dat problemen voorkomen worden door bij de voordeur duidelijkheid te scheppen. „Als een ouder niet kiest voor vaccinatie en de gastouder wel, hoe ga je daar dan mee om? Wil je als gastouder niet-ingeënte kinderen opvangen? En wil je als ouder je kind bij een gastouder brengen die ook kinderen heeft rondlopen die niet gevaccineerd zijn?”
Schot benadrukt dat de gastouders en peuterspeelzalen die onder haar organisatie hangen hun eigen beleid voeren. Onder de bij Korelon aangesloten gastouders kiezen enkelen voor opvang aan uitsluitend gevaccineerde kinderen. „Wat je ook doet, communiceer naar elkaar zodat opvang én ouders elkaars visie kennen. Je bent te laat als je dit pas bespreekt als de situatie zich voordoet.” Bewustwording staat voor Schot op één. Ze wil daarom geen concrete richtlijnen geven. „Ik bepaal die afspraken niet voor een ander. Dit zijn heel persoonlijke keuzes.”
De landelijke Brancheorganisatie Kinderopvang onderschrijft de conclusie van de adviescommissie. De dalende vaccinatiegraad mag volgens de club niet op het bordje van de kinderopvang worden gelegd, omdat het een maatschappelijk probleem betreft. Het risico verdwijnt niet door kinderopvangorganisaties een poortwachtersfunctie te geven, stelt de branchevereniging. Ongeveer de helft van de kinderen in Nederland maakt immers gebruik van kinderopvang. „Het besmettingsrisico speelt dus ook op andere plekken waar veel kinderen bijeen zijn.”