Op vogelsafari in Krimpenerwaard
Wie wil ervaren wat de polders aan natuur te bieden hebben, kan sinds kort met vijf vogelroutes in de Krimpenerwaard zijn hart ophalen. Bioloog Maurice Kruk: „Zelfs mensen die hun hele leven tussen de weilanden wonen, weten niet alles van het landschap om hen heen.”
Het is gezellig op de grote, ondiepe waterplas. Kokmeeuwen, eenden en ganzen jagen, duiken en badderen op de Hooge Boezem achter Haastrecht. Ze vinden er een ideale plek, waar ze gemakkelijk voedsel vinden: zoetwatermossels, wormpjes, visjes, ronddrijvende zaden en een keur aan waterplantjes. De luchtdiertjes trekken zich weinig aan van de wandelaars en fietsers op het pad langs het water.
Even verderop slingert het veenriviertje de Vlist zich dromerig door de velden. De gerestaureerde boezemmolen staart daar bedachtzaam overheen, in de richting van Stolwijk. „Kijk, daar vliegt een kievit”, wijst bioloog Maurice Kruk. „Je herkent hem aan zijn witte lijf, gekuifde zwarte kop en flapperende, brede zwarte vleugels.”
De bioloog loopt de zogenoemde ”Grote zilverreiger route”, een van de vijf nieuwe routes door de Krimpener- en Lopikerwaard. De vier andere routes zijn vernoemd naar de blauwborst, kievit, buizerd en zwarte stern. Kruk: „Allemaal vogels die je tijdens je wandeling tegen kunt komen. Vandaar deze keuzes. En ze zijn herkenbaar voor mensen die geen vogelkenner zijn.”
Broedende zwaan
De routes heeft Kruk met streekadviseur Anita van der Vliet en vrijwilligers uitgezet, in opdracht van onder meer de gemeente Krimpenerwaard. Ze zijn verspreid over heel de Krimpenerwaard en voeren altijd over openbaar toegankelijke paden.
De doelgroep is per route verschillend. Zo is de ”Zwarte stern route” bij Berkenwoude geschikt voor gezinnen, onder meer vanwege de korte afstand: 7 kilometer. Aardig aan dit parcours is dat driekwart ervan over onverharde paden voert, al dan niet door de modder. Kruk: „Zulke onverharde weggetjes, soms dwars door de weilanden, hebben we in elke route opgenomen. Soms moet je over hoogbegroeide paden. Je kunt er zomaar een broedende zwaan tegenkomen, waar je voorzichtig omheen moet. Ik zou ook stevige, waterdichte wandelschoenen aandoen. Het zijn routes voor mensen die van een beetje uitdaging houden.”
Mensen die van een grote afstand houden, kunnen de zogenoemde ”Kievit route” volgen. Die tocht beslaat maar liefst 47 kilometer. Een flinke kluif. „Je kunt hem beter in twee dagen lopen”, vindt Kruk. Die route hebben we uitgestippeld om mensen langer in het gebied vast te houden. Je loopt dwars door de Krimpenerwaard. Door weilanden, over houtkaden en langs kleine houthakbosjes. Als je wilt, kun je tussendoor in een van de bed & breakfasts in de Krimpenerwaard overnachten. Dan blijf je in de sfeer.”
De bioloog, onder meer boswachter in Midden-Delfland en het polderrijke natuur- en recreatiegebied Noordrand Rotterdam, kent de Krimpenerwaard op zijn duimpje. Zo heeft hij alle pestbosjes in de waard tussen Rotterdam, Schoonhoven en Gouda in kaart gebracht. Kruk: „Wandelroutes wijzen vaak op culturele aspecten die langs de weg liggen, zoals molens, kasteeltjes en musea. Met deze vogelroutes vraag ik juist aandacht voor de natuur en het landschap. Op de tiendwegen en houtkaden die door de polders lopen, bijvoorbeeld.
Volgens Kruk zijn die misschien wel duizend jaar oud. „Je loopt dus over paden waar al zeker dertig generaties hebben gelopen. Zelfs mensen die hun hele leven in de polders wonen weten zulke dingen vaak niet.”
Ook de historie van het landschap is bij lang niet iedereen bekend. Kruk: „Voor de inpoldering, zo’n tien eeuwen terug, was hier moeras. Dat lag zo’n vier meter hoger dan nu. Sinds de drooglegging klinkt de veengrond hier in. Zulke achtergrondinformatie vermelden we bij elke routekaart.” De parcoursen kun je gratis downloaden en vervolgens thuis printen. Of via je smartphone lezen.
Zilverreiger
Rechts van de boezemmolen tuurt een spierwitte reiger in het water, speurend naar een lekker hapje. „Daar heb je de grote zilverreiger, waarnaar ik deze route heb vernoemd”, zegt Kruk. „Die vogel wordt de laatste tijd steeds vaker in dit gebied gezien.”
In principe kun je op elke tocht meerdere van de vijf vogelsoorten tegenkomen. Tijdens het wandelen van de ”Grote zilverreiger route” mogelijk zelfs allemaal. Kruk: „Maar aan de vogelnaam die elk van de vijf draagt, kun je zien op welke route je de meeste kans hebt om de genoemde vogel te zien. Op de route die we nu lopen is dat dus de grote zilverreiger.”
Die kans om een van de ”grote vijf” uit de regio tegen te komen, hangt wel af van het moment waarop je de polder intrekt. De zwarte stern spot je bijvoorbeeld niet in elke periode van het jaar. „Die zie je hier vooral tussen mei en augustus. Daarna verzamelt de soort zich in het IJsselmeer, en trekt die weg naar het westen van Afrika.”
Grutto
Dit trekgedrag heeft de zwarte stern gemeen met de grutto. Kruk wijst er een na die door de lucht buitelt. „Die is sinds februari weer hier te zien.” De ”koning van de weidevogels” valt buiten Nederland zelden in Europa te zien. „Het grootste deel van de winter zitten de grutto’s in Afrikaanse rijstvelden. Daarna trekken ze via Marokko, Spanje, Portugal, Frankrijk en België terug naar Nederland. Ze landen tussendoor enkel om te eten en te drinken. Het zijn Afrikaanse vogels die hier overzomeren of Nederlandse vogels die in Afrika overwinteren.” Met een knipoog: „Hij plant zich hier voort, dus we kiezen voor optie 2.”
De Hollandse polders zijn voor de grutto uitstekende broedplaatsen. Dit geldt ook voor de andere weidevogels. Kruk: „Je vindt hier een heleboel vogelsoorten die je niet in het bos tegenkomt. Door moerassen in te polderen heeft de mens omstandigheden gecreëerd, waar bepaalde planten en dieren van profiteren, terwijl andere verdwijnen. De natuur past zich aan de omstandigheden aan.”
Opvallend genoeg is naar de grutto geen route vernoemd. Kruk: „De Kievitroute had ik ook ”Gruttoroute” kunnen noemen, want op die route heb je grote kans hem tegen te komen. Maar gezien de lengte van de tocht vond ik de vernoeming naar de kievit leuker, vanwege de uitdrukking ”lopen als een kievit”.”
De bioloog wijst naar een rietkraag, verderop. „Daar komen blauwborstjes graag, in het voorjaar en in de zomer. Ze zijn echte rietvogels. Daarom zie je ze ook vaak op eiland De Zaag bij Krimpen aan de Lek. Daar loopt dan ook de ”Blauwborst route” overheen, een tocht van 13 kilometer.”
Wulp
De buizerd kun je heel het jaar door in deze streek zien. „Vooral in de omgeving van het Loetbos. Dat viel ons op toen we daar liepen om een toepasselijke route uit te zetten. Maar hij kan overal opduiken.” Kruk valt zichzelf in de rede. „Hé, nu hoor ik een wulp. Een soort die het moeilijk heeft. Vandaar dat de Vogelbescherming 2019 heeft uitgeroepen tot ”Jaar van de wulp”. Hij broedt niet in de Krimpenerwaard, maar je kunt hem hier wel op doortrek tegenkomen.”
Op de waterplas maken de kokmeeuwen intussen groot kabaal. Kruk wijst op de eilandjes die her en der boven het water uitsteken. „Dat zijn ideale broedplaats voor ze. Een hermelijn of bunzing komt daar niet zo gemakkelijk bij om eieren of kuikens op te vreten. En ze zien hem al van grote afstand naar hen toe zwemmen.”
Conflicten
De grote broer van de kokmeeuw, de zilvermeeuw, is ook niet vies van een kuiken. Kruk: „Tijdens een wandeltocht, zie je hierdoor best weleens conflicten ontstaan.” Bijvoorbeeld als een scholekster jonkies heeft, die een meeuw wil opeten. De oudervogel probeert dan zo’n meeuw weg te jagen door er luid roepend recht op af te vliegen. Kruk: „De scholekster heeft een vrij dikke, stevige snavel. Als hij daarmee recht op je af vliegt, schrik je wel even. Zo’n meeuw ook. Winnen doet een scholekster niet van een meeuw, maar hij kan hem wel behoorlijk in zijn functioneren hinderen.”
Het feit dat er zoveel kokmeeuwen zijn, maakt de vogel niet minder waardevol voor Kruk. „Elk soort heeft zijn eigen waarde. Waarom zou een soort zeldzaam moeten zijn voor je hem waardevol vindt? Elke soort heeft zijn eigen rol in het grote geheel. Juist de verscheidenheid maakt de natuur zo mooi.
Als je naar het leven zelf kijkt, kun je je afvragen wat iets nou levend maakt? Kijk eens naar zo’n eend, hier voor ons. Dood ziet zo’n diertje er hetzelfde uit als nu, toch ontbreekt er iets. De veelzijdigheid van alle levensvormen, zelfs van een simpel grassprietje, vind ik zo mooi om te zien.”
>>ontdekdekrimpenerwaard.nl